430 likes | 808 Views
Documentaire kredieten . Doel: betaling tegen levering organiseren bij internationale verkoop Techniek (eenvoudig geval) Een bank handelend in opdracht van een opdrachtgever (principal, applicant, normaal de koper)
E N D
Documentaire kredieten • Doel: betaling tegen levering organiseren bij internationale verkoop • Techniek (eenvoudig geval) • Een bank • handelend in opdracht van een opdrachtgever (principal, applicant, normaal de koper) • gaat een verbintenis aan tot betaling aan een begunstigde (normaal de verkoper) • In ruil voor afgifte door de begunstigde van de overeengekomen documenten (w.o. een document dat de goederen vertegenwoordigt*) * Cfr. definitie « waardepapier » - belichaamt een schuldvordering of ev. het eigendomsrecht op de goederen (das Recht am Papier folgt das Recht aus dem Papier)
Documentaire kredieten • Volgorde handelingen: • Onderliggende overeenkomst (normaal verkoop) bepaalt de betalingsvoorwaarden, m.b. welke l/c de koper moet verkrijgen (als betalingsinstrument) ten gunste van de verkoper vooraleer de verkoper de goederen verzendt • Koper (applicant) contracteert met bank om zo’n krediet te geven, meer bepaald om om zo’n l/c uit te geven (ten gunste van de verkoper) • Issuing bank geeft l/c uit; dit wordt ter kennis gebracht van de verkoper/begunstigde (beneficiary) • Verkoper verzendt goederen • Verkoper presenteert documenten aan uitgevende bank (presentation) • Bank onderzoekt documenten (examination, 5 dagen) en betaalt of weigert • Bank vordert terug van opdrachtgever/koper (recourse), overhandigt documenten aan opdrachtgever tegen betaling
Documentaire kredieten • Toepasselijke rechtsregels • Conflictregel: elk van de 3 verhoudingen apart bekijken. Telkens lex contractus; rechtskeuze zoniet kenmerkende prestatie (NB. Voor zakelijke rechten op de goederen: lex rei sitae) • In de verhouding uitgevende bank / begunstigde: • gecodificeerde « uniform customs & practices » (standaardvoorwaarden): UCP. Sinds 2007 versie 600. • Toepasselijk krachtens verwijzing in contract of l/c of (in sommige landen) als gewoonterecht; minder aanvaard in de VS (meestal UCC) • UCP regelen niet alles; sommige vragen blijven nationaal recht • DCFR bevat een modelwet voor alle onafhankelijke garanties (Bk. IVG Sectie 3)
Documentaire kredieten • Rechtsgevolgen tussen bank/gedelegeerde en delegataris/begunstigde/verkoper • Art. 4 UCP « credits v contracts » • Onafhankelijk van de dekkingsverhouding (rechtsverhouding bank / opdrachtgever) – zgn. abstractie • Onafhankelijk van de onderliggende verhouding tussen opdrachtgever (koper) en begunstigde (verkoper), de zgn. valutaverhouding (meestal koopovereenkomst), « even if any reference is included in the credit » • Separate (Afzonderlijke overeenkomst): dus enkel door zijn eigen modaliteiten bepaald.
Documentaire kredieten • Rechtsgevolgen tussen garant/gedelegeerde en begunstigde/ delegataris (vervolg): • Eigen modaliteiten: • In beginsel onherroepelijk (art. 7b) (analyse: contract dan wel eenzijdige RH) • In beginsel niet overdraagbaar (infra, art. 38 UCP) (wel kan begunstigde proceeds overdragen, art. 39)
Documentaire kredieten • Rechtsgevolgen tussen bank/gedelegeerde en begunstigde/delegataris/verkoper (vervolg) - eigen modaliteiten: • Een verplichting om te betalen (of anderszins honoreren, to honour) enkel: • op presentatie* van conforme documenten (complying presentation); strikte interpretatie; gedetailleerde regels in de UCP over de eisen die suppletief gesteld worden aan de meest gebruikte soorten documenten (infra); vereisten zonder het bedingen van een document worden buiten toepassing gelaten (disregarded, art. 14h) • mits presentatie binnen de termijn (voor expiry date) • en op de overeengekomen plaats (of een ervan) * Voor electronische presentatie zie het eUCP supplement aan de UCP • Maatstaf (standard) voor onderzoek; art. 14. • Termijn: volgens art. 14 b. is de onderzoekstermijn max. 5 dagen • Bij weigering: verplichting om discrepanties mee te delen aan presenter (art. 16 c)
Documentaire kredieten Uitzonderlijk doorbreken onafhankelijkheid: bij manifest bedrog. « Manifest » wil zeggen: onmiddelijk aantoonbaar, bewijs is aanwezig (DCFR IVG-3:105). • Een verbintenis tot honoreren (to honour) - wijze van honoreren van het krediet : a) onmiddellijke betaling (at sight), b) betalingsbelofte op termijn (deferred payment), c) door acceptatie wisselbrief (accept a draft) getrokken door de begunstigde Alternatief: verbintenis om een wisselrbief te « negotiëren » d.i. een wisselbrief getrokken op een derde (andere bank) aan te kopen (en te betalen) UCP 600, art. 6 c: « a credit must not be issued available by a draft drawn on the applicant » • Weerslag op verplichtingen van de delegant: mag geen derdenbeslag leggen in handen van de garant op recht van de begunstigde (rechtspraak)
Documentaire kredieten • Art. 5 : « Banks deal with documents, not with goods » • Documenten in detail geregeld door de UCP: • Factuur (commercial invoice) (art. 18) • Transportdocumenten. Nader besproken worden: • Bill of lading (cognossement) (art. 20) • Charter party bill of lading (art. 22) • Non-negotiable Waybill (art. 21) • Multimodal transport document (art. 19), …. • Algemeen: transpordocument moet « clean » zijn (art. 27) • Verzekeringspolis (goederenverzekering) (art. 28) • Niet nader gedefinieerd in UCP en soms/vaak vereist: • Opslagdocumenten (uitgegeven door bewaarnemer) • Certificaten (oorsprong, kwaliteit (na staalname & analyse), conformiteit met normen, enz.)
Documentaire kredieten • Gevolgen in de interne verhouding opdrachtgever / bank (gedelegeerde) • Opdrachtovereenkomst (financieel dienstencontract) bepaalt welke l/c de bank er zich toe verbindt uit te geven • Bank moet opdrachtgever verwittigen bij presentatie van documenten; zorgplicht bij onderzoek (reasonable care), geen striktere aansprakelijkheid (zie nader art. 14 UCP); • Bank moet aanvrager inlichten over nakoming of weigering. • Na de betaling: regres bank op opdrachtgever (DCFR IVG-3:109); naar Belgisch recht geen subrogatie (bank is overigens niet geïnteresseerd in subrogatie) • Documenten blijven in handen van bank tot zekerheid van de terugbetaling (regresvordering)
Documentaire kredieten • Gevolgen in verhouding begunstigde (verkoper) / opdrachtgever (koper) - Verkoper moet niet leveren voor de l/c is uitgegeven • Tijdens termijn voor presentatie: schuldvordering begunstigde op koper opgeschort (vgl. UPICC 6.1.7 (2) en DCFR III-2:108) • Na betaling: in geval van afwezigheid van schuld (onverschuldigde betaling) moet koper zelf terugvorderen van verkoper • Dispute settlement mechanisme georganiseerd door de IKK: « DOCDEX ». Al dan niet bindende expertise op zeer korte termijn door een anoniem expert.
Documentaire kredieten • Complexe vormen - tussenkomst van meer dan 1 bank • Bank van (land van) de verkoper enkel advising bank (zie 9 UCP): adviseert verkoper over eisen aan de bewoordingen van de l/c, checkt de ontvangen l/c, bezorgt l/c van issuing bank aan verkoper; kan door issuing bank gemachtigd zijn doc’s te onderzoeken en uit te betalen (honoreren); lasthebber van issuing bank maar geen eigen verbintenis; na betaling vordert advising bank terug van issuing bank. • Bank in land van de verkoper confirmeert (confirming bank): eigen verbintenis (zie 8 UCP); verkoper heeft vordering jegens beide banken (zij het eerst tegen confirming bank) (vorm van hoofdelijkheid, maar eigenijk 2 zelfstandige verbintenissen) • Bank van (land van) de verkoper waarborgt verbintenis van issuing bank: borgtocht, geen onafhankelijke verbintenis • Nominated bank (art. 12 UCP): slechts lasthebber van de uitgevende bank
Documentaire kredieten • Bijzondere vormen: • Overdraagbaar documentair krediet (transferable): art. 38 UCP 600 • Back-to-back-credit (rug-aan-rug): l/c in opdracht van de verkoper ten gunste van zijn verkoper, waarbij die « tweede bank » de eerste l/c als zekerheid neemt. Gevolg: tweede bank heeft de documenten waarmee ze terugvordert van de eerste bank krachtens de eerste l/c. • Revolving credit (met plafond): kredietlijn die de koper kan gebruiken voor meerdere l/c’s. Telkens de koper betaalt, wordt de rekening van de verkoper gecrediteerd zodat hij opnieuw krediet bijkrijgt • Red clause: betaling (eventueel gedeeltelijk) niet eerst bij levering, maar reeds voor de levering op basis van een voorlopig document (bv. tegen opslagdocumenten)
Documentaire kredieten • Standby l/c: is eigenlijk een soort onafhankelijke garantie (zie verder), die kan afgeroepen worden tegen presentatie van voorgeschreven documenten (die in beginsel de aanspraak v/d begunstigde bewijzen). Standaardvoorwaarden gecodificeerd in de ISP (nu ISP 1998)
leningen / kredieten • Korte termijn (<2 j) / middellange (2-5) / lange (5-20) • Exportverzekering: vorm van kredietverzekering - Vaak verleend door overheidsinstellingen (delcrederedienst) • Mogelijk verzekerde risicos: commerciële, politieke-sociale, financieel-monetaire • Premie afhankelijk van country-risk (risico-inschatting) • Niet verzekerd bij fout exporteur, …
leningen / kredieten • Regels voor exportsteun door overheid: OESO-Richtlijnen (om concurrentievervalsing tegen te gaan) • Toepassingsgebied: overheidssteun voor export buiten EU met afbetalingstermijn van 2 of meer jaar. • Vereisten opdat exportsteun zou mogfen gegeven worden: • Koper moet min. 15 % betalen voor levering (of in eigen land krediet krijgen daarvoor) • Max. afbetalingstermijnen 5 j. (tot 8 1/2) voor rijkere landen, 10 j. voor armere landen (12 j. vor grote projecten) • Regels inzake verzekeringspremie • Minimale rentevoet te respecteren
leningen / kredieten • Exportgerichte kredieten (i.e. door bank in exportland) wanneer exporteur verplicht is uitstel van betaling te geven aan koper; men onderscheidt krediet aan exporteur en krediet aan importeur: • Krediet aan de exporteur (supplier’s credit): - vaak cliëntendiscontokrediet*: de bank betaalt exporteur tegen verdiscontering van wissels getrokken op en aanvaard door de koper (wisselbrief); de cliënt (exporteur) blijft gehouden jegens bank bij niet-betaling op vervaldag door de betrokkene (koper) • Krediet aan de buitenlandse koper door bank (in het land van) van de exporteur. • * leveranciersdiscontokrediet daarentegen is krediet verleend door de bank van de koper aan de koper, op grond waarvan de verkoper (of verdere houder) de wisselbrief int bij bank van de koper.
kredietzekerheden • Zakelijke zekerheden: • Onderscheid warenkrediet / geldkrediet. Eigendomsvoorbehoud bv. is zakelijke zekerheid voor warenkrediet. Meestal zijn zekerheden voor warenkrediet « voorbehouden » zekerheden, voor geldkrediet « gevestigde » zekerheden (belang o.m. voor voorrangsregels) • Zakelijke zekerheden in allerlei vormen die verschillen per rechtssysteem: • soms enkel « vaste » op bestaande activa, soms ook bij voorbaat op toekomstige, soms op vlottende activa (voorraden, receivables, …) • Soms enkel door buitenbezitstelling, soms mits inschrijving in register of andere publiciteit, soms zonder publiciteit • Ook de executierechten verschillen nogal • Er is een algemene modelwet in Boek IX DCFR « proprietary security in movables ».
kredietzekerheden • Toepasselijk recht: verschillende conflictregels per aspect: • Contractuele verhouding tussen partijen (bv. geldigheid beding verbintenisrechtelijk): lex contractus • Zakenrechtelijk: lex rei sitae. Conflit mobile mogelijk • Vaak bij samenloop cumulatief ook nog lex concursus (zie echter Insolventieverordening) • Uniformisatie ? • Conventie van Kaapstad (aircraft + algemeen kader + Luxemburg railroad protocol) • EU Richtlijn FZO (Collateral Directive): contractuele zekerheden op financiële activa. RL enkel tussen financiële instellingen; in B., VK e.a. veel ruimer omgezet. • Conventie internationale leasing (infra) • Zoals vermeld: modelwet in DCFR Book IX
Kredietzekerheden: eigendomsvoorbehoud • Zekerheden verkoper naar Belgisch recht: • Opschortingsrecht voor levering: tegenwerpelijk aan derden • Ontbinding wegens wanprestatie: zakelijke werking indien uitgeoefend voor de samenloop van schuldeisers • Voorrecht verkoper op goed zelf ook na eigendomsoverdracht • Indien bedongen, eigendomsvoorbehoud: sinds 1998 geldig bij failliss. • Toepasselijk recht: lex rei sitae • Uitbreidingen eigendomsvoorbehoud (niet overal erkend): • verlengd in prijsvordering (wel in B.) • verlengd in product (niet in B.) • verruimd tot andere achterstallige schulden (all moneys clause) (niet B.) • Harmonisatie en erkenning ? Modelregels in Boek IX DCFR
Financiering - factoring • = Overdracht van schuldvorderingen ter financiering en/of kredietverzekering, + ev. bijkomende diensten - indien betaling voor vervaldag (mits disconto): tevens financiering - indien betaling ook indien schuldenaar in gebreke: tevens kredietverzekering • Kaderovereenkomst (master agreement) bepaalt welke schuldvorderingen de factor zal overnemen tegen welke voorwaarden (en binnen welke kredietlijn) en welke kosten hij aanrekent (commissie + disconto) • True factoring = no recourse: factor draagt kredietrisico, behoudens uitzonderingen waar hij regres heeft op de overdrager: • cessie te kwader trouw (koper al insolvent) • niet-betaling wegens tekortkoming van de verkoper • Bij niet-bestaande schuldvordering bv. ingevolge verrekening • Sommige niet gedekte risicos • Spurious factoring = recourse factoring: factor heeft regres als schuldenaar niet betaalt. Is veeleer incassomandaat (« pro solvendo ») + diensten
Financiering - factoring • Internationale factoring • Vroeger vaak refactoring: de export factor cedeert aan een import factor (beiden samen noemt men indirect factoring). Niet nodig bij internationale factoringgroepen (wel directe factoring). Bij indirecte factoring is er een contract tussen beide factors dat verhouding nader regelt (wie welk risico) • Toepasselijk recht: Verschillende conflictregels voor verschillende aspecten: • Factoringovereenkomst: lex contractus • Verhouding debiteur: lex causae • Overdraagbaarheid: lex causae (Rome-I) • Eigendom van de schuldvordering: uiteenlopende conflictregels (bv. lex causae, lex contractus cessie-ovk., wet verblijfplaats debitor)- nu meestal wet van de verblijfplaats van de cedent
Financiering - factoring • International factoring - uniformisatie recht ? • Ottawa-conventie 1988 international factoring (in werking in 7 landen + België sinds 1 okt 2010) • Toepassingsgebied: enkel cessie van prijsvorderingen uit internationale koop • Regelt (ondanks de naam) niet zozeer de factoringovereenkomst maar de cessie • Inzake no-assignment clauses: • Redenen om ze te bedingen: - zekerheid aan wie te betalen, geen acht slaan op kennisgevingen - behoud toekomstige verrekeningsmogelijkheid • In de meeste rechtsstelsels effectief jegens cessionaris; minstens w.b.de 2 pas genoemde effecten (bv. Duits HGB na recente wijziging) • In Ottawa Conventie: worden overruled (art.6), maar voorbehoud in meerderheid van de landen (o.a. België)
Financiering - factoring • Ottawa conventie leasing – vervolg • Verhouding schuldenaar – cessionaris (factor): • Alle andere excepties uit de dekkingsverhouding behoudt de gecedeerde debiteur (koper) (art. 9) (incl. verworven recht op verrekening). • In beginsel heeft schuldenaar geen recht op terugbetaling door de factor in geval van niet-nakoming door cedent. Bij latere gebreken verkochte zaak uitzonderlijk ook terugvordering van de factor in 2 gevallen (art. 10 (2)) (factor heeft verkoper nog niet betaald, of heeft verkoper betaald in wetenschap van gebrek) • Art. 8 bepaalt onder welke voorwaarden de schuldenaar de factor moet betalen (i.p.v. de verkoper): schriftelijke kennisgeving ontvangen (van de cedent of diens vertegenwoordiger) op ogenblik waarop geen kennis van een ouder recht op de schuldvordering
Forfeiting • Forfeiting. • Vgl. een no recourse factoring voor één enkele transactie • Verkoper cedeert zijn schuldvordering op koper aan de forfeiter, meestal door endossement* van wisselbrieven getrokken op de koper voor de opeenvolgende afbetalingstermijnen (meestal 6-maandelijks, 2 tot 5 jaar lang) • Forfeiter neemt kredietrisico. Doet afstand van regres op de trekker van de wisselbrieven (onder Geneefse wisselwet bindt die afstand de verdere houders van de wisselbrief niet, maar wel de forfeiter zelf) * Endossement = rugtekening
leasing • Finance leasing: driepartijenoperatie: • toekomstige gebruiker onderhandelt met leverancier over aankoop materiaal • Huurovereenkomst gebruiker (lessee) / financier (lessor) • Lessor koopt op instructie van lessee en wordt eigenaar (ttv zekerheid) • Lessee huurt voor vaste termijn. Op het einde ev. Koopoptie (voor restwaarde) • Leveraged leasing: • Lessor wordt op zijn beurt ten dele gefinancierd door een bankkrediet en draagt huurvorderingen op lessee tot zekerheid over aan de bank (+ ev. zekerheidsrecht op materiaal) • Salen & leaseback (2 partijen): eigenaar verkoopt goed tegen cash en huurt het terug
leasing • Risicos bij internationale leasing ? vnl. erkenning van de zakelijke rechten van de lessor (lex rei sitae) • Uniforme regels ? • Internationale leasing: nog een Unidroit conventie Ottawa 1988 • Unidroit modelwet 2008 • Ottawa Conventie • Toepassingsgebied: « internationaal » & « leasing » (art. 1) • Zakenrechtelijk aspect: • Erkenning eigendomsrecht lessor (art. 7) • - maar staat van ligging mag inschrijving register vereisen (7, 2)
leasing • Leasing conventie Ottawa 1988 • Bepaling verbintenissen van partijen: - Lessee kan bij levering materiaal verwerpen indien niet-conform (en overeenkomst ontbinden indien daaraan niet wordt verholpen) (art. 12) • Daarbuiten staat lessor niet in voor gebreken materiaal (art. 8); lessee kan (en kan enkel) leverancier rechtstreeks aanspreken uit de koopovereenkomst. Lessee kan koop niet ontbinden zonder akkoord lessor, maar heeft wel andere remedies (art. 10). • Zorgplicht lessee (art. 9) • Sancties bij wanbetaling lessee, inb. mogelijke ontbinding (art. 13) • Lessor kan rechten overdragen (blijft wel tot plichten gehouden) (art. 14) • Lessee kan rechten niet overdragen zonder akkoord lessor (art. 14)
project financing • Bij zeer grote projecten zijn er bijzonder risicos voor de kredietverlener: naast kredietrisico ook uitbatingsrisico, marktrisico, wisselrisico, politiek risico. Resultaat is dus ook voor financier van groot belang. • Financier investeert vaak in kapitaal van de projectvennootschap (althans voor de eerste jaren) - BOT (« build operate transfer ») • Financiering vaak door consortium (van leveranciers en/of banken e.d.) • UNCITRAL Model Legislative Provisions on Privately Financed Infrastructure Projects
project financing • Financiers dekken zich in door verschillende constructies of technieken, bv.: • waarborgen van sponsors (overheden of internationale instellingen), bv. ook completion guarantee, cost overrun undertaking, repayment guarantee, enz. • lange termijn engagementen van afnemers van het project (kopers, huurders, afnemers diensten) (al dan niet verder gewaarborgd). Vaak « take or pay » clausule • Ev. via loonfabricage: producten eigendom van financier die ze verkoopt aan afnemers, die lange termijn engagementen aangaan • Vb. Eurotunnel
Onafhankelijke garanties • Onafhankelijke garantie: ook een driepartijenverhouding (type delegatie): • Onderliggende overeenkomst vereist van een partij dat die een dergelijke garantie verschaft • Op verzoek van die schuldenaar geeft de bank een garantie uit • In de vorm van een voorwaardelijke belofte • tot betaling van een geldsom aan de begunstigde • bij afroep door de begunstigde conform de garantievoorwaarden; dit vereist normaal minstens een verklaring van de begunstigde inzake niet-nakoming door de opdrachtgever (ondersteundende verklaring), - onafhankelijk van de valutaverhouding (koop, aanneming, enz.) • onafhankelijk van de dekkingsverhouding (overeenkomst opdrachtgever-garant).
Onafhankelijke garanties • Toepassingen – voorbeelden : • Tender guarantee • Performance bond • Advance payment guarantee = repayment guarantee • Maintenance guarantee • Payment guarantee • Retention money guarantee
Onafhankelijke garanties • Toepasselijke regels • Conflictregel: rechtskeuze, subsidiair recht van plaats van de garant … • UN Convention independent guarantees & standby l/c (weinig succes, in werking in 8 landen) • Standaardvoorwaarden ICC: Uniform rules for demand guarantees (URDG); sinds 1 juli 2010 versie 758. - Beter geharmoniseerd met de UCP dan vorige versie (458) - Toepasselijk indien de garantie ernaar verwijst (art. 1 URDG) • Niet-dwingende regels • Nog niet voldoende gebruikt om te spreken van gewoonterecht • Kan zowle voor interne als internationale garanties gebruikt worden • voor niet-geregelde vragen blijft subsidiair recht van plaats van uitgifte van toepassing (art. 34 U RDG) • ISP 1998: International Standby Practices
Onafhankelijke garanties • URDG – belangrijkste regels • Garantie uitgegeven op verzoek van een verzoeker (principal/applicant) of diens vertegenwoordiger: de instructing party (art. 2 definieert partijen) • Bindend zodra buiten controle van de garant (art. 4 a) • Onherroepelijk (art. 4 b) • In beginsel niet overdraagbaar (tenzij bedongen) (art. 33) (nationaal recht verschilt over effect van dergelijke no-assignment clause, zie hoger bij factoring; beperkingen aan verbod betreffen meestal enkel facturen voor geoderen of diensten) • Onafhankelijk van elke andere rechtsverhouding (art. 5) – garant « deals with documents, not with goods » (art. 6) – niet-documentaire voorwaarden voor niet geschreven gehouden (art. 7) behalve een lijst met uitzonderingen (nl. extern verifieerbare feiten, index, enz.) • indien geen vervaldag bepaald, vervalt na 3 jaar (art. 25 c) (in UN Conventie 6 jaar).
Onafhankelijke garanties • URDG – verhouding garant – begunstigde • Afroepvereisten (vereisten om betaling te bekomen): afroep door voorlegging (presentation) een schriftelijk verzoek (demand) samen met de in de garantie bepaalde documenten • Gewoonlijk minstens een schriftelijke verklaring van de begunstigde dat de opdrachtgever van de garantie tekrtkomt aan een verbintenis (art. 15 URDG) – de « supporting statement » - uitzondering: wanneer de garantie louter « op eerste verzoek » is. • De garantie kan verdere afroepvoorwaarden bevatten (indien verdere documenten vereist zal men meestal spreken van een standby letter of credit). Art. 8 (« content of instructions and guarantees ») bevat een checklist van mogelijke eisen.
Onafhankelijke garanties • URDG – verhouding garant – begunstigde (vervolg): procedure • Presentatie van het verzoek (afroep, demand) voor de vervaldag (art. 14 v. URDG) • Gedeeltelijke afroep mogelijk, meerdere afroepen mogelijk (art. 17) • Garant moet zijn opdrachtgever in kennis stellen van de afroep (art. 16) en bij een « complying demand » (conforme afroep) kopies meedelen • Onderzoek (examination) door de garant « met redelijke zorg » (reasonable care) of de afroep op zicht een conforme afroep lijkt te zijn • Binnen 5 werkdagen (art. 201) (in UN Conventie 7 dagen) • Bij een verzoek « extend or pay » (verleng of betaal) mag de garant 30 dagen wachten om te beslissen (art. 23) • Bij conforme afroep: betalen (art. 20 b) • Bij weigering te betalen:begunstigde inlichten (art. 24) met opgave van redenen voor weigering (discrepanies) – anders moet garant betalen ! • Betaling in de opgegeven plaats (art. 20)
onafhankelijke garantie • Gevolgen in de interne verhouding opdrachtgever / garant (gedelegeerde) • Opdrachtovereenkomst (soort lastgeving) bepaalt welke garantie de bank zal uitgeven (nuttige checklist in art. 8 URDG); vooraf informatie- of adviesplicht van bank jegens opdrachtgever • Bank moet opdrachtgever verwittigen bij afroep (art. 16 en 22) • Zorgplicht bij onderzoek (reasonable care) (art. 19) • Geen verlenging termijn (« extend or pay ») zonder akkoord opdrachtgever (art. 23) • Na de betaling: regres (verhaal) van garant op opdrachtgever. Naar belgisch recht traditioneel géén subrogatie.
onafhankelijke garantie • Complexe garanties, i.h.b. met tegengarantie • bank van de opdrachtgever geeft garantie aan bank van de begunstigde (corresponderende bank) • deze corresponderende bank geeft garantie aan de begunstigde. • De tweede garantie is de « garantie, de eerste garantie is een « tegengarantie » • Garantie en tegengarantie zijn onafhankelijk van elkaar (art. 5 URDG) • Mogelijkheid dat er een « advising bank » is (aan de zijde van de begunstigde) – art. 10 URDG
onafhankelijke garantie • Weigering c.q verbod tot uitbetaling (stop-payment order) zijn mogelijk bij: • Niet vervuld zijn garantievoorwaarden • Onderliggende overeenkomst (valutaverhouding) kennelijk strijdig met (internationale) openbare orde • Bij manifest bedrog • Bij manifest misbruik van recht. • Bedrog wordt in art. 19 UN Conventie meer specifiek omschreven • Onder art. 20 UN Conventie is een voorlopig verbod mogelijke bij « grote waarschijnlijkheid » gebaseerd op « onmiddellijk aanwezig sterk bewijs » (immediately available strong evidence) • vgl. Ook DCFR IVG-3:105
Accessoire garantie • Bv. Uniform Rules for Contract Bonds (URCB): Meestal garantie door verzekeraar, veeleer vergelijkbaar met borgtocht: accessoir aan de valutaverhouding (d.i. verhouding tussen schuldeiser en hoofdschuldenaar)