1 / 21

Perceptie van gereduceerde woorden: Een uitdaging voor de tweetalige luisteraar?

Perceptie van gereduceerde woorden: Een uitdaging voor de tweetalige luisteraar?. Annelie Tuinman, Holger Mitterer & Anne Cutler Max Planck Instituut voor Psycholingu ï stiek, Nijmegen. Luisteren naar een tweede taal. Opvallend moeilijk door:

totie
Download Presentation

Perceptie van gereduceerde woorden: Een uitdaging voor de tweetalige luisteraar?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Perceptie van gereduceerde woorden: Een uitdaging voor de tweetalige luisteraar? Annelie Tuinman, Holger Mitterer & Anne Cutler Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek, Nijmegen

  2. Luisteren naar een tweede taal • Opvallend moeilijk door: • onbekende fonemen, b.v. Engelse /r-l/ contrast voor Japanse luisteraars • Niet eerder onderzocht… • invloed van variabiliteit in continue spraak op luisteren naar T2, b.v. assimilatie, epenthese en consonantreductie, zoals het wegvallen van /t/ in ‘Postbank’

  3. Maar wat als… • … een reductieproces in de T2 ook voorkomt in de moedertaal (T1)? • Dan is het (mogelijk) niet problematisch voor T2 luisteraars • Gekeken naar de waarneming door Duits-Nederlandse tweetaligen van /t/-reductie op het woordeinde (een reductiefenomeen dat ook in het Duits voorkomt)

  4. De test case: /t/-reductie • Eerder onderzoek laat zien dat Nederlandse luisteraars verschillende factoren gebruiken om te compenseren voor /t/-reductie • subfonemische cues • segmentale context (/n/ vs. /s/) • en higher-level constraints, zoals lexicale identiteit Mitterer & Ernestus, in press, JPhon

  5. De test case: /t/-reductie (2) • Onderzoeksvragen: • Compenseren T2 luisteraars ook voor /t/-reductie? • Gebruiken T2 luisteraars dezelfde cues & constraints bij het interpreteren van continue spraak als moedertaal luisteraars? • Of vertrouwen ze sterker op syntactische en lexicale constraints?

  6. Twee perceptie-experimenten • In 2 experimenten gaven Duits-Nederlandse tweetaligen & moedertaalsprekers aan of targetwoorden eindigden op /t/ • Vijf realisaties van /t/ (van compleet geproduceerd tot volledig weggevallen) • 2 contexten • na /n/, /t/-reductie ongebruikelijk • na /s/, /t/-reductie komt vaak voor • Higher-level constraints • Experiment 1: syntactische constraints voor de aanwezigheid of afwezigheid van /t/ • Experiment 2: lexicaliteits constraints voor de aanwezigheid of afwezigheid van /t/

  7. Experiment 1: syntactische constraints • Targetwoorden waren werkwoorden (b.v. ren, bloos) • Stam eindigde op /n/ of /s/ • /t/ is morfemisch: • ren = 1ste persoon enkv. tegenwoordige tijd ‘ik ren’ • rent = 3de persoon enkv. tt ‘zij rent’ • Grammatica van de zin (beginnend met ik of zij) voorspelde of het targetwoord al dan niet moest eindigen op een /t/ • Taak: eindigt de werkwoordsvorm op een /t/?

  8. s & ‘zij’ s & ‘ik’ n & ‘zij’ n & ‘ik’ Duits Nederlands

  9. Experiment 2: lexicaliteits constraints • Targetwoorden waren:

  10. s & lexicale /t/ s & geen lexicale /t/ n & lexicale /t/ n & geen lexicale /t/ Nederlands Duits

  11. Perceptie experimenten: conclusie • T2 luisteraars gebruiken segmentale context en subfonemische cues op een soortgelijke manier als T1 luisteraars • Bekendheid met een reductie-proces door de aanwezigheid in T1 maakt het minder problematisch dan het anders had kunnen zijn bij het luisteren naar een T2 • T2 luisteraars gaven echter vaker aan een /t/ te horen op het einde van werkwoorden dan voor de lexicale vormen (waar /t/ deel van het woord is en geen los morfeem)

  12. Nieuwe vraag te beantwoorden… • Waarom gaven T2 luisteraars meer /t/-antwoorden (dan de T1 luisteraars), maar alleen bij de werkwoorden? • Hebben het Nederlands en Duits mogelijk verschillende /t/-reductiepatronen voor werkwoorden en lexicale vormen?

  13. Twee productie experimenten • Moedertaalsprekers van Nederlands en Duits spraken zinnen uit in hun moedertaal • Experiment 3: /t/-reductie in werkwoorden • Experiment 4: /t/-reductie in lexicale vormen • In beide experimenten werd /t/ voorafgegaan door /n/ of /s/ • Nederlandse en Duitse zinnen werden zo gelijk mogelijk gehouden, met name wat betreft de klanken van het targetwoord

  14. Experiment 3: werkwoorden • Zinsgeneratietaak • Stam van cruciale werkwoord eindigde op /n/ of /s/ • Stimulus: • Respons: “Maarten woont bij de bushalte” • (‘Martin wohnt bei der Bushaltestelle’)

  15. Experiment 4: proper names • Blending taak • Stimulus: • Respons: “Bij de groenteboer in Klestveen koop ik appels” • (Beim Gemüsehändler in Klestfehn kaufe ich Äpfel’)

  16. Experiment 3 en 4: Resultaten • Analyse van 640 responses (4 sprekers van elke taal x 80 items)

  17. Discussie • Nederlandse sprekers reduceerden de morfemische /t/ aan einde van werkwoorden vaker dan Duitse sprekers (47% vs. 33%) • Duitse sprekers reduceerden lexicale /t/ vaker in eigennamen dan Nederlandse sprekers (29% vs. 10%)

  18. Conclusie • Duits-Nederlandse tweetaligen lijken te hebben geleerd dat morphemische /t/ vaker wordt gereduceerd in Nederlands dan in Duits • Als gevolg overcompenseren Duitsers voor /t/-reductie in Nederlandse werkwoorden tijdens perceptie • Voor lexicale vormen, reduceerden Nederlanders /t/ niet vaker dan Duitsers, dus is het voor Duits-Nederlandse tweetaligen niet nodig om perceptie aan te passen

  19. /t/ niet gereduceerd /t/ niet gereduceerd /t/ gereduceerd /t/ gereduceerd

  20. Vijf targetcodas

More Related