170 likes | 337 Views
Do’s and don’ts in een integraal en geïntegreerd drugbeleid. Studievoormiddag VVSG – 17 juni 2009. 1. Onderzoeksdoelstelling 2. Onderzoeksvragen en methodologie 3. Conceptueel kader 4. Resultaten 4.1. (Inter)nationale good practices 4.2. Inventarisering actoren en bevoegdheden
E N D
Do’s and don’ts in een integraal en geïntegreerd drugbeleid Studievoormiddag VVSG – 17 juni 2009
1. Onderzoeksdoelstelling • 2. Onderzoeksvragen en methodologie • 3. Conceptueel kader • 4. Resultaten • 4.1. (Inter)nationale good practices • 4.2. Inventarisering actoren en bevoegdheden • 4.3. Samenwerking: randvoorwaarden en knelpunten • 5. Aanbevelingen
1. Onderzoeksdoelstelling • Onderzoeksdoelstelling: • Goede praktijken en richtlijnen aanreiken om een integraal en geïntegreerd drugbeleid (verder) uit te bouwen in België
2. Onderzoeksvragen en methodologie • 1. Welke beleidsactoren, bouwstenen en randvoorwaarden zijn noodzakelijk bij de implementatie van een integraal en geïntegreerd drugbeleid? • Literatuurstudie evaluatiestudies: • ‘Wat’ werkt? = welke interventies zijn effectief? • ‘Hoe’ werkt het? = wat zijn de sterke en zwakke punten van een interventie? Wat zijn de randvoorwaarden?
2. Onderzoeksvragen en methodologie • 2. Zijn deze beleidsactoren, bouwstenen en randvoorwaarden aanwezig in België? • Inventarisering actoren en bevoegdheden adhv: • institutioneel kader: bestaande onderzoeken, wetgevende documenten en richtlijnen • bestaande samenwerkingsverbanden: bevraging van het werkveld • 3. Hoe dient een integraal en geïntegreerd drugbeleid te worden opgezet? Wat zijn randvoorwaarden en knelpunten bij het implementeren van samenwerkingsverbanden? • Haalbaarheidstudie: interviews en focusgroepgesprekken
3. Conceptueel kader • Een ‘integraal en geïntegreerd drugbeleid’? • Integraal • Allesomvattend, volledig • Inwerken op alle deelaspecten waaruit het drugfenomeen bestaat • Gezondheid, (sociaal-)economische aspecten, veiligheid, … • Zowel nationaal als internationaal • Een integrale benadering vergt een geïntegreerde aanpak • Geïntegreerd • Betrokkenheid van alle relevante actoren, diensten en sectoren in de aanpak van het drugfenomeen • Een horizontale afstemming tussen alle sectoren en verticale afstemming tussen alle bevoegdheidsniveaus
3. Conceptueel kader • Classificatie vier sectoren:
4. Resultaten • 4.1 Internationale good practices! • Oriëntatie naar de hulpverlening (HV) vanuit politie en justitie (V) • Op ieder echelon van de strafrechtsbedeling • Arrest referral schemes, Proefzorg, Drug courts, CARAT • Daling van druggebruik en recidive • Knelpunten en randvoorwaarden: communicatie, opleiding, taakverdeling, protocol, hulpverleningsaanbod • Toeleiding naar arbeid • Werken aan drugproblematiek (HV) opleiding of arbeidstraining (W&G) arbeidsplaats • Verbetering verschillende levensdomeinen • Knelpunten en randvoorwaarden: coördinatie, protocol, inbedding in hulpverlening
4. Resultaten • 4.1 Internationale good practices! • Dag- en nachtopvang • Alternatieve (dag)besteding en aanbieden basisvoorzieningen • Daling overlast en druggerelateerde criminaliteit (V), daling druggebruik, verbetering levensdomeinen (HV) • Knelpunten en randvoorwaarden: overleg, communicatie, taakverdeling • Preventie en vroeginterventie • Multi-agency project: W&G, P, HV, V , ‘Communities that Care’ • Inwerken op risico – en beschermende factoren • Daling delinquent gedrag en (problematisch) druggebruik • Knelpunten en randvoorwaarden: betrokkenheid actoren, evalueren, coordinatie en communicatie
4. Resultaten • 4.1 Internationale good practices! • Samenwerking met andere sectoren • Sector Veiligheid + …: vastgoedsector, ruimtelijke (her)ordening, bestuurlijke overheid, … • Daling druggerelateerde overlast • Beleidsontwikkeling en – afstemming: • Betrokkenheid alle sectoren voor de uitbouw van een effectief lokaal integraal en geïntegreerd drugbeleid • Knelpunten en randvoorwaarden: betrokkenheid actoren, coördinatie en evaluatie
4. Resultaten • 4.2 Inventarisering actoren en bevoegdheden • Institutioneel kader van actoren en bevoegdheden (zie eindrapport) • Bestaande samenwerkingsverbanden: • Oriëntatie naar de hulpverlening (HV) vanuit politie en justitie (V) • Bvb: Proefzorg, DBK, CAP, … • Wenselijke praktijken: verdere uitbouw en uitbreiding én betrokkenheid van de W&G • Dag en nachtopvang • Bvb: Stuurgroep nachtopvang, … • Wenselijke praktijken: verdere uitbouw en uitbreiding wenselijk (o.a. voor moeilijk te bereiken doelgroepen)
4. Resultaten • 4.2 Inventarisering actoren en bevoegdheden • Preventie en vroeginterventie • Bvb: Maat in de shit project, Drugs Preventie Project • Wenselijke praktijken: uitbreiding projecten gericht naar sociale en leefvaardigheden • Beleidsontwikkeling en –afstemming • Bvb: Stuurgroepen drugbeleid, intergemeentelijke overlegraden • Wenselijke praktijken: rationalisatie proces
4. Resultaten • 4.3 Samenwerking: randvoorwaarden en knelpunten Bij het implementeren van intersectorale samenwerkingsverbanden: • Overleg en netwerking • Kennis over elkaars werking • Sectorversterking • Protocol of overeenkomst: duidelijke verdeling van taken • Coördinatie: een sturend mandaat • Top-down: een concrete beleidsvisie • Bottom-up: nieuwe ontwikkelingen • Voldoende en afgestemd hulpverleningsaanbod • Werken rond de verschillende levensdomeinen • Tussenschakel tussen V en HV
5. Aanbevelingen • 1. Verdere inbedding Algemene Cel Drugbeleid als coördinatie – en beslissingsorgaan op federaal niveau zodat verticale en horizontale beleidsafstemming mogelijk wordt • Top-down: communicatie naar provinciale en lokale overheden voor concretiseren beleid • Bottom-up: good practices ‘opzuigen’ en verspreiden • Randvoorwaarden creëren zodat good practices mogelijk worden • 2. Installatie van een intersectoraal overlegorgaan op provinciaal niveau in functie van de beleidsontwikkeling van de federale en regionale overheden
5. Aanbevelingen • 3. Beleidsintenties moeten zichtbaar worden in financieringskanalen • Bevoegdheidsverdeling drugbeleid is niet eenvoudig (multidimensionaliteit van het drugfenomeen) • Des te meer noodzakelijk dat ieder bevoegdheidsniveau de verantwoordelijkheid voor deelaspecten van het drugbeleid opneemt • 4. Duurzame en structurele financieringskanalen zijn randvoorwaarden voor de uitbouw van een integraal en geïntegreerd drugbeleid • 5. Evidence based beleid en instrumenten voor beleidsmonitoring en –evaluatie zijn noodzakelijk om een effectief integraal en geïntegreerd drugbeleid te implementeren
5. Aanbevelingen • 5. Installatie en uitbreiding van (inter)nationale good practices! • Oriëntatie naar sector HV vanuit sector V op ieder echelon van de strafrechtsbedeling, met systematische betrokkenheid van sector W&G • Dag – en nachtopvang en toeleiding naar arbeid- en woonprojecten • Intersectorale interventies in het kader van preventie en vroeginterventie • Samenwerking vanuit sector V met niet-traditionele sectoren, zoals vastgoedsector, ruimtelijke (her)ordening en bestuurlijke overheid • 6. Vermijden van bad practices • Interventies louter gericht naar repressie hebben hun effectiviteit niet bewezen in de reductie van druggebruik en druggerelateerde overlast/criminaliteit • Preventie d.m.v. informatielessen rond drugs en druggebruik door politie is minder effectief
5. Aanbevelingen • 7. Wegwerken van bestaande knelpunten, omzetten in essentiële randvoorwaarden • Creëren van overleg, investeren in kennisoverdracht en opleiding • Inzicht in mogelijkheden en grenzen inherent aan ieders werkkader en finaliteit schept opportuniteit voor toekomstige samenwerking • Sectorversterking • Samenwerking formaliseren • Afsprakenkader gekoppeld aan sturend mandaat (coördinator)