160 likes | 338 Views
de meertalige leerling: vloek of uitdaging?. Niels O. Schiller Leiden Institute for Brain and Cognition Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB), Voorburg 23 augustus 2011. 5.000 – 6.000 verschillende talen wereldwijd. vele mensen (zo niet de meeste)
E N D
de meertalige leerling: vloek of uitdaging? Niels O. Schiller Leiden Institute for Brain and Cognition Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB), Voorburg23 augustus 2011
5.000 – 6.000 verschillende talen wereldwijd vele mensen (zo niet de meeste) spreken meer dan één taal (meertaligheid)
Welke definitie van meertaligheid wordt het meest gehanteerd? Welke kanttekeningen zijn daarbij te maken? • lastig te definiëren: taalbeheersing omvat luister-, lees-, spreek- en schrijfvaardigheid • brede definitie: indien er sprake is van enige kennis van een andere taal dan de moedertaal • meertaligheid dus niet alleen gebalanceerde meertaligheid (komt weinig voor en is moeilijk vast te stellen; bestaat het wel?) wat is meertaligheid?
Wat is Nederlandstalig? Kinderen moeten Nederlandstalig zijn om subsidie te kunnen ontvangen (subsidievoorwaarde voor scholen). Maar wat is “Nederlandstalig” eigenlijk precies? En hoe kun je dat meten? LexTALE: Lexical Test for Advanced Learners of English(Lemhöfer & Broersma, PBR, in press; www.lextale.com) Nederlandse en Duitse versies-> naast de gestandaardiseerde en gevalideerde Engelse versie vanLexTALE zijn er ook een Duitse en een Nederlandse versie vanLexTALE beschikbaar. Hoewel ze nog niet gevalideerd of getest zijn wat betreft hun gelijkwaardigheid met de Engelse versie, zijn ze tegelijk met de Engelse versie ontwikkeld. Beiden zijn online beschikbaar of kunnen worden opgeslagen. wat is meertaligheid?
Wat zijn voorwaarden voor een geslaagde meertaligheid? Welke voorwaarden zijn noodzakelijk, en welke dragen bij? • kinderen die vanaf de geboorte verschillende talen krijgen aangeboden doorlopen een gelijktijdige taalverwerving van meerdere talen • verschillende strategieën voor aanleren van meerdere talen: • partnerprincipe (“une personne – une langue”) • beide ouders gebruiken meerdere talen • familietaal (“minderheidstaal”) versus omgevingstaal (“meerderheidstaal”) • “minderheidstaal” (meestal de niet-omgevingstaal) kan versterkt worden door middel van bv extra aandacht (vakantie, voorlezen, etc.) gelijktijdige taalverwerving
Welke factoren (bv leeftijd, taalaanbod, motivatie, intelligentie, etc.) hebben invloed op het leren van een taal? Wat is de precieze bijdrage van deze factoren? (cruciale leeftijdsgrenzen, minimale taalaanbod, enz.) leeftijd: t/m 10-12 jaar, evt 15 jaar; grens: +/- (onset vd) puberteit -> veranderingen hersenplasticiteit taalaanbod: geen taalinput -> maakt taalleren onmogelijk (bv Genie); min. taalaanbod voorwaarde voor taalleren maar: waar de minimumgrens is is niet bekend verder geldt niet: hoe meer, hoe beter/sneller gelijktijdige taalverwerving
Hauser-Grüdl et al., Lingua, 2010 -> geen evidentie dat frequentie in de input van de ouders invloed heeft op bepaalde cross-linguïstische fenomenen in de spraak van meertalige kinderen -> bv: meertalige kinderen analyseren een bepaald complex grammaticaal fenomeen in de L2 (bv “pro-drop” in Romeinse talen) op dezelfde wijze als een vergelijkbaar maar minder complex fenomeen in de L1 (bv Nederlands); meertalige kinderen (L1-NL, L2-SPAN) produceren in hun L2 wel meer pronomina dan Spaanstalige kinderen; dit verschil kan echter niet worden verklaard door de input van de Spaans sprekende ouders (geen verhoogde percentage van realisatie pronomina in hun spraak) -> de L2 data van meertalige kinderen reflecteert niet de taalinput van de ouders en kan dus ook niet op basis daarvan worden verklaard gelijktijdige taalverwerving
Welke factoren (bv leeftijd, taalaanbod, motivatie, intelligentie, etc.) hebben invloed op het leren van een taal? Wat is de precieze bijdrage van deze factoren? (cruciale leeftijdsgrenzen, minimale taalaanbod, enz.) leeftijd: t/m 10-12 jaar, evt 15 jaar; grens: +/- (onset vd) puberteit -> veranderingen hersenplasticiteit taalaanbod: geen taalinput -> maakt taalleren onmogelijk (bv Genie); min. taalaanbod voorwaarde voor taalleren maar: waar de minimumgrens is is niet bekend verder geldt niet: hoe meer, hoe beter/sneller motivatie: minder belangrijk < 10-12 jaar (automatisch taalleren), steeds belangrijker vanaf puberteit; motivatie impliceert aandacht en betere verwerking/geheugenconsolidatie intelligentie: taalleren (relatief) onafhankelijk van intelligentie; taal/spraak is soort-/speciënalgemeen gelijktijdige taalverwerving
Wanneer is het niet (meer) mogelijk om een tweede taal ‘op niveau’ te leren? Is er sprake van een hoogst haalbaar taalniveau, hoe snel kun je een ‘achterstand’ inhalen? leeftijdsgrens voor native-like (= ‘op niveau’) taalleren: ergens tussen 10 en 15 jaar; daarna leer je een taal niet meer automatisch, maar moet je het bewust aanleren; vooral de uitspraak zal vaak achterblijven, kinderen/volwassenen houden altijd een ‘foreign accent’ niveau: het te bereiken niveau is afhankelijk van de hoeveelheid van de taalinput, de hoeveelheid van het gebruik van een taal (‘use it or lose it’), de motivatie, individuele ‘skill’ (“talenknobbel”), etc. achterstand inhalen: met drie uur les per week kan een taal hoogstens op een bepaald niveau worden gehouden, maar kan geen achterstand worden ingehaald gelijktijdige taalverwerving
Wat zijn de voor- en nadelen van meertaligheid? • - is meertalig opvoeden voor een kind problematisch? -> nee • voegt de verwerving van een tweede taal een kind schade toe? -> nee • - is het risico voor taalstoornissen hoger? -> nee • - zal de taalbeheersing van meerdere talen later gelijk zijn? -> niet noodzakelijk • - is er een methode die gegarandeerd werkt om meerdere talen te verwerven? -> nee • - kunnen kinderen verschillende talen vroeg van elkaar onderscheiden? -> ja gelijktijdige taalverwerving
Zijn er ook ‘gevaren’/nadelen van meertaligheid, en welke zijn dat? • meertaligen zijn langzamer bij het benoemen van plaatjes (Gollan et al., 2005) • - meertaligen produceren minder woorden in verbale taken zoals “vloeiendheid” (Rosselli et al., 2000) • meertaligen zijn slechter in lexicale beslissingstaken (Ransdell & Fischler, 1987) • meertaligen hebben meer moeite met de toegang tot het lexicon, ondanks gelijke receptieve vocabulaire scores (Gollan & Acenas, 2004) • > gevaar van niet-meertalig zijn... gelijktijdige taalverwerving
gelijktijdige taalverwerving wat kunnen ouders het beste doen als ze willen dat hun kind meertalig opgevoed wordt? -> geduld hebben en niets forceren -> veel met het kind communiceren -> nadenken over manieren de “minderheidstaal” (meestal de niet-omgevingstaal) te ondersteunen
gelijktijdige taalverwerving hoe werkt het?-> eerst gezamenlijk systeem dat later gesplitst wordt? -> of vroege onderscheiding van verschillende talen? “mixing” van verschillende talen geen bewijs tegen onderscheidingsvermogen; geen teken van chaos of deficit
gelijktijdige taalverwerving onderzoek naar tweede taalverwerving heeft uitgewezen dat het mogelijk is meer dan één taal te gelijk te verwerven zonder dat er cognitieve deficits of bijzonderheden op taalgebied ontstaan; het is dus niet nodig dat één taal een voorsprong krijgt voor een normale ontwikkeling van een kind (zoals lang verondersteld door de “threshold”-hypothese) van kinderen die gelijktijdig met meerdere talen in aanraking komen wordt niet teveel gevraagd de gelijktijdige verwerving van meer dan één taal is een normaal taalverwervingsproces
recentelijk sterke toename in wetenschappelijk onderzoek over meertaligheid: • - aantal meertaligen wellicht groter dan het aantal ééntaligen • de meertalige ‘geest’ is niet twee ééntaligen bij elkaar opgeteld; -> representatie van talen (in de hersenen) kunnen met elkaar interacteren meertaligheid is “hot”