Interactieve content

1. Interactieve content De strategie van een webconcept

2. Vakdocent: • Marianne Meijers m.b.meijer-meijers@hva.nl

3. Belangrijk…. • 6 deelopdrachten. • Iedere week is een oplevering, dus een AVV (aan voorwaarden voldaan). • Het missen van een oplevering is een herkansing. • Het voor de tweede keer missen van een oplevering betekent een onvoldoende voor dit vak!

4. W E B C O N C E P T Lesweek 6. Visuele en tekstuele structuur van een pagina: Werk met: • kleine tekstblokjes (4 - 7 regels), bulletpoints, smalle tekstkolommen, veel wit, microcontent (bij artikelen, nieuwswaarde) op homepage. • passend beeld en een goede balans tussen tekst en beeld. • kernachtige (tussen)koppen en/of topische zinnen.Kop en lead (beantwoorden belangrijkste van: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe). Lesweek 1. Strategie: • Wat is het belangrijkste doel van de site. • Maak een analyse van je wat-doelgroep. • Bepaal de drie belangrijkste zenderdoelen en ontvangerdoelen. • Beschrijf wat het verwachtingspatroon van de ontvanger is als hij op de betreffende homepage komt. • Maak een analyse van een aantal (minimaal 2) websites die dezelfde dienst, hetzelfde product aanbieden. • Benoem (mogelijke) merkwaarden en van de organisatie/vereniging. • Benoem de gewenste dominante indruk (merkbelofte) die de zender wil overbrengen (in één pakkende zin) bij de doelgroep. Lesweek 3. Structuur website: • Kies, op basis van je contentvoorstel een passende structuur. • Ga uit van de mogelijke indelingsprincipe en probeer ook andere, onverwachte invalshoeken. • Maak vervolgens een ingevulde sitemap (welke onderwerpen, informatie past onder welk thema/onderdeel). Waar komen de triggers etc. Lesweek 5. Schrijfstijlen: • Bepaal de strategie (informeren, overtuigen, activeren). • Bepaal het appeal, de approach en propositie van de pagina. • Gebruik de checklist schrijfstijlen bij het daadwerkelijk schrijven van de tekst. Lesweek 4. Interactie • Omschrijf de unieke waarden van je bedrijf/vereniging en verbind daar een bepaald gedrag aan. • Bedenk op basis daarvan een aantal interactieve toepassingen op je website! • Werk de drie beste voorstellen uit in tekst en beeld. Lesweek 2. Content-concept • Inventariseer, op basis van je uitgewerkte strategie, welke thema’s en onderwerpen je allemaal aanbiedt op de site. • Maak een mindmap voor de content van jouw site. Wees creatief, neem andere invalshoeken, kijk naar usp’s, gebruik juist die ook als ‘triggers’).

5. Strategie: belangrijkste doel… Belangrijke hoofddoelen in zakelijke communicatie: • Informeren (voorlichting, journalistiek). • Overtuigen (gericht op verandering van gedrag). • Ethos • Logos • Pathos • Activeren (gericht op actie).

6. Informeren

7. Informeren

8. overtuigen, ethos

9. overtuigen, logos

10. overtuigen, logos

11. overtuigen, pathos

12. overtuigen, pathos

13. overtuigen, pathos

14. Activeren

15. Activeren

16. Hoe kom je daar? Strategie: Analyse wat-doelgroep Niet direct gaan segmenteren op sociaal-demografische kenmerken (leeftijd, geslacht, levensstijl, gezinssamenstelling etc.)!!

17. Ontvanger • Maar vooral focussen op het ‘wat’: • wat beweegt mensen; • wat zijn hun motieven; • Wat zijn hun emotionele behoeften (zekerheid, veiligheid, status). • wat zijn hun instrumentele behoeften (bijv. uitstel vragen belasting, inschrijven marathon, nieuwe kinderwagen).

18. Bepaal de 3 belangrijkste zender- en ontvangerdoelen! En koppel deze aan elkaar…

19. Voorbeeld… Academisch medisch centrum • Beschrijf de wat-doelgroep. • wat beweegt de bezoekers om deze site te bezoeken (wat zijn zijn/haar redenen?) • wat zijn zijn/haar motieven? • Wat zijn hun emotionele behoeften (zekerheid, veiligheid, status)? • wat zijn hun instrumentele behoeften (bijv. uitstel vragen belasting, inschrijven marathon, nieuwe kinderwagen?. • Bepaal de drie belangrijkste zenderdoelen en ontvangerdoelen.

21. Verwachtingspatroon… Met welke verwachting komt de doelgroep op de site? • Positief? • Negatief? • Wantrouwend? • Vol verwachting? • Onzeker? • Etc.

22. Concurrerende sites… • Hoe communiceren deze zenders met hun doelgroep (tone of voice)?. • Welke (interactie) mogelijkheden en ervaringen bieden zij op hun site? • Wat zijn hun sterke en zwakke punten? • Welke ideeën kun je gebruiken voor ‘jouw’ site?

26. Benoem (mogelijke) merkwaarden… • Wat maakt de organisatie, vereniging of instantie uniek en waardevol en met welke woorden kun je dat typeren?

27. Gewenste dominante indruk… Oftewel de merkbelofte • Wat is de primaire belofte van de organisatie aan de doelgroep • Welke overall indruk moet bij de doelgroep blijven hangen na een bezoek aan de site.

28. De opdracht thuis! Pak de homepage van de website die je hebt gekozen. • Bepaal het belangrijkste doel van dit onderdeel (informeren, overtuigen, activeren). • Maak een analyse van je doelgroep • wat beweegt ze, wat zijn hun motieven; • Wat zijn hun emotionele behoeften (zekerheid, bevestiging, status etc.) • wat zijn hun instrumentele behoeften (bestellen, info over, nieuwe tandenborstel etc.) • Benoem 6 belangrijke zender- en ontvangsdoelen. • Geef ze een score van 1 t/m 6 (1 belangrijkste, 6 minst belangrijkste). • Bepaal bij de nummers 1 t/m 3 of het gaat om informeren, overtuigen of activeren. • Koppel de 3 belangrijkste zender- en ontvangersdoelen aan elkaar. • Beschrijf het verwachtingpatroon van de ontvanger als hij naar de site gaat (positief, negatief, wantrouwend etc.)? • Maak een analyse van een aantal (minimaal 2) websites die dezelfde dienst, hetzelfde product aanbieden. • Hoe communiceren deze zenders met hun doelgroep (tone of voice)?. • Welke (interactie) mogelijkheden en ervaringen bieden zij op hun site? • Wat zijn hun sterke en zwakke punten? • Welke ideeën kun je gebruiken voor ‘jouw’ site? • Benoem of bepaal wat de unieke (merk)waarden zijn van de organisatie/vereniging. 8. Benoem de gewenste dominante indruk van de site (in één pakkende zin).

29. Opdracht geprint inleveren: • Opdracht volgende week a/h begin van de les inleveren • Niet inleveren betekent gemiste AVV!

30. W E B C O N C E P T Lesweek 6. Visuele en tekstuele structuur van een pagina: Werk met: • kleine tekstblokjes (4 - 7 regels), bulletpoints, smalle tekstkolommen, veel wit, microcontent (bij artikelen, nieuwswaarde) op homepage. • passend beeld en een goede balans tussen tekst en beeld. • kernachtige (tussen)koppen en/of topische zinnen.Kop en lead (beantwoorden belangrijkste van: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe). Lesweek 1. Strategie: • Wat is het belangrijkste doel van de site. • Maak een analyse van je wat-doelgroep. • Bepaal de drie belangrijkste zenderdoelen en ontvangerdoelen. • Beschrijf wat het verwachtingspatroon van de ontvanger is als hij op de betreffende homepage komt. • Maak een analyse van een aantal (minimaal 2) websites die dezelfde dienst, hetzelfde product aanbieden. • Benoem (mogelijke) merkwaarden van de organisatie/vereniging. • Benoem de gewenste dominante indruk die de zender wil overbrengen (in één pakkende zin) bij de doelgroep. Lesweek 3. Structuur website: • Kies, op basis van je contentvoorstel een passende structuur. • Ga uit van de mogelijke indelingsprincipe en probeer ook andere, onverwachte invalshoeken. • Maak vervolgens een ingevulde sitemap (welke onderwerpen, informatie past onder welk thema/onderdeel). Waar komen de triggers etc. Lesweek 5. Schrijfstijlen: • Bepaal de strategie (informeren, overtuigen, activeren). • Bepaal het appeal, de approach en propositie van de pagina. • Gebruik de checklist schrijfstijlen bij het daadwerkelijk schrijven van de tekst. Lesweek 4. Interactie • Omschrijf de unieke waarden van je bedrijf/vereniging en verbind daar een bepaald gedrag aan. • Bedenk op basis daarvan een aantal interactieve toepassingen op je website! • Werk de drie beste voorstellen uit in tekst en beeld. Lesweek 2. Content-concept • Inventariseer, op basis van je uitgewerkte strategie, welke thema’s en onderwerpen je allemaal aanbiedt op de site. • Maak een mindmap voor de content van jouw site. Wees creatief, neem andere invalshoeken, kijk naar usp’s, gebruik juist die ook als ‘triggers’).