370 likes | 482 Views
piramide them a : mensen. het neusgat. het voorhoofd. de sproeten. de pupil (in het oog). wisselen (de melk tanden gaan er uit). met je armen wijd. op je hurken zitten. optrekken. spreiden ( de vingers spreiden ). sluiten ( de vingers sluiten). steunen. heen en weer. de blinddoek.
E N D