1 / 44

Van reactieschema tot reactievergelijking

Van reactieschema tot reactievergelijking. Een andere manier om reactievergelijkingen op te stellen en kloppend te maken. Moleculen waterstof en zuurstof. Waterstofmolecuul. Zuurstofmolecuul. Waterstofmolecuul. 2 waterstofmoleculen en 1 zuurstofmolecuul. H 2. O 2. H 2.

oria
Download Presentation

Van reactieschema tot reactievergelijking

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Van reactieschema tot reactievergelijking Een andere manier om reactievergelijkingen op te stellen en kloppend te maken

  2. Moleculen waterstof en zuurstof Waterstofmolecuul Zuurstofmolecuul Waterstofmolecuul

  3. 2 waterstofmoleculen en 1 zuurstofmolecuul H2 O2 H2

  4. In symbolen ziet dat er zo uit H2 + O2 + H2

  5. Dit is hetzelfde als ... 2 H2 + O2

  6. De moleculen gaan naar elkaar toe 2 H2 + O2

  7. Elk zuurstofatoom kan 2 waterstofatomen vasthouden 2 H2 + O2

  8. Dus heb je er twee maal zoveel nodig 2 H2 + O2  HHHHOO

  9. Elke O bindt nu twee H’s 2 H2 + O2  HHO HHO

  10. En vormt een molecuul H2O 2 H2 + O2  HHO + HHO

  11. Twee watermoleculen dus 2 H2 + O2  2 HHO

  12. De reactievergelijking klopt nu ook 2 H2 + O2  2 H2O

  13. Waterstof is verbrand tot water 2 H2 + O2  2 H2O

  14. Als je het filmpje terugdraait, zie je een elctrolyse reactie ! 2 H2 + O2  2 H2O

  15. Dus de verbranding van water : Twee waterstofmoleculen en een zuurstofmolecuul Geven Twee watermoleculen 2 H2 + O2  2 H2O

  16. Nu een wat moeilijker geval : De verbranding van aardgas Een aardgasmolecuul (methaan) bestaat uit een koolstofatoom en vier waterstofatomen. De formule is dus CH4

  17. Hoeveel O is nodig om 1 C en 4 H’s te verbranden ? 1 C-atoom kan 2 zuurstofatomen binden 2 H-atomen binden zich aan 1 zuurstofatoom. 1 C bindt 2 O-atomen. 4 H binden 2 O-atomen. Samen zijn er dus 4 nodig

  18. Zuurstof moleculen tellen. Vorig plaatje : We hebben 4 atomen nodig. Maar zuurstofatomen zijn niet los. Ze zitten in zuurstofmoleculen twee aan twee bij elkaar. We hebben dus twee zuurstofmoleculen nodig.

  19. Methaan verbranden 2 O2 + C H4

  20. De moleculen zoeken elkaar op en alle atomen gaan los 2 O2 + C H4

  21. Alle losse atomen zoeken nu hun nieuwe partners 2 O2 + C H4  OOOOHHHHC

  22. Alle losse atomen zoeken nu hun nieuwe partners 2 O2 + C H4  OOOOHHHHC

  23. Alle losse atomen zoeken nu hun nieuwe partners OOOOHHHHC 

  24. En er vormen zich nieuwe verbindingen… OOOOHHHHC 

  25. Er vormen zich twee watermoleculen en een kooldioxide molecuul OOOOHHHHC  OHH+OCO+OHH

  26. Er vormen zich twee watermoleculen en een kooldioxide molecuul OHH+OCO+OHH

  27. Het aantal zwarte (C ), gele (O) en groene (H)atomen is onveranderd gebleven. H2O+CO2+H2O

  28. En dan nu de kloppende reactievergelijking 2 O2 + C H4  H2O+CO2+H2O

  29. De eindproducten zijn kooldioxide en waterdamp 2 O2 + C H4  2 H2O + CO2

  30. Nogmaals begin en eindproducten in bolletjesschema en als reactievergelijking  + + 2 O2 + C H4  2 H2O + CO2

  31. Nog een voorbeeld : De vorming van Ammoniak Een ammoniakmolekuul bestaat uit 1 stokstofatoom (N) en 3 waterstofatomen (H)

  32. De formule van ammoniak De formule van ammoniak is dus NH3

  33. Ammoniak en wat we nodig hebben om het te maken Ammoniak (NH3) Stikstof (N2) Waterstof (H2)

  34. Even tellen wat nodig is… Elk stikstofatoom bindt 3 waterstofatomen. Een stikstofmolekuul bestaat uit 2 stikstofatomen. Per stikstofmolecuul heb je dus 6 waterstofatomen nodig, dus 3 moleculen.

  35. Zet links waarmee je begint en rechts waarmee je eindigt Tel eens na of het klopt : Een stikstofmolecuul bindt 3 waterstofmoleculen en geeft 2 ammoniakmoleculen.

  36. Daar gaat ie dan… H2 + H2+ H2 + N2

  37. De moleculen zoeken elkaar op 3 H2 + N2

  38. Komen zo dicht bij elkaar dat de atomen los gemaakt worden 3 H2 + N2

  39. Zodat er alleen nog maar losse atomen zijn 3 H2 + N2  NN HH HH HH

  40. Die zich opnieuw gaan rangschikken NN HH HH HH

  41. Alles is precies uitgeteld… NHHNHHNHH

  42. Om de nieuwe stof te vormen NHHNHHNHH  NHH+NHH+NHH

  43. Kijk maar : Twee ammoniakmoleculen NHH+NHH+NHH = NH3+ NH3+NH3

  44. De oorspronkelijke stoffen zijn verdwenen 3 H2 + N2  2 NH3

More Related