520 likes | 690 Views
Kennisacquisitie en - modellering Rogier van Eijk. college 4 Domeinmodellering en elicitatie. Vorige keer : taaktypen en taakmethoden. Vandaag:. Hoe het domein te modelleren? Activity diagrams: Notaties Begrijpen van elicitatietechnieken. Domeinmodelleren. Soorten kennis.
E N D
Kennisacquisitie en -modelleringRogier van Eijk college 4Domeinmodellering en elicitatie
Vandaag: • Hoe het domein te modelleren? • Activity diagrams: Notaties • Begrijpen van elicitatietechnieken
Soortenkennis • Taakkennis • doelgericht • onderverdeeld in functionelestappen • Domeinkennis • relevantedomeinkennis • Inferentiekennis • basis redeneerstappen die in het domeingemaaktkunnenworden en die door taken wordentoegepast
Kennismodel: overzicht Task knowledge task goals task decomposition task method DIAGNOSIS (task) Inference knowledge basic inferences roles cover verify (inference) (inference) Domain knowledge Symptom Disease Test domain types (type) (type) (type) domain rules domain facts
Taakbeschrijving • “De auto doet het niet. Ik voorzie op dit moment twee voor de hand liggende oorzaken: De benzine is op of de accu is leeg. Als de benzine op is dan zou de benzinemeter op nul moeten staan. Als de accu leeg is dan zou het acculampje op het dashboard moeten branden. Of de auto zou met behulp van een startkabel weer aan de praat gebracht moeten kunnen worden. Een lege accu komt veel vaker voor dan een lege benzinetank. Ik kijk op het dashboard, maar het acculampje brandt niet. Dan probeer ik de auto via een startkabel aan de gang te krijgen. Dat lukt!”
Domeinschema’s • Domeinschema’skunnensnel heel grootworden. • Hoe houd je ze in bedwang? Gebruik de taakmethode
Domeinkennis • Domeinschema • Schematischebeschrijving van het domein door middel van domeinconstructen (zoalsconcepten) • Kennisbank • Instanties van constructenuit het domeinschema
Constructenvoor het domeinschema • Concept • cf. object class (zondermethoden) • Relatie • cf. association • Attribuut • primitievewaarde • Rule type • Relatiestussenexpressies (nietstandaard OO)
Sub/super en part/whole • ouder • vader of moeder • disjunctieve combinatie • sub/supertype • ouders • vader en moeder • conjunctieve combinatie • part/whole
Modelleren van regels • Kenniswordtvaakuitgedrukt in regels • Kennismodelleren is er op gerichtom regels tevinden die eengezamenlijkestructuurhebben • Een regel is daneeninstantie van eenregeltype
Regeltype • Modelleerteenrelatietussenexpressies over attribuutwaarden van concepten, bijv: gas-dial.value= zero -> fuel-tank.status = empty • Staatvooreenverzameling concrete regels die eengezamenlijkestructuurhebben • Omdat regels niet strict logischhoeventezijnbevat het ookeenzogenaamd ‘connection symbol’
Structuur van regeltypen <antecedent> <connection-symbol> <consequent>
Kennisbank • Regeltypesstaan in het domeinschema • Regels in de kennisbank • Bevatinstanties (regels) van regeltypen • structuur • USES: <types used> from <schema> • EXPRESSIONS: <instances>
Voorbeeldkennisbank KNOWLEDGE-BASE car-network; USES: state-dependency FROM car-diagnosis-schema, manifestation-rule FROM car-diagnosis-schema; EXPRESSIONS: /* state dependencies */ fuse.status = blown CAUSES power.status = off; battery.status = low CAUSES power.status = off; …. /* manifestation rules */ fuse.status = blown HAS-MANIFESTATION fuse-inspection.value = broken; battery.status = low HAS-MANIFESTATION battery-dial.value = zero; ….. END KNOWLEDGE-BASE car-network;
Practicum Activity diagrams
Action state • Basisingredient • Toestandwaarinietsgedaan / eentaakuitgevoerdwordt • Toetstandeindigtals de taakklaar is • Dan kanereenovergangplaatsvindennaareennieuwetaak • Erzijnspecialesymbolenvoor de begintoetstand en de eindtoestand
Keuze • Overgangenzijndeterministisch • Alseenovergangafhangt van de resultaten van eenactiviteitvoegdaneenkeuze-constructie toe.
Parallelleactiviteiten • Alsactiviteitentegelijkertijdplaatsvindenvoegdan de constructievoorparallelleactiviteiten toe • Zorgdat het duidelijk is wanneer de parallelliteitweerophoudt.
Swim lanes • Alseenproces over meerdere agents gedistribueerd is maakdangebruik van zogenaamde swim lanes. • Laatvoorelke agent zien hoe dezebij het procesbetrokken is.
Objecten • Alserinformatie-afhankelijkhedentussenactiviteitenzijn kun je deze door middel van objecten in het actitivitydiagram weergeven
KAM • Elicitatietechnieken: laddering, card sorting, repertorygrid.
Repertorygrid George Kelly: “Elke mens is een wetenschapper”
Repertory Grid • Basismechanisme: • vergelijk steeds 3 elementen • waaropzijn twee gelijk en verschillenze van de derde? • Eliciteertconstructen • scalair en bipolair
Repertory Grid • Pas toe op: • appel, citroen, sinaasappel • appel, citroen, banaan • bloemkool, citroen, banaan • Gordon, Jeroen van der Boom, Rene Froger • diagnose, monitoring, assignment • diagnose, monitoring, assessment • repertory grid, concept sorting, protocol analysis
Repertory grid • Hoe komt de knowledge acquisiteur aan de geschikte elementen? • En hoe worden deze gepresenteerd?
En nu andersom • Vul aan met een interessant 3e element: • waarom interessant? • havik, valk, … • tahoe, tempeh, … • assignment, scheduling, … • accu, benzinetank, …
Opdracht • Jurjen stelt de volgende variatie op ‘repertory grid’ voor: neem in plaats van groepjes van drie elementen (‘triads’) steeds groepjes van twee elementen. • Welke effecten heeft dit op het elicitatieproces?
firma interview – part 3 http://www.youtube.com/watch?v=FfxHwaFlqTM