1 / 93

Empirisch onderzoek naar (private) politie

Empirische criminologie. Empirisch onderzoek naar (private) politie. Maan dag 31 maart 200 3. I. Onderzoek naar private politie in België: overzicht. Onderzoek naar private politie en grijze politie. 1 Detectives onder de loep Jan Cappelle (KUL) 1990.

artie
Download Presentation

Empirisch onderzoek naar (private) politie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Empirische criminologie Empirisch onderzoek naar (private) politie Maandag 31 maart 2003

  2. I.Onderzoek naar private politie in België:overzicht

  3. Onderzoek naar private politie en grijze politie 1 Detectives onder de loep Jan Cappelle (KUL) 1990

  4. Onderzoek naar private politie en grijze politie 2 De gespecialiseerde private opsporing: een tip van de sluier opgelicht Kaat Boon (KUL) 1993

  5. Onderzoek naar private politie en grijze politie 3 Private politiezorg en grondrechten W. Van Laethem, T. Decorte, R. Bas (KUL) 1995

  6. Onderzoek naar private politie en grijze politie 4 Grijze politie T. Decorte, W. Van Laethem (KUL) 1997

  7. Onderzoek naar private politie en grijze politie 5 Security consultants W. Van Laethem (KUL) 1998

  8. Onderzoek naar private politie en grijze politie 6 Werknemerscriminaliteit M. Cools (VUB) 1994

  9. Onderzoek naar private politie en grijze politie 7 Kwetsbare kennis (e.a.) M. Cools, H. Haelterman (VUB) 1998 e.v.

  10. II.Grijze politiezorg in België

  11. Probleemformulering • Wetgevend kader • De praktijk • Het discours

  12. Theoretisch kader • Organisatorische netwerken • Publiek-private samenwerking • Persoonlijke netwerken

  13. Interdependenties • Delegeren aan de private politie • Betalen van de publieke politie • Publiek-private organisaties

  14. Andere theoretische concepten • Moonlighting • Blue-drain • Old-boys-network • Symbiotische relaties • Hydraulische systeemwerking • Dirty work • Favor bank • Gemeenschappelijke politiecultuur

  15. Problematische gevolgen van publiek-private interacties • Grey policing • Miskenning van grondrechten • Belangenvermenging, beïnvloeding en sturing • Corruptie

  16. Onderzoeksvraag Welke factoren dragen bij tot het ontstaan en het voortbestaan van (informele en problematische) interacties tussen publieke opsporingsagenten en private actoren?

  17. Hypothese 1 “Het gebrek aan een juridisch kader of de latente gevolgen van bestaande regels die geen rekening houden met de realiteit van interagerende personen en diensten, kunnen (informele en problematische) interacties stimuleren.”

  18. Hypothese 2 “De toename van de grootschaligheid van de economische, financiële en informationele macht van private ondernemingen is gepaard gegaan met een toename van hun invloed op de opsporing van misdrijven waar zij het slachtoffer van zijn geworden of dreigen te worden. Deze verstevigde greep op de criminaliteitsbestrijding werkt regelovertreding en belangenvermenging door individuele politiemensen in de hand.”

  19. Hypothese 3 “De aard van het socialisatieproces van politiemensen bepaalt hun normbesef. In de mate waarin dit socialisatieproces minder voeling heeft met de geldende normen in ons land bestaat de kans dat technieken worden gebruikt die niet toelaatbaar zijn (zoals interacties met private actoren). Naarmate de efficiëntie van de misdaadbestrijding primeert op de legitimiteit, verhoogt de kans op (informele en problematische) interacties.”

  20. Hypothese 4 “Het ontstaan van een gemeenschappelijke politiecultuur werkt publiek-private interacties en daarmee de vervlechting van het algemene en het private belang in de hand.”

  21. Hypothese 5 “Er kunnen tussen individuele politiemensen en private actoren (informele en problematische) interacties ontstaan wanneer de publieke politie in de samenleving een zekere zelfstandigheid verwerft bij het stellen van prioriteiten inzake opsporing.”

  22. Hypothese 6 “Er kunnen tussen individuele politiemensen en private actoren (informele en problematische) interacties ontstaan wanneer de controle van het parket op de opsporingshandelingen van de publieke politie vermindert en de beslissings-vrijheid van de individuele politieman (street level bureaucracy) op de werkvloer groter wordt.”

  23. Hypothese 7 “De in- en externe concurrentie en de individuele drang om te scoren op de markt van de opheldering werkt -met het oog op een efficiënte misdaadbestrijding- het ontstaan van (informele en problematische) interacties met privé-personen of bedrijven in de hand.”

  24. Hypothese 8 “De publieke en private politie staan in een positie van wederzijdse afhankelijkheid; de relatie tussen hen kenmerkt zich als symbiotisch. Zij vullen elkaars zwakheden aan en gaan ruilverhoudingen aan om hun doel te bereiken. Hierbij geven de organisaties slechts zoveel autonomie prijs als functioneel noodzakelijk wordt geacht voor het realiseren van hun doelen. De (gepercipieerd of werkelijke) beperktheid van middelen, bevoegdheden, informatiekanalen en know-how maakt dat deze autonomie in vele gevallen niet kan worden bewaard.”

  25. Methodologie • Case study: de zaak-Reyniers • Steekproef uit documenten • Steekproef uit personen

  26. Kwalitatieve inhoudsanalyse van persberichten • De Standaard, Het Nieuwsblad, De Morgen, Het Volk, Het Belang van Limburg, De Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws, Le Soire, La Libre Belgique, La Dernière Heure • Humo, Knack, Le Vif/L’Express, Der Spiegel

  27. Andere documenten • Stukken uit het gerechtelijk dossier • Parlementaire Onderzoekscommissie Duitsland ‘Werner Mauss’ • Vonnissen van de rechter in eerste aanleg en van het Hof van Beroep

  28. Andere methoden • Bijwonen van de debatten en de pleidooien tijdens het proces-Reyniers • Interviews met 30 bevoorrechte getuigen

  29. Analyse van het materiaal • Fase 1: Netwerk-analyse van 7 cases (micro-niveau) • Fase 2: Beschrijvende condensatie (meso-niveau)

  30. Analyse op microniveau

  31. (1) De zaak-Duë

  32. (2) De cocaïne-zaak

  33. (3) De zaak-von Galen

  34. (4) De bommenzaak

  35. (5) Operatie Serpent

  36. (6) Operatie Domino

  37. (7) De namaakbestrijding

  38. Analyse op mesoniveau

  39. Gebrek aan regelgeving • I.v.m. pseudo-koop • I.v.m. relatie met informanten • I.v.m. betaling informanten • I.v.m. bijzondere opsporingstechnieken • I.v.m. relaties met privé-detectives

  40. Latente gevolgen van bestaande regelgeving ‘Als ge die ‘copinage’ tussen detective en politie wil vermijden en onder controle brengen: geef ze toegang tot het rijksregister. Dan schudden wij die af. Dan moeten ze bij de politie niet komen. Dan moeten ze in de wandelgangen of in de cafés niet komen vleien. Nee, geef ze toegang, onder controle, met een dossier-nummer. Men is een abortussituatie aan het creëren met die wet op privé-detectives: men schaft alles af. Dan gebeurt alles clandestien.’ (Gerechtelijke politie)

  41. Een hanteerbare regelgeving ‘Ik kan toch niet voor elke zaak bellen naar de informantenbeheerder? We zijn met meer dan duizend man. Als hij van iedereen een telefoon krijgt dan heeft hij ‘s avonds geen hoofd meer. Want iedereen komt natuurlijk met een zaak af. Ik kan voor twee à drie zaken bellen naar de informantenbeheerder. Maar ge moet ook zelf afwegen wat er voor u belangrijk is en wat minder belangrijk is.’ (Gerechtelijke politie)

  42. Controle op de regels ‘Er werd ons verplicht onze informanten bekend te maken. Dat heb ik nooit gedaan, behalve als we die informanten moesten laten uitbetalen; dan moest je wel. Het geld kwam immers van een van de fondsen en dan moest je je informant kenbaar maken om hem zijn geld te kunnen geven. Dus de informanten die centen hebben gekregen, die zijn -wat mij betreft- bekend. Maar ik heb ook gewerkt met een heleboel informanten waarvan men nu nog steeds niet weet wie ze zijn.’ (Rijkswacht)

  43. Opwekken van de interesse bij politie ‘Ge hebt hier de B.A.F., de Belgian Antipiracy Foundation, een VZW die gesponsord wordt door alle grote produktiemaatschappijen van films. Die mannen zijn duidelijk opgericht om te gaan lobbyen bij alle politiediensten, om in de videotheken te lopen... Dat interesseert geen enkele flik. Maar om die warm te maken van “allez jongens, vliegt er eens in” wordt er elke twee maand een blaadje uitgegeven met de resultaten: 800 cassettes hier, 1000 cassettes daar in beslag genomen. Goed gewerkt. Een beetje pep-talk.’ (Gerechtelijke politie)

  44. Aanbrengen van panklare zaken ‘Er was een informant die altijd panklare zaken kwam aanbrengen. Die kwam toe en die zei: “Voilà, er is twee dagen geleden een vrachtwagen sigaretten gestolen. Die staat in die garage, en morgen om dat uur komt die en die en die daar samen met de dieven om de verkoop te regelen”. Goed, wij moesten geen bewaking doen, we gingen op dat uur en de kous was af. Die informant werd dan betaald door de verzekeringsmaatschappij, want hij bracht alleen zaken aan waarvoor hij geld kon krijgen van de verzekering.’ (Gerechtelijke politie)

  45. Leveren van informatie / know-how ‘Als we de kans krijgen om voor de rijkswacht nationaal een opleiding te geven aan toekomstige kandidaat-officieren, is dat zeer interessant. Wij weten dat zij dat misschien in de eerste twee of drie jaar niet tegenkomen in hun werk, maar de dag dat ze het tegenkomen, dan zullen ze zich nog herinneren dat er bij kredietkaartmaatschappij X mensen zijn die zich daar hoofdzakelijk mee bezighouden. En dat ze informatie kunnen hebben. Dus zo krijgen we gedaan dat ze meer en meer naar ons toekomen.’ (Lid anti-fraude-eenheid kredietkaartmaatschappij)

  46. Investeren van gelden ‘Ik heb het geluk gehad om een dubbele moord op te lossen. Vader en zoon werden doodgeschoten hier in de diamantwereld, we hadden niets. Er was toen geen enkel spoor. Er werd een persbericht gelanceerd met tipgeld (een bedrag van drie miljoen) waarvoor gezorgd werd door de beroepsvereniging van de diamantairs. Binnen de maand hadden we een tip en konden we de dader pakken. Zonder dat tipgeld van de diamantwereld hadden we die zaak nooit opgelost...’ (Rijkswacht)

  47. Hiaten in de politie-opleiding ‘Als gij het beeld meegeeft van: Gij zijt de elite van de maatschappij en al de rest is potentiële misdadiger, dan bevordert ge het afglijden, zoals men dat heet.’ (Rijkswacht)

  48. Amerikaanse invloed ‘Ik denk dat dat een onderdeel is van de volledige veramerikanisering, gaande van de hamburgertenten tot en met politietechnieken. Ik denk dat het nog altijd bestaat, maar dat men het op subtielere manier doet. Ik kan mij inbeelden dat iemand die daar training gevolgd heeft, een beetje gehersenspoeld is. Ik denk dat ze aan beïnvloeding doen van het politiedenken.’ (Rijkswacht)

  49. Invloed van charismatische figuren • Werner Mauss • Frans Reyniers

More Related