110 likes | 241 Views
Inleiding taalwetenschap. college 5, week 6. oprea@hr.nl. Bespreking huiswerk. Vragen over hoofdstuk 5 (probeer je vragen zo specifiek mogelijk te formuleren) bespreken huiswerk hfst . 5: opdracht 1 t/m 4. Presentatie. Irritaties: voorbeelden van typen gesprekken
E N D
Inleidingtaalwetenschap college 5, week 6 oprea@hr.nl
Bespreking huiswerk • Vragen over hoofdstuk 5 (probeer je vragen zo specifiek mogelijk te formuleren) • bespreken huiswerk • hfst. 5: opdracht 1 t/m 4
Presentatie • Irritaties: voorbeelden van typen gesprekken • Renee, Jeanne, Kelsey en Willemijn
Constituenten • Samenhangende delen in een zin: constituenten • Het meisje met de vlechten kreeg van die dame een ijsje. • Van die dame kreeg het meisje met de vlechten een ijsje. • Een ijsje kreeg het meisje met de vlechten van die dame. • Vier constituenten: • het meisje met de vlechten • kreeg • van die dame • een ijsje
Constituenten en hun betekenis • Referentiële betekenis: verwijst naar iets of iemand: nominale constituent (NC) • [De man] beloont [zijn hond]. • Procesbetekenis: verwijst naar wat er gebeurt: verbale constituent (VC) • De man [beloont] zijn hond.
Constituenten en hun betekenis • Attributieve betekenis: verwijst naar een eigenschap • naar eigenschap bij nominaal element: adjectivische constituent (AdjC) • [De man [met de pet]] beloonde zijn hond. • naar eigenschap bij overige elementen: adverbiale constituent (AdvC) • De man beloonde [enthousiast] zijn hond. • Hoofd en modificeerders • Hoofd: betekenis gevend: kan niet worden weggelaten • Modificeerders: eventuele toevoegingen
Constituentenstructuur zin NC VC AdjC H AdjC(VzC) H AdvC H AdjC H AdvC H H H Het lieve meisje met blond haar skiet on-Nederlands goed.
Inhoudswoorden • Nomen: zelfstandig naamwoord • De aardige jongen reageerde vriendelijk. • Verbum: werkwoord • De aardige jongen reageerdevriendelijk. • Adjectivum: bijvoeglijk naamwoord • De aardige jongen reageerde vriendelijk. • Adverbium: bijwoord • De aardige jongen reageerde vriendelijk • Pro-nomen: voornaamwoorden die in de plaats kunnen komen van een nomen • Hij reageerde vriendelijk.
Functiewoorden • Functiewoorden hebben een structurerende functie. • Adpositie: verbinding tussen NC en ander zinsdeel • prepositie: voorafgaand aan NC • Marieke liep met haar moeder mee. • postpositie: volgend op NC • Marieke liep met haar moeder mee. • Conjunctie: verbinding tussen bijzin en hoofdzin • Ik geloof dat je gelijk hebt. • Partikel: geven een nadere specificatie • Ik denk dat ook, maar toch twijfel ik nog.
Huiswerk • hfst. 6: opdracht 1 t/m 8 • Bestuderen hfst. 10: Zinsbetekenis