110 likes | 377 Views
Leren van onderzoek doen en samenwerking. Dr.L (Loes) van Wessum , Dr . F. (Femke) Geijsel , Dr. M. (Martijn) Willemse, Prof. Dr. M. (Monique) Volman en Prof. Dr. G. (Geert) ten Dam. Aanleiding.
E N D
Leren van onderzoek doen en samenwerking Dr.L (Loes) van Wessum, Dr. F. (Femke) Geijsel, Dr. M. (Martijn) Willemse, Prof. Dr. M. (Monique) Volman en Prof. Dr. G. (Geert) ten Dam.
Aanleiding • Van scholen wordt verwacht dat ze vormgeven aan burgerschapsvorming, waarbij de wetgeving ruimte aan scholen geeft voor de wijze waarop (Onderwijsraad, 2012). Dit brengt onzekerheid met zich mee, temeer omdat de school worstelt met het zoeken naar de juiste balans tussen de kwalificerende en socialiserende taak van het onderwijs (Onderwijsraad, 2008; Hooge, 2008; Turkenburg, 2005; WRR,2008).
Projectbeschrijving • Twee-en halfjarig professionaliseringsproject • Leraren van zes scholen primair onderwijs en zes scholen voortgezet onderwijs • Professionele ontwikkeling met betrekking tot pedagogische handelingsbekwaamheid ten behoeve van burgerschapsvorming • Twee professionaliseringstrategieën: samenwerking en doen van • onderzoek
Dataverzameling • Na eerste jaar en einde project semi-gestructureerde retrospectieve interviews. • Centrale onderzoeksvraag: Welke leeropbrengsten van het professionaliseringsproject noemen deelnemende leraren? • Vier fasen analyse getranscribeerde interviews • Face-valued analyse leidend tot voorlopige analyse-categorieën • Coderen transcripties. • Opname gecodeerde fragmenten in categorieën in datadisplays. • Comprimeren van gecodeerde fragmenten door deze te kwantificeren.
Conclusies • Leeropbrengsten richten zich vooral op het primaire proces van de onderwijspraktijk (vergelijk Meijer, Meirink, Lockhorst & Oolbekkink-Marchand, 2010; Snoek en Moens, 2012; Dieleman, 2009; Imants, Dieleman, Nijveldt, Ookbekkink, Van der Steen&Zwaneveld, 2009). • Secundaire processen: begrip voor collega’s, kritischer naar organisatiebeleid, meer bewust van eigen positie
citaten • Leraar 6:“Ik ben wel anders tegen burgerschapsvorming in de klas aan gaan kijken, omdat je er zo mee bezig bent geweest. want juist als je een leervraag maakt, ga je met iets aan de slag wat handen en voeten gaat krijgen en je gaat bekijken hoe gaat het hier eigenlijk op school en ben ik het daarmee eens en wil ik het anders of wat verwacht ik eigenlijk dat kinderen leren. Of wat wil ik bereiken?” • Leraar 2: “Ja, ik denk dat ik het (bsv) nog explicieter maak, minder als een soort ding dat een keer ter sprake komt. Heel veel gaat natuurlijk vanzelf goed omdat het bij ons in die methodes verwerkt zit, maar tegelijkertijd als je je er niet van bewust bent dat je die stappen echt niet moet overslaan. Ze krijgen een samenvatting mee naar huis, die moeten ze uit hun hoofd leren en dan krijgen ze een overhoring. Ik bedoel, waar gaat dit over, wat willen we er van. Iets anders, we willen dat ze nadenken en kritisch zijn.”
Citaten • Leraar 5: “Ik denk dat ik meer over ben gaan laten aan de kinderen van goh bedenk jij nou zelf wat voor jou prettig is, dit en dit moet gebeuren, kies eruit wat jij nu het prettigst vind. Dus ga even bij jezelf uit. Dus niet zozeer opleggend vanuit de leerkracht naar het kind, maar meer van, je hebt hier een aantal opties, kies daaruit wat voor jou nu het prettigst voelt. Door de samenwerking met andere scholen leer je dat je niet altijd op moet leggen. Maar meer uit een kind zelf kunt laten komen”.
Conclusies • Leraren noemen opbrengsten • Toename van kennis over burgerschapsvorming • Ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden • Leraren zich meer bewust van belang en inrichting van hun pedagogische rol • Pedagogische taal ontwikkeld met betrekking tot het burgerschapsonderwijs • Leraren maken explicietere keuzes en werken systematischer • Leraren reflecteren explicieter op hun eigen pedagogische handelen, gaan meer na in welke mate de doelstellingen van de les ook gerealiseerd zijn en gebruiken deze informatie bij het besluiten over eventuele vervolgstappen.
Vragen? • Opmerkingen?
Dialoog • Wat leren we van dit project? • Welke betekenis geven we aan opbrengsten van dit project voor professionalisering van zittende leraren? • Op welke wijze kunnen we opbrengsten vergroten? • Wat vraagt onderzoek door docenten van de schoolorganisatie? • Is het mogelijk dat onderzoek door docenten ook bijdraagt aan kennisontwikkeling? Wat is daar voor nodig?