340 likes | 548 Views
Informatietechnologie en organisatie. organisatiemodellen, veranderingsstrategieen en de gevolgen voor vaardigheden en voor de kwalitatieve structuur van de arbeidsmarkt. Literatuur:. Boonstra & Jongeneelen: Vernieuwing van technologie en organisatie
E N D
Informatietechnologie en organisatie organisatiemodellen, veranderingsstrategieen en de gevolgen voor vaardigheden en voor de kwalitatieve structuur van de arbeidsmarkt
Literatuur: • Boonstra & Jongeneelen: Vernieuwing van technologie en organisatie • Van den Besselaar Technologie en veranderende kwalificatievereisten
Thema’s: • Organisaties in een veranderende omgeving • netwerkeconomie, globalisering, liberalisering, privatisering • nieuwe consumptiepatronen: turbulente markten, segmentatie, kwaliteitseisen • ICT en efficiëntie • Produktiviteitsparadox • Radicale organisatieaanpassingen • Gevolgen: kwaliteit v/d arbeid, vaardigheden
Industrieel versus informationeel • Taylorisme en fordisme • de problemen • oplossingen • herontwerp strategieën • 1. Business Proces Redesign; 2. Lean production; 3. Socio-technisch herontwerp
Taylorisme / fordisme • Massaproduktie en massaconsumptie • Scheiding van planning en uitvoering • Arbeidsverdeling • Problemen • te weinig flexibiliteit (bureaucratie!) • te weinig produktdifferentiatie (flexibele autom.) • van massaproduktie naar mass-customization • te langzame produktvernieuwing • te weinig kwaliteit
Organisaties in de Informatiesamenleving • de virtuele organisatie • uitbesteden van deel van activiteiten • netwerk organisatie
kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid • Wat zijn de veranderingen in de kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid? • In welke mate worden deze veranderingen veroorzaakt door technologische ontwikkelingen? • Welke andere factoren spelen nog meer een rol (als condities; als oorzaken)? • Implicaties voor de toekomst van de arbeid.
De kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid: • werkgelegenheid naar beroepsgroepen • beroep als kenmerk personen • beroep als kenmerk feitelijk werk • functies en functieniveaus
Issues • theoretisch • wat is een functie? • wat is relevant voor het functieniveau? • methodisch • Hoe te meten? • Zijn er data? • Multi level
Dimensies van van functies 1 • Arbeidsinhoud • breedte en complexiteit van de taken, • leermogelijkheden • Arbeidsomstandigheden • veiligheid, gezondheid, mate van werkdruk, sociaal contact
Dimensies van functies 2 • Arbeidsvoorwaarden • loon, arbeidstijden, arbeidszekerheid, loopbaanperspectieven, secundaire arbeidsvoorwaarden • Arbeidsverhoudingen, • de mate van autonomie medezeggenschap over beloningen werktijdenregelingen; • medezeggenschap over ondernemingsbeleid • vormen van onderhandelen • regelingen over vakbondsparticipatie
Functieniveau: • Vereiste vaardigheden & autonomie • Operationaliseren in termen van • aantal jaar formele opleiding • on the job-leertijd, • belang van ervaring mate van autonomie in de uitoefening van taken
Functieniveau en kwaliteit van de arbeid • Kwaliteit van de arbeid is breder, en heeft een waarderingsaspect • Functieniveau heeft wel gevolgen voor de andere dimensies • (bv. voor loopbaan, arbeidszekerheid, loon)
Problemen met de definitie van 'functieniveau’ • Multidimensionaliteit • Objectief versus subjectief • Ideologische lading • onzichtbare (tacit) kwalificaties
Multidimensionaliteit: • breedte diepte complexiteit zelfstandig oordeel • hoe ‘op tellen’? schaalconstructie
Functieniveau: kenmerk van functie, of van functiebezetter? • Human capital theorie
Ideologische lading • in bepaling van benodigde vaardigheden of van autonomie • machinegerelateerde functies versus andere functies • de kinderverzorgster versus de parkeerplaatsbeheerder • vaardigheden/ervaring als toegangsregulering: • gilden; notariaat
tacit skills • alle vaardigheden zijn complex • historische dimensie van vaardigheden • geschoolder worden van de bevolking
Operationaliseren en metenmeten van complexiteit, breedte, autonomie • additieve schaal: leertijd als goede operationalisatie? • type opleiding als operationalisatie? • beschikbaarheid van statistieken • beroepenclassificaties worden laat of niet aangepast • beroepen zijn verticaal en horizontaal heterogeen
operationaliseren en meten 2 • case-studies • criteria voor niveau • vergelijkingen • methodologische problemen: multi level probleem • micro zie je de link preciezer, maar is veralgemenisering onmogelijk • macro zie je de resulterende trends, maar de achterliggende oorzaken zijn verder weg
Degradatie, regradatie, polarisatie • Individuele functies • degradatie, regradatie, verval, creatie van functies • Functiestructuur van bedrijf • degradatie, regradatie, polarisatie van functiestructuur • Kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid • degradatie, regradatie, polarisatie van werkgelegenheidsstructuur • Tegenstrijdige tendensen op de verschillende niveaus!!
Rol technologie bij veranderingen van de kwaliteit van de arbeid: • produktinnovatie -> marktveranderingen -> veranderingen in de sectorstructuur -> veranderingen in de beroepsstructuur • procesinnovatie -> andere vereiste vaardigheden (oude taken verdwijnen, nieuwe ontstaan) • ICT leidt tot globalisering (concurrentie op een turbulente wereldmarkt) tot nieuwe produktieconcepten (BPR, lean produktie, virtual organization), en leidt tot de informatiesamenleving.
Technologische ontwikkelingen en procesinnovatie • mechanisering van de transformatie • mechanisering van de verplaatsing • mechanisering van de besturing/controle • als dimensies en als historische ontwikkeling • mechanisering als een driedimensionale ruimte
Mechanisering en taakontwerp • Mate waarin de drie dimensies zijn gemechaniseerd • specificeert welke taken overblijven, • die vervolgens op verschillende manieren tot nieuwe functies kunnen worden samengevoegd. • Dit levert verschillende analytisch te onderscheiden produktieconcepten op.
De drie meest besproken produktieconcepten zijn: • Taylorisme / Fordisme • Neo Fordisme (Lean production; BPR) • Post Fordisme (Humanisering) • Welke dynamiek ligt nu onder de mechanisering en de diffusie van de verschillende produktieconcepten? • keuzevrijheid? (humanisering kan!) • of noodzaak? (humanisering moet!).
Keuzevrijheid • Strategieën, keuzen, meerdimensionaal optimaliseren (De Sitter) • Technologisch determinisme wordt verfoeid. • Maar, wetenschap = vragen naar de determinerende aard van factoren. • Verschil tussen de ontwikkelingslogische mogelijkheden en de bepaalde historisch aan te treffen ontwikkelingsdynamiek.
Technologie determineert • fasen in economische ontwikkeling (Clark, Fourastie, Bell) • fasen in de technologie = fasen in de ontwikkeling van produktieprocessen en vereistevaardigheden (Touraine)
Omgeving determineert: • markt -> technologie -> vereiste vaardigheden • seriegrootte bepaalt optimale produktietechniek (Woodward) • mate van turbulentie van markt (Kern&Schumann; Poire&Sable) • cultuur bepaalt produktieorganisatie & techniek & KvdA (Gallie) • Maatschappelijke orde determineert kapitalisme • Management wil controle ->arbeidsverdeling en technologie (Braverman)
Segmentering van de arbeidsmarkt • twee typen arbeidsmarkten
Onderzoeksresultaten • Individuele functies • vergelijken van individuele functiebeschrijvingen • bv. in functieklassificatiesystemen (Huijgen; Cappelli). • Oude case-studies laten vaker degradatie zien, • recente vaker regradatie • studies op individueel niveau zeggen echter weinig over trends, vanwege het 'compositie’-effect
Functiestructuur van bedrijven • meestal geen effect (Batenburg) • indien wel: vaker regradatie (recente periode) • maar hoe zit het crisis-effect hierin • (disproportioneel verval van lagere functies)? • sterkste samenhang: tussen gebruiksduur van innovatie en degradatie.
Werkgelegenheidsstructuur • Nederland (Huijgen) • geaggregeerd: regradatie; • gedesaggregeerd: degradatie voor blauwe boorden; • degradatie en dan regradatie voor witte boorden • Dit lijkt veranderingen op bedrijfsniveau te representeren • USA: (E.O. Wright) zelfde resultaten
Werk en opleiding • Vraag naar arbeid • Aanbod van arbeid • Discrepanties: • veranderingen in opleidingsniveau • versus functieniveau veranderingen
Lange termijn: golven in kwalita-tieve structuur werkgelegenheid? • crisis = transitiefase: netto regradatie • veel verval (met name aan onderkant en bij vroeggeautomatiseerde functies), • enige creatie (vooral aan bovenkant) • in het algemeen regradatie van functies (turbulente markten; commerciële functies) • bloeifase/rijpheidsfase: netto degradatie • verval ook aan de bovenkant; • degradatie van hogere functies, vanwege verder ontwikkelde technologie en leerprocessen.