1 / 49

Waarom ontwikkelde Nederland zich zo vroeg ? (1350-1550)

Waarom ontwikkelde Nederland zich zo vroeg ? (1350-1550). Individualisme en corporatisme Ton van Schaik, maart 2013. Wat er aan vooraf ging. Wim Blockmans , “ Metropolen aan de Noordzee ”, De geschiedenis van Nederland, Amsterdam, 2010

borna
Download Presentation

Waarom ontwikkelde Nederland zich zo vroeg ? (1350-1550)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Waaromontwikkelde Nederland zichzovroeg? (1350-1550) Individualisme en corporatisme Ton van Schaik, maart 2013

  2. Wateraanvoorafging • WimBlockmans, “Metropolenaan de Noordzee”,De geschiedenis van Nederland, Amsterdam, 2010 • Eeuwen van explosieve (bevolkings)groei, 1100-1290 • Tijdens de 12de en 13de eeuwveranderdevrijwelalles in de LageLanden, en welzogrondigdateenaantalbasispatronen van de huidigesamenleving direct tot die tijd is terugtevoeren. • De inwoners van ontginnersdorpenkregengrotevrijheidsrechten en werdenfeitelijkeigenaarvan hun land en hoeve. (Vergelijkbaar met pioniersAmerika)

  3. Europa, 1290-1430 • In vergelijking met de explosievegroei in de periode1100-1290was diteenturbulenteperiode in Europa • Aan de bevolkingsgroeikwameeneinde • Voedselwerdduur, en hier en daarstakhongersnood de kop op • Erfenis van de ZwarteDood (1348-1349) • WimBlockmansnoemtdit de periode van het “gebrokenelan” • Nederland kendevanaf de ZwarteDooddaarentegeneenvliegende start: Inhaalgroei

  4. Vliegende start, 1350-1500 • Bas van Bavel en Jan Luiten van Zanden (2004), “The jump-start of the Holland economy, 1350-1500”, EconomicHistoryReview, pp. 503-532 • Bas van Bavel (2007), “The Transition in the Low Countries: Wage Labour as an Indicator of the Rise of Capitalism in the Countryside, 1300-1700” • Bas terWeele.a., “The Legacy of the Brethren of the Common Life”, CPB Discussion Paper, 228, 21 januari 2013

  5. Pioniers-economie • Proto-industriëleontwikkeling door goedkopebrandstof (turf) en goedkoop transport (via water) • Massaproductie en export van stenen, tegels, krijt, bier, turf, kalk, haring, kaas, boter, kleding, linnen (voor de opkomendemiddenklasse in Europana de ZwarteDood (rond 1350) • Hogelonen: rond 1500 werkte 40% in de industrie en 20% in de dienstensector (marketing) • Kapitaal-intensieveproductie (lonenmaar 25% van de totalekosten van eenschip)

  6. Pionierneemtvoorsprong • Bron: Jan de Vries en Ad van derWoude (1995), “Nederland 1500-1815, De eersteronde van moderneeconomischegroei” • Kneedbaregeografischeruimte • Trek naar de stad • Lagetransactiekosten • Infrastructuurals basic commodity (basisgoed) • Voorsprong op rest Europa

  7. Kneedbaregeografischeruimte • Vergeleken met de rest van Europanam het gebied in de delta van Rijn, Maas en Scheldeeenuitzonderlijkepositie in → • Geenerfenisuit de middeleeuwen in de vorm van adel en geestelijkheidgericht op handhaven status quo • Lagegedeelteonder de zeespiegel (Sint-Elisabethsvloed van 19 november 1421) • Hollanders waren in feitekolonisten • Doorbrakeninfrastructuur en transportsystemen • Organisatie in vrijeboerengemeenschappen

  8. Trek naar de stad • Door overstromingenweiniglandbouw • Trek van boerennaar de stad • Rond 1500 veeleconomischeminisystemen • Voedingsbodemvoor het ontstaan van eenredelijkgeschooldeberoepsbevolking • Die bevolkingraakte al doendevertrouwd met de basisinstituties van eenmodernemarkteconomie • Rond 1650 woondenermeermensen in de stedendan in de steden van alleDuitselandenbijelkaar

  9. Lagetransactiekosten • Rivieren en zeegatenwaren van nature eenkant en klaarnetwerk van verbindingen • Dezewerden al in de middeleeuwenbewustverbeterd, bijvoorbeeld door het aanleggen van sluizen • Hoge mate van verkeersmobiliteit, waardoor de economieuitveelzelfstandigeeenhedenbestond. • Geenenkeleeenheidkondomineren, zodat de marktenvoldoendeefficiëntkondenblijvenwerken • Toenemendevoorsprong op Vlaanderen en OostEngeland

  10. BruisendBrugge • Frits van Oostrom, ‘Geschiedenis van de Nederlandseliteratuur 1300-1400’, februari 2013 • Drie milieus omstreeks 1400: • Het Hollandsehof (blz. 457-484) • ModerneDevotie (blz. 485-512) • BruisendBrugge (blz. 513-547)

  11. “Instituties en het Pad naar de ModerneEconomie” • Avner Greif (2006): Erbestaateenopvallendeovereenkomsttussen de economische en politiekeinstituties van de commerciëleexpansie in de late Middeleeuwen en die van de moderneeconomie (blz. 395) • In beideperiodendominerenculturelewaarden en normen die samenhangen met individualisme en corporatisme. • De vroegeopkomst van de NederlandseRepubliek en de politiekesuprematie van het EngelseParlementna 1688 berusten op laat-Middeleeuwsefunderingen.

  12. Infrastructuurals basic commodity • Turf: goedkopeenergiebron • Inklinkinggrond in de steden • 1540-1565: Voedselprijzen in Europastijgen • Antwoord: constructie van polders waardoor het waterpeilkunstmatiggeregeldkonworden • Windmolentechnologie (1450-1650) • Uitgebreid net van trekvaarten, waardoor de technologie van het verwerken van houtbelangrijkeimpulsenkreeg.

  13. Voorsprong op rest Europa • Scheepsbouw (kogge, fluit) • Houtzagerij (houtzaagmolen) • Visserij (haringkaken, haringbuis) • Papierindustrie (papiermolen, witpapier) • Grafischeindustrie (export boeken) • Afschaffing 50 chistelijkefeestdagen in 1574, waardoorarbeidstijd en bedrijfstijdlangerwarendan in de rest van Europa • Ruimarbeidsaanbod, elastisch en geografischmobiel

  14. Waaromontwikkelde Nederland zichzovroeg? • Uniekegeografischepositie. • Instituties van de pioniers-economie. • Inhalen en voorbijstreven van koplopers. • Reacties op Kerk (1300-1450)

  15. Reacties op Kerk (1300-1450) • Kerkwistzichgeenraad met de crises die heel Europatroffen in de vorm van honger, pest en oorlog • Geestelijkenvertoonden op ruimeschaaleenbedenkelijkelevenswandel • Lekenbewegingenkanaliseerden de behoefteaaneenauthentiekereligieuzebeweging • Vanafeinddertiendeeeuw: begijnhoven • Vanafeindveertiendeeeuw: ModerneDevotie. In de volkstaalwerd op ruimeschaalvromelectuurvervaardigdvoorindividuelelectuur en bezinning

  16. De erfenis van de Broeders van het Gemene Leven (BGL) • Bas terWeel, DinandWebbink and SemihAkcomak • “Why Did the Netherlands Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life” • CPB Discussion Paper, 228, 21 januari 2013

  17. ModerneDevotie • Woongemeenschappen van de Zusters des GemeenenLevens en iets later ook van de Broeders • Gemeenschappen van nietgewijdegeestelijken • Nadruk op soberheid in navolging van de evangelischeChristus • De ModerneDevotiewordtwelgezienalseenwegbereidervoor de Reformatie, die vooralwortelschoot in het verspreidingsgebied van de ModerneDevotie

  18. BroedersGemene Leven (BGL) Geert Groote (1340-1384), woonde in Deventer Oprichting in 1374 Meester-Geerthuis in Deventer StimuleerdeoprichtingHuizen in anderesteden Motivatie: onvrede met moreelverval RK kerk Doel: terugkeernaargebruikenvroegeChistenen Vertaaldedelen van de bijbel in het Nederlands Probeerde BGL erkendtekrijgen door Utrecht In 1398 instemmingbisschop met de organisatie en de religieuzemotivieven BGL

  19. Organisatie BGL • Geengeloftenaan God • Geenhandenarbeid in de landbouw • Wel: Vertalen en copiëren van boeken • Na 1450 (Mainz) drukken van boeken en onderwijs • BGL bevorderdelezen en schrijvenals instrument om de kerk en de maatschappijtehervormen • Burgers kondencontractenopmaken in het economischverkeer

  20. BGL Huizen • Rood: 23 grotesteden met BGL Huizen • Grote stad: 1000 inwoners of meer in 1400 • Blauw: 12 kleinestedenmer BGL Huizen • In 1400 zijner 67 grotesteden (23 met en 44 zonder) • Bron: Lourens en Lucassen, “Inwoneraantallen van Nederlandsesfeden ca. 1300-1800”, NEHA, 1997.

  21. Verspreiding van ideeën • De eerstehuizen in Deventer (1374), Amersfoort (1395) en Zwolle (1396) • Daarna in veelanderesteden • Delft (1403), Den Bosch (1424), Groningen (1430) • De meeste rectors kwamen van de huizen in Deventer en Zwolle • Invloed van BGL op ChristelijkHumanisme (1470…) • Thomas van Kempen, Erasmus • Invloed op leidendedenkersReformatievanaf 1517

  22. Thomas van Kempen (1380-1472) • Kwam in 1395 op de BGL-school in Deventer • Heel vaardig in kopiëren van manuscripten en kondaardoorzichzelfonderhouden • Hijleiddeeenrustigleven in Zwolle (“met eenboekje in eenhoekje” is van hem afkomstig) • Zijn? bekendstewerk: Over de navolging van Christus • Een leer over vroomheid en deugdenalsonthechting, zuiverheid en eenzaamheid • Het was na de Bijbel het meestverspreideboek van de late middeleeuwen

  23. Netwerken (1400-1550) • Geert Groote en FlorensRadewijns • Twee personenkennenelkaaralsvrienden, collega’s, medestudent of soortgelijkenauwerelatie • Twee personenhebbennaderhand met elkaar contact gehouden • Twee personenhebben contact gehouden via eenderdepersoon of brieven • Twee personenhebbenelkaarnooitontmoet, maarcorrespondeerdenveel met elkaar • Chronologischoverzicht→

  24. Te verklaren: Het effect van BGL op • het aandeel per stad in de Nederlandseproductie van nieuwegedrukteboekuitgaven (1470-1500) • de geletterdheid in Nederland rond 1600 • de verspreiding van de NederlandseOpstandvanaf 1 april 1572 (start in Den Brielle) • de bevolkingsgroei van 67 Nederlandsesteden (1400-1560)

  25. Verschillentussensteden, los van aanwezigheid BGL Huis • Bevolking in 1400 • Afstand tot Deventer (hemelsbreed) • Liggingaan zee • Liggingaaneenrivier • Afstand tot handelsrouteuitRomeinsetijd

  26. Afstand tot Deventer BGL huis? Ja/nee Geschattewaarde BGL Te verklaren

  27. Boekproductievoor 1500 (druk)

  28. Boekuitgaven per capita

  29. Geletterdheidrond 1600 • Bron: Amsterdamsetrouwregisters • Periode 1580-1810: circa 1 miljoenhuwelijken • Plaats van geboortebekend; geeftinformatie over geleterdheid in 33 steden • Niet in Amsterdam geboren: 40% einde 16e eeuw en 70% begin 17e eeuw • Ookinformatie over Duitsesteden • Bron: Archief van Gemeentearchivaris Simon Hart (1976), “Geschrift en Getal”

  30. De verspreiding van de Opstand • Gemetenals het aantaldagenna 1 april 1572 dat de Opstand in eenbepaaldestadplaatsvond • 67 steden • Den Brielle 0 dagen • Vlissingen 21 dagen • Enkhuizen 50 dagen • Hoorn 72 dagen • Deventer 132 dagen

  31. Economischegroei • Stedelijkebevolkingsgroei is eengoede en veelgebruiktemaatvooreconomischegroei in dezeperiode • In de Middeleeuwengroeide het bevolkingsaantalals de stedenrijker en welvarenderwerden • Wanneer we naar de groei van de (Nederlandse) stedenvoor 1400 kijken, zien we geenverschillen in bevolkingsgroei; na 1400 wél→ • Het lijkterdus op dat de aanwezigheid van de BGL heeftgeleid tot meereconomischevoorspoed

  32. Hoe robuustzijn de resultaten? • Bouwde BGL voort op scholen die al voor 1400 bestonden? NEE • Speeldede Oostzeehandel (Hanze, IJsselsteden) ookeenrol? NEE, maarwel via de dummy ‘liggingaan zee’! • Watgebeurterals de afstand tot Deventer wordtvervangen door de afstand tot eenanderestad? NIETS • Hebbenanderereligieuzebewegingenookinvloed? NEE • Watgebeurteralsooksteden in België en Duitsland in de analysewordenmeegenomen? NIETS

  33. Waaromontwikkelde Nederland zichzovroeg? (1350-1550) • Weinigfeodalebeperkingen • Kneedbaregeografischeruimte • Lagetransactiekosten • Grote vrijheids- en eigendomsrechten • Vliegende start na 1350 • Pionierseconomie • Trek naar de stad (al rond 1400 sterkeurbanisatie) • Hogegraad van geletterdheid en informatisering • Infrastructuurals basic commodity (basisgoed)

  34. (Vervolg) • Gebrokenelan in rest Europa (1290-1430) • Imitatie van koploperszoalsBrugge (inhaalgroei) • Weinigakkerbouw, nadruk op veeteelt (kaas) • Import van goedkoopgraan • Imitatie van Duitsebierbrouwers • Haring ging van de Oostzeenaar de Noordzee • Turf alsgoedkopeenergiebron • Dominantie van culturelewaarden en normen die samenhangen met individualisme en corporatisme

More Related