1 / 31

Functioneringsgesprekken en competentiemanagement

Functioneringsgesprekken en competentiemanagement. INHOUD. Het kader : permanente coaching van medewerkers Bouwstenen, instrumenten en vaardigheden van de coach Coachinggesprekken. 1. Het kader : permanente coaching van medewerkers. Niet-directief Emancipatorisch Medewerker staat centraal

Download Presentation

Functioneringsgesprekken en competentiemanagement

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Functioneringsgesprekken en competentiemanagement

  2. INHOUD • Het kader : permanente coaching van medewerkers • Bouwstenen, instrumenten en vaardigheden van de coach • Coachinggesprekken

  3. 1. Het kader : permanente coaching van medewerkers • Niet-directief • Emancipatorisch • Medewerker staat centraal • Gericht op ontwikkeling en groei • Positieve focus : potentieel, niet tekortkomingen • Dienend leiderschap

  4. Uitgangspunten Coaching • Het bedrijf groeit maar naarmate de medewerkers groeien. • Groeien betekent toenemend zelfvertrouwen, zelfkennis en zelfsturendheid. • Coaching is medewerkers stimuleren : - tot het ontdekken van zichzelf - om persoonlijke en professionele groei te bevorderen - en het zelfsturend vermogen van de medewerkers te verhogen.

  5. Dimensies van coaching Observatie- en gesprekscriteria PERSOON ARBEIDSGEDRAG RESULTATEN Capaciteiten Trekken Motivatie Kennis Kunde EXTERNE FACTOREN

  6. Kenmerken Prestatiebeoordeling Wat: Resultaten, gedrag Doel: belonen, bemensen Aard: beslissend Tijd: verleden/heden Gesprek: éénrichting Chef: beoordelaar Eisen: objectiviteit Coaching Gedrag,competenties, resultaten, context Coaching, ontwikkelen Kwalitatief, dynamisch Vooral toekomstgericht Tweerichting Coach, steunen, faciliteren Motiveren, stimuleren

  7. Coaching is een permanente opdracht voor elke leidinggevende. Naast de dagdagelijkse coaching, als stijl en attitude, is er periodieke coaching met meer formele « coachinggesprekken « .

  8. De plaats van de Coach In de tribune Op het veld Aan de zijlijn

  9. 2. Bouwstenen, instrumenten en vaardigheden van de coach

  10. Bespreking vragenlijst Coachingvaardigheden

  11. INTERVENTIE-CATEGORIEEN HELPER/FACILITEREND EXPERT/STUREND Losmaken Confronteren Stimuleren Informeren Ondersteunen Voorschrijven

  12. LOSMAKEN LOSMAKEN VAN GEVOELENS DIE HET PROCES BLOKKEREN • WANNEER • Als medewerker bang is om te falen of risico te nemen • Als medewerker zich incompetent voelt • Als medewerker gefrustreerd, gedemotiveerd of kwaad is • VAARDIGHEDEN • Vragen stellen • Actief Luisteren • Parafraseren (“playing back”) • Terugspelen van de gevoelensdie men onderkent • Creëren van ondersteunende • sfeer • VALKUILEN • Psychiatertje spelen • Meer praten dan luisteren • Te snel meevoelen • Te lang laten duren, te • diep gaan

  13. Aandachtgevend gedrag SOFTEN Smile Silence Open posture Open gestures Forward lean (Touch) Eye contact Nod

  14. 1. Open versus gesloten 2. Neutraal versus suggestief 3. Doorvragen 4. Opinievragen versus feiten- of gedragsvragen Losmaken : Vragen

  15. Oefening : Losmaken

  16. STIMULEREN STIMULEREN ZELFONTDEKKING, ZELF LEREN • WANNEER • Om een beter begrip van de situatie te krijgen • Om de medewerker aan te zetten om verantwoordelijkheid te • nemen • Om de betrokkenheid en motivatie te verhogen • VAARDIGHEDEN • Breed gamma van vragen • Reflectie en parafraseren • Stimuleren van nieuwsgierigheid • Handen in zakken houden • Stilte • VALKUILEN • Te veel gesloten vragen • Te snel structureren • Vervallen in voorschrijven • UW nieuwsgierigheid volgen

  17. GEDRAGSKENMERKEN Intern toeschrijvingsgedrag Doel-stellingsgedrag Feedbackgedrag Grotere creativiteit Grotere intellectuele flexibiliteit Meer diepgang en energie ZELFMOTIVATIE GEVOLGEN Sterker gevoel van eigenwaarde Groter plichtsbewustzijn Positiever gevoelsleven Grotere tevredenheid en vertrouwen Beter fysisch, psychisch en mentaal welzijn Meer levensvreugde Zelfsturend vermogen

  18. “GROW” – Kapstok Voor coaching gesprekken Goals duidelijke doelstellingen Reality bevragen en verhogen van de inschatting van de situatie R W G Will checken van de motivatie, concrete plannen om het doel te bereiken Options vinden van alternatieve strategieën, oplossingen, antwoorden O

  19. ONDERSTEUNEN OPBOUW VAN ZELFVERTROUWEN • WANNEER • Om zelfvertrouwen op te bouwen • Om het nemen van risico’s te stimuleren • Om succes te belonen • VAARDIGHEDEN • Waardering uiten • Vertrouwen tonen • Je fouten meedelen • Zelfrespect aanmoedigen • VALKUILEN • Paternaliseren • ‘Ja, maar.....’ steun • Overdrijven • Geremd door eigen emoties

  20. Steunen - Perspectiefwissel en empathie - Inleven - Aan de kant van andere gaan staan (begrip tonen) - Waardering uiten - Moed inspreken - Geduld oefenen

  21. CONFRONTEREN VERHOGEN ALERTHEID, CHALLENGEN VAN ONDERSTELLINGEN • WANNEER • Om gevolgen van acties te tonen • Om medewerkers onderstellingen te ‘challengen’ • Verhogen van bewustzijn van andere percepties • VALKUILEN • Vermijden moeilijke kwesties • Straffen • Handelen als kwade ouder • Oordelen over persoonlijkheden • Confronteren op onbelangrijke • topic • VAARDIGHEDEN • Vragen stellen • Constructieve feedback geven • Challengen van excuses

  22. PLUSTAAL 1. Ik-boodschap Zelfopenbaring 2. Concreet : gedragsinformatie 3. Positief : wat ik wel wil 4. Toekomstgeoriënteerd 5. Wensen, op prijs stellen 6. Ruimte voor reactie 7. Zo snel mogelijk 8. Correct MINTAAL Jij, men, ze 2. Abstract, etiketterend 3. Negatief : wat ik niet wil 4. Uitspinnen verleden 5. Normatief : moeten 6. Poneren 7. Opkroppen, uitstellen 8. Ontkrachten of opblazen Constructief feedback geven

  23. Motivatiegesprek : structuur • Stap 1 : Wat wil ik bereiken met dit gesprek? (Minimaal…..maximaal) • Stap 2 : Starten met onbetwistbaar feiten- of gedragsmateriaal (Ik stel vast dat …) + effecten • Stap 3 : In ik-vorm formuleren wat u verwacht voor de toekomst • Stap 4 : Ruimte laten en au sérieux nemen van reacties • Stap 5 : Expliciteren afspraken en agenderen volgend gesprek

  24. Oefening : Motivatiegesprek

  25. INFORMEREN INFORMATIE GEVEN AAN DE MEDEWERKER • WANNEER • Als medewerker informatie nodig heeft om te starten • Om medewerkers problemen op te lossen • VALKUILEN • Overload • Te veel vaktaal gebruiken • Informatie niet structureren • Niet zeggen WAAROM hetbelangrijk is • INSTRUCTIE ipv LEREN • VAARDIGHEDEN • Presenteren op duidelijke • manier • Check informatie • Aanzetten tot vragen stellen

  26. VOORSCHRIJVEN DIRECTIEF, ADVIES, AANBEVELINGEN • WANNEER • Als medewerker onvoldoende vertrouwen heeft • Als medewerker niet bekwaam is om eigen ontwikkeling • te sturen • VALKUILEN • Ongevraagd advies geven • Oplossingen opleggen • Creëren vanafhankelijkheid • Twijfelen • Over-controleren • VAARDIGHEDEN • Diagnose behoefte • Inzicht in leerproces • Duidelijke instructies geven

  27. 3. Periodieke coachinggesprekken

  28. Werkafspraken voor verbetering Benutten en ontwikkelen van competenties Realisatie organisatie- of afdelingsdoelen Motivatie Verbetering relatie en communicatie Informatie chef over werk medewerkers Doelstellingen

  29. Randvoorwaarden • Goede relatie, open sfeer, coachingstijl • Duidelijkheid over doelstellingen, processen, betrokkenen, rapportering, enz. • Vaardigheid in gesprekstechniek • Consistentie met andere instrumenten, zoals prestatiebeoordeling • Goede voorbereiding en training • Juiste personen spreken met elkaar

  30. Mogelijke themata • Werkbeleving • Functie-inhoud • Organisatie • Samenwerking • Werkomstandigheden • Werkmiddelen • Opleiding • Doelstellingen

  31. Proces • Heropfrissing doelstellingen gesprek • Afspraak +/- 2 weken vooraf • Een “eiland” creëren in tijd en ruimte • Themata inventariseren (die van medewerkers eerst) • Samen prioriteiten bepalen • Thema per thema bespreken, naar concrete afspraak toewerken, notuleren • Feedback geven en vragen over gesprek

More Related