1 / 25

Retorica en Argumentatieleer

Retorica en Argumentatieleer. Retorica. << ῥητορική τεχνή ῥήτορ - redenaar; leraar in de retorica o rator – idem; Ned. oreren Leer van de welsprekendheid, kunst/kunde van het overhalen/overreden met woorden Persuadere >> persuasief/persuasieve tekst. Retorica in de oudheid.

abel-dunlap
Download Presentation

Retorica en Argumentatieleer

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Retorica en Argumentatieleer

  2. Retorica • << ῥητορική τεχνή • ῥήτορ - redenaar; leraar in de retorica • orator – idem; Ned. oreren • Leer van de welsprekendheid, kunst/kunde van het overhalen/overreden met woorden • Persuadere >> persuasief/persuasieve tekst

  3. Retorica in de oudheid • Behoefte om te persuadereis (waarschijnlijk) menselijk • Homerus, Odyssee, boek VI,148 vv: Zonder langer te dralen sprak hij (=Odysseus) tot haar (=Nausikaä) het vleiende en welberekenende woord: Ik smeek u om hulp, prinses! Maar ben je nu een godin of een sterveling? Als je een van de goden bent die de wijde Olympus bewonen, dan doen je schoonheid en je rijzige gestalte me allereerst denken aan Artemis, de dochter van de grote Zeus.

  4. Retorica in de oudheid Odyssee VI, vervolg: Maar als je een van de stervelingen bent, die op aarde wonen, dan zijn wel overgelukkig je vader en je moeder, overgelukkig ook je broers. (…)En het allergelukkigst moet zich voelen de man die met geschenken beladen je komt halen als zijn bruid en je meevoert naar zijn huis. Nog nooit zagen mijn ogen zulk een wezen op aarde, geen man en geen vrouw. (…)

  5. Retorica in de oudheid • Odysee VI, vervolg Met verbazing en bewondering kijk ik naar je en door schroom bevangen durf ik je knieën niet aan te raken, hoe groot mijn verdriet ook is. Gisteren eindelijk, na twintig dagen, ontkwam ik aan de donkere zee. Al die tijd sleurden de golven en de snelle winden me voort, totdat een god me op deze kust wierp. Heb medelijden, prinses. Wijs me de stad enz.

  6. Retorica in oudheid • Toepassing? • In rechtspraak, politiek, en bij bijzondere gelegenheden (feest, begrafenis, veldslag) • N.b. aard rechtspraak en politiek in oudheid? • Jury, volksvergadering, senaat >> min of meer leken

  7. Retorica in de oudheid • Protagoras (5e eeuw v. Chr) – Homo mensura – stelling: • De mens is de maat van alle dingen, van wat bestaat dat het bestaat, van wat niet bestaat, dat het niet bestaat • subjectivisme (vs ??) of relativisme (vs ??)

  8. Retorica nu • Aard van rechtspraak en politiek nu? • Maar er is nog steeds een publieke opinie • En er is nog steeds de menselijke behoefte om te persuadere! • Bestudeer Studeo, pag. 78-81, en maak oefening 3

  9. Retorica - theorie • E • L • P • E • N • P • A • P

  10. Retorica - retoren

  11. Retorica – retoren

  12. Retorica - retoren

  13. Retorica - retoren

  14. Retorica - oefeningen • Studeo, pag. 81, oefening 3 • Welke overredingsmiddelen worden in de volgende fragmenten gebruikt (ELP) en in welk deel van een redevoering voor het gerecht zouden ze kunnen voorkomen?

  15. “Mijn cliënt zou de moord hebben kunnen plegen, want hij bevond zich in dezelfde ruimte als het slachtoffer. Maar hij had geen enkele reden hem te vermoorden. Integendeel.”

  16. “Ik heb lang getwijfeld of ik de verdediging van de verdachte op me zou moeten nemen. Want hij heeft alle schijn tegen. Maar hij heeft me overtuigd van zijn onschuld. En omdat jullie, leden van de jury, verstandige mensen zijn, weet ik zeker dat jullie tot dezelfde overtuiging zullen komen”.

  17. Argumentatieleer • Argument=bewijs=reden • Argumentatie=bewijsvoering=redenering; leidt tot een conclusie of gevolgtrekking

  18. Syllogisme • Syllogisme (logos=o.a. reden; syl < syn = samen) of sluitrede, argumentatie/bewijsvoering/redenering van een bepaalde soort:maior premisse – minor premisse – conclusie • Premisse = veronderstelling; maior = groter, (meer) algemeen; minor = kleiner, (meer) bijzonder

  19. Syllogisme • De conclusie van een syllogisme is geldig als de maior en de minor premisse juist zijn • Als alle mensen sterfelijk zijn • En als Sokrates een mens is, • Is Sokrates sterfelijk

  20. Syllogisme - onvolledig • Veel argumentaties zijn onvolledige syllogismen: meestal wordt de maior premisse verzwegen, soms de minor • Hij liep de snelste tijd en heeft dus de Vier Mijl gewonnen • Verzwijging: a. omdat de premisse bekend is, b. omdat de premisse niet juist is • Geen asylzoekers meer. Nederland is vol!

  21. Argumenten • Autoriteitsargument • A fortiori/des te sterker - argument • Ad hominem/op de man - argument • Analogie/ voorbeeld/ vergelijking als argumentLees Studeo, pag. 81-85; maak oefening 4

  22. Zelf aan het werk (1) • Geef een voorbeeld van een - autoriteitsargument- ad hominem – argument- a fortiori – argument • Geef een voorbeeld van een syllogisme met een verzwegen premisse • Geef een voorbeeld van een syllogisme met een onjuiste maior premisse

  23. Zelf aan het werk (2) • Kies een gebruiksvoorwerp waar je enthousiast over bent en waar je veel van afweet. • Bedenk een script voor een reclamespot die aanzet tot de aankoop van het gebruiksvoorwerp; gebruik daarbij (delen van) ELPENPAP; benoem je argumenten; toets je redeneringen; en denk vooral aan je publiek/doelgroep

  24. Zelf aan het werk (3) • Bedenk het script voor een reclamespot tegen vreemdelingenhaat/inperking van vrijheid van meningsuiting/(zinloos) geweld, of voor eerlijke verdeling van lusten en lasten in Nederland/ gelijke rechten voor alle vrouwen in de wereld/ consuminderen Gebruik daarbij (delen van) ELPENPAP; benoem je argumenten; toets je redeneringen; en denk vooral aan je publiek/doelgroep

  25. Hoe nu verder?! • Afronding KCV en Retorica en Argumentatieleer- SO 15 – 10 (1e uur)* Uitwerking van een opmerkelijke culturele waarneming (vergelijking eigen-anders; functie tegen de achtergrond van Pyramide van Maslow)* Uitwerking van een opmerkelijke retorische of logische waarneming (op basis van Studeo 78-85)* Presentatie (1e en 2e uur) • Stof:* PP’s KCV en Retorica en Argumentatieleer (Leerling-schijf)* Studeo 78-85

More Related