1 / 49

Workshop groepswerk in het ziekenhuis, zo start je dat 4 februari 2010

Workshop groepswerk in het ziekenhuis, zo start je dat 4 februari 2010. Introductie Trainer. Sander Muntz Sinds 1989 werkzaam in het LUMC. Afdelingen: Niertransplantatie, neurologie/revalidatie, kinderoncologie, detachering kinderrevalidatie.

tale
Download Presentation

Workshop groepswerk in het ziekenhuis, zo start je dat 4 februari 2010

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Workshop groepswerk in het ziekenhuis, zo start je dat 4 februari 2010

  2. Introductie Trainer • Sander Muntz • Sinds 1989 werkzaam in het LUMC. • Afdelingen: Niertransplantatie, neurologie/revalidatie, kinderoncologie, detachering kinderrevalidatie. • Momenteel: staflid verantwoordelijk voor het groepswerk en maatschappelijk werker binnen het expertiseteam oncologie. • Groepswerk: ouders kinderen met kanker, ouders overleden kinderen, PEPP en PEPH training, gespreksgroep mannen met HIV. • Docent Hogeschool: o.a. groepswerk.

  3. Kennismaken groep • Welke organisatie? • Ervaring met groepswerk? • Plannen voor de toekomst? • Verwachtingen van workshop?

  4. Wat is groepswerk nu precies(www.groepsmaatschappelijkwerk.nl) • Methode is naast systeem gericht werken en individuele begeleiding een derde basis methode. • Maakt gebruik van de interactie tussen de groepsleden onderling en interactie tussen groepsleden en maatschappelijk werkers. • Delen van ervaringen, uitwisselen informatie , en erkenning van problemen zijn de belangrijkste pijlers van het groepsmaatschappelijk werk. • Groepsmaatschappelijk werk is psychosociale hulpverlening in een groep. • Veranderingsprocessen worden bevorderd door doelbewust aansturen op groepsfenomenen.

  5. Waarom groepswerk • Effectief • Gebruik maken van de interactie tussen patiënten. • Lotgenoten ontmoeten elkaar.

  6. Wat zijn de effecten • Op andere wijze om kunnen gaan met problemen • Meer vertrouwen in eigen mogelijkheden • Gevoel van erkenning, groepscohesie, ervaren van acceptatie en verbondenheid • Herkennen van overeenkomstige ervaringen • Leren van elkaar door communicatie en feedback • De kracht van het uiten van emoties herkennen en inzetten • Leren door anderen te ondersteunen en te adviseren • Meer zelfinzicht door herkenbaar verwoorden door anderen

  7. Werkzame factoren van groepswerk • Betrokkenheid van groepsleden en groepswerker • Ruimte krijgen voor inbreng • Inzicht krijgen in de problematiek en de mogelijkheid tot gedragsverandering • Herkennen en erkennen van problemen • Het leren van elkaar d.m.v. feedback, ervaringen • Het experimenteren vanuit een veilige leeromgeving • Hoop • Humor • Voorbeeldgedrag van de groepswerker • Gemeenschappelijke bewustwording • Informatie + educatie

  8. Welke vormen van groepswerk zijn er? • Lotgenotenkontakt: erkenning, herkenning, ondersteuning. • Psycho-educatie: informatie en voorlichting over relevante thema’s. • Cognitief en vaardigheid georiënteerde groepen. • Gedragsmodificatie: deelnemers oefenen gedragsalternatieven met elkaar

  9. Waarom groepswerk in ons ziekenhuis Missie van de dienst maatschappelijk werk/PS Patiënten toerusten om de opname en behandeling, met zo min mogelijke aanslag op emotionele en economische reserves te doorstaan. In professionele contacten wordt uitgegaan van de waarden: • Integriteit en autonomie • Recht op informatie en steun

  10. Groepswerk binnen de dienst maatschappelijk werk/PS • Patiënten kliniek psychiatrie • Naasten van mensen met een depressie • Vrouwen met HIV • Sclerodermie patiënten • Nieuwe diagnose reumatoïde artritis • Fertiliteit patiënten en hun partner • Ouders van slechthorende kinderen • Mammaca patiënten tot 60 jaar • Herdenkingsavond overleden kinderen • Ouders van te vroeg geboren kinderen • Parkinson patiënten en hun partners

  11. Vervolg groepen • Huntington patiënten en hun partners. • Mannen met HIV.

  12. Toekomst • Mannen met Prostaatkanker en hun partners. • Mannen met een testistumor en hun partners. • Jonge vrouwen met kanker. • Dialysepatienten en hun partners(Training van het NIVEL)

  13. Werkwijze en methoden • Voorlichting • Groepsgesprek • Opdrachten • Informatie geven • Vaardigheden aanleren • RET-training • Lotgenotencontact • Uitwisselen van ervaringen • Inzichtgevend • Lichaam en gedragsgerichte coping strategieën • Creatieve therapie • Psycho educatie

  14. Patiënt Educatie Programma

  15. Psychosociale aspecten Het patiëntsysteem: • de patiënt • partner of primaire verzorger

  16. Psychosociale aspecten Verandering in rollenpatroon • Hulpverlener / kostwinner / huishouden • Karakterverandering patiënt • Gelijkwaardigheid (jij beslist) • Aandacht gefocust op patiënt

  17. Psychosociale aspecten Verhoogde afhankelijkheid • Verhoogde afhankelijkheid heeft vaak een verlaagd zelfbeeld (gevoel van eigenwaarde) tot gevolg met als gevolg: kwetsbaarder voor psychologische distress

  18. Psychosociale aspecten Verandering in toekomstverwachtingen: • Toekomstperspectief is veranderd • Onzekerheid • Angst • Partner: “Als ik maar gezond blijf”

  19. Psychosociale aspecten Communicatieproblemen patiëntsysteem directe omgeving onderling IN RELATIE MET professionele hulpverlening

  20. Psychosociale aspecten Communicatieproblemen directe omgeving: • Verschil in communicatievermogen • Reacties van onbegrip “Als ziekteprocessen lang gaan duren en niet wezenlijk veranderen, gaan mensen zich ten opzichte van de zieken en hun partners machteloos voelen en nutteloos en verliezen ze hun interesse in de situatie”

  21. Psychosociale aspecten • Omgeving vormt een ander beeld van patiënt en van de ernst van de ziekte, 24 uur versus een paar uur op zijn best • Ongewenste adviezen

  22. SOCIAAL ISOLEMENT Psychosociale aspecten Communicatie- problemen met de directe omgeving Communicatie- problemen onderling Communicatie- problemen met professionele hulpverlening

  23. Aandachtspunten voor hulpverleners Informatie behoefte tijdens verloop ZvP Info-behoefte Coping Info behoefteZiekte van Parkinson t Diagnose

  24. Theoretische achtergrond Kwaliteit van leven model Psychologisch Biologisch Sociaal International Classification of Functioning disabilities and Health (ICF) (WHO 2001)

  25. Doel PEPP Patiënt Educatie Programma Parkinson Patiënt Partner/ mantelzorger

  26. Doel PEPP “Een systematische en professionele benadering om patiënten en partners door overdracht van kennis en aanleren van vaardigheden te ondersteunen, complementair aan de medische behandeling, om zodoende hun kwaliteit van leven te verbeteren”

  27. Inhoud PEPP Groepen: • 5 – 7 deelnemers per groep • Patiënten en partners apart • 1 of 2 trainers per groep • Intake belangrijk: toetsen van verwachtingen • Groepssamenstelling • Cognitief functioneren • Stadium ziekte • Leeftijd • Sekse

  28. Inhoud PEPP

  29. Inhoud PEPP

  30. Inhoud PEPP Huiswerkbespreking Actieve informatie Oefening Huiswerk volgende keer Smaakmaker

  31. Inhoud PEPP

  32. Vragen?

  33. INTERVENTIES IN GROEPEN Interveniëren aan de hand van de niveaus !!

  34. Niveaus in groepen: • Inhoudsniveau: wat • Procedureniveau: hoe • Interactieniveau: wat tussen de groepsleden speelt • Bestaansniveau:individuele proces (de binnenwereld van de groepsleden) • Contextniveau: invloed van de buitenwereld

  35. Interventies inhoudsniveau: • Luisteren en samenvatten • Doorvragen • Thematiseren • Informatie geven • Groepsleden aanspreken op positieve kwaliteiten • Doel verhelderen • Groep op het resultaat gericht houden

  36. Interventies op procedureniveau • Agenda bieden • Regels voor participatie e.d. (omgangsregels aangeven) • Grenzen stellen • Verantwoordelijkheid nemen en houden • Inbrengen van werkvormen • Onzichtbare interventies

  37. Interventies op interactieniveau: • Rollen en posities in de groep ter sprake brengen • Zorgen voor evaluatiemomenten • Herkenning vragen • Zorg delen • Meta-communicatie • Kritiek bespreekbaar maken • Groepsklimaat benoemen

  38. Interventies bestaansniveau • Doorvragen naar individuele ervaring • Bevorderen van openheid • Zelfonthulling • Erkenning geven • Functionele stiltes de tijd geven • Een niet-veroordelende houding • Onderlinge feedback stimuleren • Confronteren

  39. Interventies contextniveau • Stigma’s benoemen • Maatschappelijke dimensie verhelderen • Vragen die leiden tot bewustwording • Verhelderen van socialisatie en levensgeschiedenis • Context in het vizier brengen • Verbinden met de buitenwereld • Transfer bevorderen

  40. Praktische tips voor het starten van een groep • inventariseren • welke doelgroep • overleg in ziekenhuis • welke methode • hoe te werven • overdag of avond • wel of geen intake • ruimte reserveren • materiaal in orde maken • met een discipline samen etc.

  41. Oefenen • De eigen leiderschapsstijl • Wat houdt je tegen een groep te beginnen • Welke problemen kun je met groepsleden tegenkomen. • ETC

  42. Welke behoeften hebben deelnemers van de begeleider? Welke behoeften hebben deelnemers van de begeleider? De ervaring die je zelf als deelnemer hebt opgedaan: een goede en een lastige ervaring. • doel groep (wat voor groep was dat en wat was het doel van die groep: bijv. volleybalteam: doel: goed niveau halen of gezellig sporten met elkaar) • groepscohesie, veiligheid/ vertrouwen • leiderschap • Welke behoeften hebben deelnemers van de begeleider?

  43. Rol van de begeleider in de groep • Wat dat zegt over de rol van begeleider? • Wat is je eigen begeleiderstijl? • Wat zie je jezelf doen en waar denk je, hoe moet dat?

  44. Inventarisatie

  45. Inventariseren van vragen. • De eerste bijeenkomst • Een ongemotiveerde groep • Een dominant groepslid. • Een groep die wil uitwisselen en zich niet aan het programma wil houden • ?

  46. Oefenen met interventies • Een groep van spelers die gedrag uitvergroten • Andere groep observeren met doel interventie te bedenken • Daarna wisseling en toepassen interventie • Wisseling van groep

  47. Interventies en leiderschap • Welke interventie werkt wel en welke niet • Hoe verhoudt dit zich tot je leiderschapsstijl

  48. Vragen en afronding • Wat zou je nog willen leren/uitproberen voordat je een groep begint. • Wat vond je van de workshop • Aanbevelingen.

  49. Bedankt voor Uw aandacht!!!

More Related