250 likes | 654 Views
Afrikaans. Door: Alex Poessé - Milou Pet Richard Bethlehem Jori van Schijndel Dennis Broeders Jorik Kuhlman. Onderwerpen. Lexicon Fonologie Morfologie Morfologie/Syntax Syntax Syntaxis/Semantiek Discourse. Fonologie. Fonemen
E N D
Afrikaans Door: Alex Poessé -Milou Pet Richard Bethlehem Jori van Schijndel Dennis Broeders Jorik Kuhlman
Onderwerpen • Lexicon • Fonologie • Morfologie • Morfologie/Syntax • Syntax • Syntaxis/Semantiek • Discourse
Fonologie • Fonemen • Geen klanken die voor ons onuitspreekbaar zijn, komen ze niet voor in het vocabulaire dan wel in leenwoorden • Assimilatie • Voornamelijk assimilatie bij nasale klanken en in samentrekkingen van woorden • Syllabestructuur • CCC en VVV komen weinig voor, CCCC en VVVV zijn we niet tegengekomen
Assimilatie • /d/ assimileert met nasale klanken in [nde] • Bv. hande [ɦanə] • Bv. honde [ɦɔnə] • De assimilatie gaat dus terug, de /d/ assimileert aan de nasale klank ervoor • REGEL: [d] [+nasaal]/[+nasaal]__/e/ Syllaben • In ons lexicon allemaal vrij regelmatige syllaben • CVC, VCV, CVVC etc. • BV. “sol-da-te” CVC-CV-CV • Langere komen wel voor maar zeer beperkt • BV. “strand” CCCVCC
Morfologie • Identificeer de betekenis van elke morfeem bij de gelede woorden. • (gelede = polymorfematisch= bestaande uit meer woorden) • morfologische regels voor de combinatie van morfemen tot woorden. • Gebruik van hulpwerkwoorden.
Morfologische regels • PRETERITE MORFEEM
Morfologische regels • UNSTRESSED PREFIX
Morfologische regels • Pluralisation of nouns • Plurals are normally made bytaking –s of –e. • Alsopossible: • -de • -te • -ens • -ers • -ere • Both –e and –s • Irregular • ….. • ADJECTIEVE MORFEEM • Whenusedattributively, most adjectivestake -e
Hulpwerkwoorden • Afrikaans een analytische taal. • Vervoegingen • Infinitive + present tense + imperative gelijk • Past tense wijkt af: hulpwerkwoord + ge-* • Meestal geen verschil bij singularis/pluralis • Meestal geen verschil persoon (1e, 2e ,3e persoon) • Voorkomen van dubbele ontkenning (versterking) • Verbuigingen. • Bijna alleen maar verschil singularis/pluralis • Geen verschil geslacht bij lidwoorden • Geen gebruik van naamvallen
Woordveranderingen • Woordvolgorde • Hulpwerkwoorden • Geen congruentie
Syntaxis • Afrikaans is een SVO (subject-verb-object) taal • Nederlands • Engels • Voorbeeld: • “I eat fruit” Subject-verb-object • “Ik eet fruit” • “Ek eet kos”
S --> NP, VP NP --> Art, NP Art --> [Die] NP --> Noun Noun --> [koning] • VP --> NP, VP NP --> Art, NP Art --> ['n] NP --> Det, NP Det --> [paar] NP --> Noun Noun --> [boeke] VP --> V V --> [het, gevind]
Bijzinnen met daarin het zogenaamde aaneenrijgen van werkwoorden is toegestaan • de chauffeur kan hebben willen laten blijven staan wachten • die bestuurder kon wou laat bly staan en wag het • Voornaamste verschillen met het Nederlands • In het Nederlands is het hulpwerkwoord hebben noodzakelijk Bijzinnen • In het Afrikaans is het woordje en nodig om grammaticaal correct te blijven • Duidelijkere verschillen komen naar voren bij taalhandelingen (bijv. vragen) • Vraag: Hoe lyk sy? • Ek wonder hoe lyk sy i.p.v. Ek wonder hoe sy lyk • Vraag: Kom sy môre? • Ek wonder of kom sy môre i.p.v. Ek wonder of sy môre kom. • In het Nederlands: volgorde werkwoordsgroep past zich aan de hoofdzin aan • In het Afrikaans: volgorde bijzin past zich aan de hoofdzin aan • Werkwoordsplaatsing: alleen een klein verschil met betrekking tot hulpwerkwoorden • Werkwoorden mogen daarom niet aan de rechterkant van een hulpwerkwoord staan • Verder is in beide talen de voorkeur voor een bepaalde werkwoordspositie identiek
Negatie • Enige West-Germaanse taal met een verplichte dubbele negatie • Mogelijk ontstaan: • Frans -> ne gevolgd door een negatie • Middelnederlands -> Daerne quam oec niegeen man • Andere Afrikaanse talen -> ‘dubbele hik’ • Zowel ‘hik hik’ als ‘hik hik, ek weet nie’ waren geldige ontkenningen • Werd al gauw vervangen door nee of nee, ek weet nie • Nee was meestal niet voldoende, vandaar dat alleen de 2e optie overbleef • Structuur in het Afrikaans: • Eerste element (nie, geen, niemand, etc.) komt direct na de persoonsvorm • Tweede element (altijd nie) komt aan het einde van de zin • Een negatie is alleen correct indien deze twee elementen erin voorkomen • In tegenstelling tot de logica heffen deze dubbele negaties elkaar dus niet op • Sy hou nooit op met werk nie=> Zij houdt niet op met werken niet
Argumentstructuur • Afrikaans lijkt qua argumentstructuur erg op het Nederlands • Enkele voorbeelden: • Die kasteel is op n heuwel naby ‘n meer. • Is(kasteel) • Die vriendelike man het n boek aan sy dogter gegee. • Gee(man, boek, dogter) • Prospero het belowe om haar al die boeke te gee. • Belowe(Prospero, boeke te gee) • Verdere regels voor wat betreft plaatsing en mogelijke/onmogelijke combinaties zijn vrijwel identiek aan het Nederlands
Anaforen in het Afrikaans • Pronomina zijn anaforisch. • Verwijzing van deze anaforen naar een eerder genoemd antecedent. • Deze antecedent is een vaak een NP. • Voorbeeldzin; • “Falstaff heeft iets gedronken omdat, hij dorst had.” wordt in het Afrikaans “Falstaff het gedrink omdat hy dors was .”. • Hierbij verwijst ‘hy’ naar Falstaff.
Bepaald Lidwoord in het Afrikaans; ‘die’ • Geen grammaticaal geslacht onderscheidt. • Verwijzen naar entiteiten die door de hoorder identificeerbaar zijn. • Gebruik ‘die’ o.a bij; • Abstract werkwoord. • Academische disciplines. • Zuid Afrikaanse Luchtvaartmaatschappij. • Seizoenen. • Sterrenbeeld. • ‘All’, ‘most of’, ‘half of’ en ‘both’. • Benoemen van titels van personen. • Plaatsnaam, land of regio. • Bezittelijk voornaamwoord. • Weglaten ‘die’ o.a bij; • Adverb voorafgaande benoeming van plaats. • Standaard zinvolgorde; • Pronoun. • Wyle. • ‘Genoemde’ . • Mening auteur. • Bespelen of beoefenen. • ‘Het feit dat..’. • Bijzinnen.
Onbepaald Lidwoord in het Afrikaans; ‘n. • Geen grammaticaal geslacht onderscheidt. • Introduceren van entiteiten in de discourse-context die nieuw zijn voor de hoorder. • Gebruik ’n o.a bij; • Noun in enkelvoud. • Overeenkomstig met Nederlands. • Weglaten ’n o.a bij; • ‘Zonder’. • Noun direct in contact met verwijzing. • Standaard zinvolgorde; • Prononoun. • Noun & Verb. • Honderd & duizend. • Per stuk.