100 likes | 260 Views
Derde of vierde naamval ?. De voorzetsels. Denk aan de doos. Derde of vierde naamval ?. A) als je kunt vragen waar? (een plaats) of wanneer? (tijdstip): 3e naamval B) als je kunt vragen waar naartoe? of is er een beweging in een richting? : 4e naamval
E N D
Derde of vierdenaamval? A) als je kunt vragen waar? (een plaats) of wanneer? (tijdstip): 3e naamval B) als je kunt vragen waar naartoe? of is er een beweging in een richting? : 4e naamval C) als je al deze vragen niet kunt stellen: bij auf en über: 4e naamval bij alle andere: 3e naamval
Is het een derde of vierde naamval? voorbeeld 1Het boek ligt op de bank. Das Buch liegt aufd.. Couch (v). Der Die
Sorry!!!! Dat is nietgoed!!!!!Probeer het nogeenkeertje.
Heel goed !!!! UITLEG: Je kunt vragen waar (ligt het boek) ?, dus derde naamval:- Das Buch liegt aufder Couch.
Is het derde of vierdenaamval? voorbeeld 2 Ik leg het boek op de bank. Ichlege das Buchaufd.. Couch (v). Der Die
Sorry!!!! Dat is nietgoed!!!!!Probeer het nogeenkeertje.
Heel goed !!!! UITLEG: Er is een beweging: het boek wordt ergens neergelegd, dus vierde naamval:Ichlege das Buchaufdie Couch.