10 likes | 312 Views
Verbetering van de zorg in het verzorgingshuis. NHG-kaderopleiding Ouderengeneeskunde, verbeterplan fase 2. Jacqueline Zinkweg, huisarts namens Huisartsenpraktijk Friso en in samenwerking met Stichting Topaz. Inleiding: Constateringen in het verzorgingshuis : Toenemende complexe zorg
E N D
Verbetering van de zorg in het verzorgingshuis NHG-kaderopleiding Ouderengeneeskunde, verbeterplan fase 2 Jacqueline Zinkweg, huisarts namens Huisartsenpraktijk Friso en in samenwerking met Stichting Topaz Inleiding: Constateringen in het verzorgingshuis: Toenemende complexe zorg Onvoldoende kwaliteit verzorgend personeel Onvoldoende gestructureerde zorg en samenwerking binnen de eerste lijn Onduidelijke taakverdeling Geen samenwerking tussen de huisarts en de specialist ouderengeneeskunde Zorg voor bewoners is ook grote belasting voor huisarts Ouderen in verzorgingshuizen vallen ongeveer twee keer zo vaak als thuiswonenden In samenwerking met stichting Topaz en REOS is dit kwaliteitsproject tot stand gekomen met als doel: zorg en samenwerking in het verzorgingshuis verbeteren • Methode: • >Wekelijkse patiëntenbespreking op een vaste dag. Indien nodig vindt een visite plaats (of wordt de patiënt in de spreekkamer gezien) • >Alle veranderingen qua beleid/medicatie worden tijdens dit overleg besproken en vastgelegd in het zorgdossier van de bewoner en in het digitale dossier van de huisarts via een HIS-aansluiting op locatie. Medicatiewijzigingen worden direct aan de apotheek doorgegeven • >Jaarlijkse multidisciplinaire patiëntenoverleg (MDO): • -tenminste 1x/jr per bewoner (vaste verzorgende, evt. behandelend FT en POH) ; op uitnodiging evt. een ergotherapeut en/of specialist • ouderengeneeskunde (SOG) • Bij ZZP-code 4 of hoger wordt de HA uitgenodigd: is persoonlijk aanwezig of geeft medisch relevante informatie door aan SOG. De HA ontvangt altijd • een verslag van het MDO • >Jaarlijkse medicatiecheck van elke bewoner door HA en apotheker samen • >Voor iedere patiënt wordt één verzorgende aangewezen als eerstverantwoordelijke (EVV-er) en zij fungeert als aanspreekpunt voor zowel de HA, andere zorgverleners en familie • >Bij elke nieuwe bewoner • -met een ZZP code 3 of hoger vindt een consult door de SOG plaats • -door HA en EVV-er wordt een gezamenlijk behandel- en zorgplan opgesteld, waarin de adviezen van de SOG worden meegenomen • -wordt een valrisico-analyse gemaakt door de EVV-er • >streven naar protocollair werken door periodiek scholing voor verzorgenden te organiseren welke alternerend door HA, SOG of POH zal worden verzorgd Resultaten: Procesindicatoren: -elke patiënt tenminste 1x MDO -alleen nog spoedvisites tussendoor, immers wekelijks overleg -protocollair werken: 1 uur/2 mnd onderwijs (door HA/SOG/POH) -HIS-aansluiting op locatie -medicatiecheck van elke bewoner -van iedere nieuwe bewoner met een ZZP-code 3 of hoger consult SOG en bij allemaal een valrisicoanalyse door EVV-er Kwaliteitsindicatoren: Is er gedurende de looptijd van het project: 1) een reductie van het aantal valincidenten van patiënten van HAP Friso t.o.v. patiënten van overige HA? 2) een reductie van het aantal acute opnames in een ziekenhuis van patiënten van HAP Friso t.o.v. patiënten van de overige HA? 3) het gebruik van benzodiazepines onder patiënten van HAP Friso minder dan t.o.v. patiënten van de overige HA? 4) een toegenomen werktevredenheid onder het verzorgend personeel en de HA? De eerste 3 vragen zullen bij elke bewoner op dag 0 en op dag 360 van het project moeten worden beantwoord op een vragenformulier in de status. Bias door het foutief of onvolledig beantwoorden hiervan door verzorgenden is onvermijdelijk. Conclusie: Dit project leverteenpositievebijdrage aan de kwaliteit van zorgvoorouderen in het verzorgingshuis en aan de samenwerkingtussenhuisartsen en specialistenouderengeneeskunde