140 likes | 313 Views
Elasticiteiten. Kleding, hoofdstuk 2. Elasticiteiten. Geeft weer de relatie tussen de hoogte van de prijs of het inkomen enerzijds en vraag anderzijds Prijs en inkomen is oorzaak: onder de streep Vraag is gevolg: boven de streep. Prijselasticiteit van de vraag.
E N D
Elasticiteiten Kleding, hoofdstuk 2
Elasticiteiten • Geeft weer de relatie tussen de hoogte van de prijs of het inkomen enerzijds en vraag anderzijds • Prijs en inkomen is oorzaak: onder de streep • Vraag is gevolg: boven de streep
Prijselasticiteit van de vraag • Ev = % verandering vraag / % verandering prijs • Betekent hoe de vraag reageert op verandering van de prijs. • Prijselasticiteit sigaretten;???? • Prijselasticiteit benzine: ????
Prijselasticiteit • sigaretten = o,4 • Benzine = 0,2
Prijselasticiteit van de vraag • Ev > 1: vraag is elastisch: de procentuele vraagverandering is groter dan procentuele verandering van prijs (los van plus- of minteken) • Ev< 1: vraag is inelastisch: de procentuele vraagverandering is kleiner dan % verandering van de prijs • Ev = 1: vraag is iso elastisch: de procentuele vraagverandering is gelijk aan verandering van de prijs
Kruislingse prijselasticiteit • Ek =% verandering vraag van product x / % verandering prijs ander product • Bij substitutiegoederen (goederen die elkaar kunnen vervangen) is kruislingse elasticiteit positief. Als autorijden duurder wordt, stap ik in de trein. • Bij complementaire goederen (goederen die elkaar aanvullen), is Ek negatief • Opdracht: 2.14 t/m 2.17
Inkomenselasticiteit van de vraag • Ey : % verandering vraag/ % verandering inkomen • Hoe reageert de vraag op toe- of afname inkomen
Soorten goederen • Normale goederen • Primaire goederen: 1e levensbehoeften (huur, brood, kleding) • Luxe goederen (vakantiereizen) • Inferieure goederen: goederen met slecht imago
Bij primaire goederen is prijselasticiteit van de vraag < 1. De vraag is inelastisch. Je hebt deze producten nodig en de vraag reageert dus beperkt op de prijs. Goederen en elasticiteit
Goederen en elasticiteit • Normale goederen hebben een positieve inkomenselasticiteit: als je inkomen stijgt ga je meer consumeren • Bij primaire goederen is er een verzadigingspunt. Als je meer gaat verdienen, ga je op een gegeven moment niet meer kleding kopen • Bij luxe goederen is er een drempelinkomen. Vanaf dat inkomen, ga je pas luxe goederen kopen
Goederen en elasticiteit • Primaire goederen zijn inkomensinelastisch: Ey < 1 • Luxe goederen zijn inkomenselastisch:Ey > 1
Snob goederen • juwelen
Opdracht 2.8 • klassikaal