Ho 2: Grip op tijd

1. Ho 2: Grip op tijd

2. Overzicht grip op tijd

3. Zoveel te doen!

4. Waar neem jij tijd voor? Neem de tijd om: • te werken, want dat is de prijs van het succes • na te denken, want dat is de bron van de kracht • te spelen, want dat is het geheim van de jeugd • te lezen, want dat is de basis van kennis • vriendelijk te zijn, want dat is de poort naar het gelukkig zijn • te dromen, want dat is de weg naar de sterren • lief te hebben, want dat is de ware levensvreugde • vrolijk te zijn, want dat is de muziek van de ziel

5. Timemanagement Timemanagement is: effectief omgaan met tijd, waarbij prioriteiten worden gesteld op basis van belangrijkheid en urgentie.

6. Voordelen van timemanagement • efficiënter en plezieriger werken • meer grip op je leven krijgen • betere resultaten door efficiënter werken • preventie van stressklachten, RSI en burn-out

7. Opdracht • Beschrijf een situatie waarbij er sprake was van te weinig tijd en die je graag in de toekomst wilt voorkomen. • Maak op basis hiervan persoonlijke doelen.

8. Tijdrovers • Individueel jouw tijdrovers inventariseren. • Maak daarna een top 5 van tijdrovers. • Gezamenlijk in een groepje een top 10 van de groep maken.

9. Oorzaken van tijdproblemen • Werkdruk • Kenmerken van het werk • Invloeden van anderen • Jouw persoonlijkheid

10. Kenmerken van het werk

11. Oplossingen voor tijdrovers Inventariseer per tijdrover van de top 10, of : • de oplossing ligt bij de student • de oplossing ligt bij het team • de oplossing ligt bij de docenten / de opleiding • de tijdrover niet oplosbaar is. Hang de post-its met tijdrover bij het bord van de oplossing.

12. Organiseer een feest! 1. Welke activiteiten doe je als je een groot feest wilt organiseren? 2. Cluster de activiteiten in logische taken. 3. Bedenk wanneer het feest geslaagd is: welk resultaat wil je behalen?

13. Activiteitenanalyse Essentie van de functie: • Activiteiten • Taken • Resultaatgebieden

14. Opdracht activiteitenanalyse • Noteer je activiteiten van twee dagen. • Cluster activiteiten die bij elkaar horen tot een taakgebied. • Cluster de taakgebieden in meetbare resultaten.

16. Prioriteitenmatrix

17. Timemanagement in 5 stappen Stap 1: Moetik dit nu doen? Assertiviteit Stap 2:Moet ikdit nu doen? Delegeren Stap 3: Moet ikditnu doen? Prioriteiten stellen Stap 4: Moet ik ditnudoen? Plannen Stap 5: Moet ik dit nudoen? Alternatieven zoeken

18. Opdracht prioriteiten stellen Onderzoek welke taken van jou in de verschillende vakken horen.

19. Uitspraken • Er is geen verschil tussen werktijd en privétijd. Er is maar één tijd: jouw tijd. • Doe je wel wat je wilt? Wil je wel wat je doet? • Tijd is een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat niet alles tegelijk gebeurt. • Timemanagement is organiseren en uitvoeren op basis van prioriteiten. • Gebruik je energie voor datgene waarop je invloed hebt. • Heb je geen energie? Of heb je er geen energie voor over? • We hebben niet weinig tijd, maar we laten veel tijd verloren gaan.

20. Maak een to-do lijst • Alles opschrijven op een verzamellijst (gebruik hersens om te denken, niet om te onthouden) • To-do lijst maken volgens wasmand principe(eerst verzamelen, daarna sorteren) • Aan het eind van de werkdag: • Afstrepen (maak iedere dag iets af) • To-do lijst maken voor de volgende werkdag

21. Zorg voor een goede agendaplanning • Wissel doen en denken af • Cluster doetaken als telefoontjes en e-mail • Zorg voor buffertijd

22. Werk doelgericht • Doe één ding tegelijk en doe het meteen goed • Splits grote taken op in deeltaken en stel deadlines • Orden e-mail in mappen • Vermijd perfectionistisch gedrag

23. Communiceer duidelijk • Kom afspraken na, neem anders tijdig contact op • Geef duidelijk aan wanneer je onder tijdsdruk staat en niet gestoord wil worden

24. Opdracht feedback geven Geef elkaar feedback naar aanleiding van de timemanagement tips.

25. Cartoon

26. Rondje ‘Goed nieuws’

27. Voordelen van timemanagement • efficiënter en plezieriger werken • meer grip op je leven krijgen • betere resultaten door efficiënter werken • preventie van stressklachten, RSI en burn-out

28. Stellingen (1) • Ik stel prioriteiten op basis van mijn resultaatgebieden. • Ik doe de dingen niet zo snel mogelijk, maar zo effectief en efficiënt mogelijk waarbij ik zo min mogelijk energie verspil.

29. Stellingen (2) • Ik zorg ervoor dat de tijd die ik besteed aan mijzelf en aan anderen in balans is. • Ik ben mij bewust van mijn sterktes en zwaktes in het omgaan met problemen, tijdsdruk en stress.