1 / 76

Cognitieve ontwikkeling en schoolrijpheid

Cognitieve ontwikkeling en schoolrijpheid. Prof. Karine Verschueren Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent K. U. Leuven. Cognitieve ontwikkeling. Belang van kijken doorheen bril normale ontwikkeling. Tal van hulpvragen ~ leren

lanza
Download Presentation

Cognitieve ontwikkeling en schoolrijpheid

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Cognitieve ontwikkeling en schoolrijpheid Prof. Karine Verschueren Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent K. U. Leuven

  2. Cognitieve ontwikkeling

  3. Belang van kijken doorheen bril normale ontwikkeling • Tal van hulpvragen ~ leren • Sterke neiging om meteen te denken i.t.v. stoornissen • Blik verruimen  ook denken i.t.v. ontwikkelingsgebonden tekorten in cognitief functioneren en implicaties voor leren • Niet met bedoeling: probleem minimaliseren • Wel: inzicht van betrokkenen verhogen + gepaste handelingsadviezen

  4. Eigen invalshoek • Verschillende theoretische kaders • Informatieverwerkingsbenadering • Meest recent • Best onderbouwd met onderzoek • Zegt veel over denkontwikkeling (in ruime zin) zonder kwalitatieve sprongen in de aard van het denken te veronderstellen • Ontwikkeling van aandacht, geheugen en metacognitie en zelfregulatie

  5. Opdracht • Verworvenheden op ontwikkelingslijn plaatsen • Grove indeling: • Kleutertijd • Begin lager onderwijs (1ste graad) • Midden lager onderwijs (2de graad) • Einde lager onderwijs (3de graad) • Secundair onderwijs

  6. Ontwikkeling van aandacht • Aandachtsproblemen worden heel vaak gemeld, m.n. in lagere school leeftijd • Wat verstaat men onder aandacht ? • eerste stap in informatieverwerkingsproces • verschillende deelaspecten: • Volgehouden aandacht: vermogen om aandacht voldoende lang bij een taak te blijven houden (vs. gemakkelijk afgeleid worden door interne of externe stimuli)

  7. Ontwikkeling van aandacht • Selectieve aandacht: vermogen om aandacht specifiek te richten op relevante taakkenmerken en andere kenmerken te negeren. • Andere vormen van aandachtscontrole: vermogen om bewuste controle uit te oefenen op aandachtsprocessen (aandacht verdelen, aandacht verruimen of versmallen ~ taakeisen, …)

  8. Aandachtsproblemen ontwikkelingsgebonden ? • Deels niet: • Temperamentskenmerken (in combinatie met omgeving) => op elke leeftijd grote interindividuele verschillen • Taakkenmerken • Deels wel: • Jonge kinderen meer moeite met volgehouden, aandacht, selectieve aandacht en aandachtscontrole dan oudere kinderen

  9. Volgehouden aandacht • Belangrijke ontwikkelingen tijdens peuter- en kleuterjaren w.b.t. voldoende lang aandacht kunnen vasthouden

  10. 1 2 3 4 Seconds per Orientation Age in Years Attention to Sesame Street source: after Anderson & Levin (1976)

  11. Volgehouden aandacht • Problemen met volgehouden aandacht bij 4-jarige => kan als ontwikkelingspsychologisch “normaal” worden gezien => advisering zonder gericht onderzoek volstaat meestal • Problemen met aandacht voldoende kunnen vasthouden bij 8-jarige => verder gericht onderzoek vaak wel aangewezen

  12. Selectieve aandacht • “Kan de aandacht richten op relevante informatie en irrelevante informatie negeren”

  13. Selectieve aandacht • Heel wat moeilijker, vooral negeren van irrelevante informatie • Derde graad LO en begin SO • Prototypisch experiment: “Incidental learning task” • Foto’s van twee voorwerpen: dier en kledingstuk • Je moet maar 1 van beide onthouden • Herinneringstaak ‘centrale’ en ‘incidentele’ stimuli

  14. Grade Level 2 5 8

  15. Selectieve aandacht • Belangrijk dat men beperkte hoeveelheid aandachtscapaciteit zo efficiënt mogelijk gebruikt • Gebeurt nog onvoldoende in 1ste-4de lj LO: filteren afleidende informatie onvoldoende uit • Soms te weinig rekening mee gehouden; te hoge verwachtingen gesteld (bv. huiswerksituaties)

  16. Andere vormen van aandachtscontrole • Flexibel verdelen van aandacht over twee of meer activiteiten tegelijk • Schrijven en nadenken over spellingregels • Overschrijven bord en luisteren naar juf • … • Pas eind lagere school + ontwikkelt zich nog verder doorheen adolescentie • ~ geautomatiseerd raken van bepaalde activiteiten

  17. Andere vormen van aandachtscontrole • 1ste-2de graad: rekening mee houden • Klas: opdrachten één na één • Thuis: nodige rust en ruimte, spellingregels achteraf nakijken, …

  18. Noot: systematisch vergelijken • “Gaat bij het vergelijken van twee tekeningen, woorden, letters, … systematisch (scannend) te werk”

  19. Systematisch vergelijken • Begin lager onderwijs • Voorheen arbitrair vergelijken en slechts letten op bepaald opvallend aspect (“centreren”) • Verklaart heel wat problemen bij die jongere kinderen • Bv. vooral kijken naar globale gelijkenis van twee letters, niet onderscheidende kenmerken (F=E, D=O) • Bv. niet systematisch, letter na letter scannen van woorden (poot = pook, pal=lap)

  20. Conclusie aandachtsprocessen • Heel wat ontwikkelingsgebonden beperkingen in aandachtsprocessen • => aandachtsproblemen niet automatisch linken met kindstoornissen • Ook afvragen: Kan men dit al verwachten van een doorsnee kind van die leeftijd ?

  21. Hoe kunnen opvoeders kind ondersteunen ? • Gunstige leercondities scheppen door rekening te houden met die beperkingen • Kleuters: korte, afwisselende activiteiten • Lagere school: zelfstandig werk afbakenen, structureren; aandacht focussen op relevante aspecten door vooraf vragen te stellen, … • Geduld niet verliezen en eisen niet te hoog stellen • Monitoring, toezicht houden bij huiswerk

  22. Ontwikkeling van geheugen • Minder directe klachten • Doch geheugen speelt een belangrijke rol in leerprestaties vanaf begin LO … • En steeds meer naarmate kind ouder wordt • Kan dus ook belemmerende invloed hebben

  23. Ontwikkelingsgebonden tekorten in geheugen ? • Zeker ! • Hoeveelheid beschikbaar werkgeheugen bij (jonge) kinderen kleiner

  24. Mean Number of Symbols Recalled adults Age Improvement with age in memory span for numbers and letters source: after Dempster (1981)

  25. Ontwikkelingsgebonden tekorten in geheugen ? • Zeker ! • Hoeveelheid beschikbaar werkgeheugen kleiner bij jongere kinderen • Geheugenstrategieën om informatie langer te onthouden en te transformeren naar het lange termijn geheugen worden minder gebruikt door jongere kinderen • Ophalen uit lange termijngeheugen gebeurt minder systematisch bij jongere kinderen + geven sneller op

  26. Geheugenstrategieën • Eenvoudige herhaling • Organiseren van informatie, bv. groeperen in grotere, zinvolle gehelen • Elaboreren, verwerken van informatie, bv. schema, beeld aan koppelen, in eigen woorden omzetten, concrete voorbeelden zoeken  Steeds diepgaander leren

  27. GeheugenstrategieënHerhalen • “Gaat informatie spontaan herhalen wanneer die onthouden moet worden”

  28. GeheugenstrategieënHerhalen • “Gaat informatie spontaan herhalen wanneer die onthouden moet worden” • Overgrote meerderheid (85 %) in 5de leerjaar • Kleine meerderheid (60 %) in 2de leerjaar • Slechts 10 % van de kleuters (5-jarigen) • ~ gebrekkige kennis over het geheugen

  29. Complexere geheugenstrategieënzoals elaboreren • “Kernideeën in tekst samenvatten”

  30. Complexere geheugenstrategieënzoals elaboreren • “Kernideeën in tekst samenvatten” of “nota’s nemen, onderlijnen, ideeën linken, in eigen woorden beschrijven”  • pas eind lagere school en ontwikkelt zich nog sterk in adolescentie (bv. goede samenvatting maken)

  31. Complexere geheugenstrategieënzoals elaboreren • DUS: Pas vanaf 10 à 12 jaar spontaan gebruiken en ontwikkelt zich nog voor een groot stuk tijdens de adolescentie •  informatie persoonlijk betekenisvol maken, diepgaand leren pas einde lagere school

  32. Implicaties ? • Wanneer lagere school kinderen (1°-2° gr.) les moeten leren  heel oppervlakkig  weer vlug vergeten • Vaak gewoon lezen • Hoogstens herhalen • Maar niet verwachten: spel van maken, voorbeelden zoeken, andere volgorde, parafraseren, enz.

  33. Implicaties ? • Opvoeders kunnen wél het gebruik van geheugenstrategieën stimuleren  wel toepassen • Echter: • Geen spontane transfer verwachten • Niet forceren • Scholen: geen zin te hoge eisen aan geheugenprestaties te stellen

  34. Ontwikkeling van metacognitie en zelfregulatie • Wat ? • Metacognitie = kennis en begrip en eigen cognitieve mogelijkheden en denkprocessen • Zelfregulatie = vermogen om eigen leeractiviteiten te reguleren/controleren : plannen, doelen stellen, organiseren, opvolgen, evalueren

  35. Ontwikkeling van metacognitie en zelfregulatie • Belangrijk ? • JA, want processen ~ “leren leren” • Eindtermen lager onderwijs: • De leerlingen kunnen uitleggen dat plannen belangrijk is; dat gewoon herlezen of kopiëren meestal niet effectief is; … • De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren; hun eigen leerproces controleren en bijsturen; …

  36. Ontwikkelingsgebonden beperkingen in metacognitie ? • Metacognitieve vaardigheden ontwikkelen zich vooral tussen 5 en 10 jaar • Ontwikkeling = traag want vereist dat men eigen denkprocessen als voorwerp van denken kan nemen • Bv. “Weten dat men dingen kan vergeten”

  37. Ontwikkelingsgebonden beperkingen in metacognitie ? • Weten dat het sneller gaat wanneer je iets een tweede keer leert (3de gr) • Weten dat men beter kan onthouden naarmate men er langer op studeert (3de gr) • Weten wanneer men welke strategie moet toepassen, waarom effectief in bepaalde situaties (3de gr)  Beïnvloedt manier van omgaan met schooltaken

  38. Implicaties ? • Kinderen 3de lj bv.: kunnen nog niet inschatten hoeveel tijd ze nodig hebben om les te leren en hoe best aanvatten  ouders moeten huiswerktijd voor stuk organiseren • Trend in lagere scholen om huistaken steeds vroeger te laten plannen door kinderen  kinderen kunnen dat nog niet alleen ! Niet abnormaal. Niet ongemotiveerd of slechte studiehouding.

  39. Ontwikkelingsgebonden beperkingen in zelfregulatie ? • “Self-regulatedlearnerscan plan, set goals, self-monitor, self-evaluate at variouspointsduring the process of knowlegdeacquisition” (Zimmerman, 1990)  vermogen om onafhankelijk te leren  succes op school • Maar wanneer kan men dat verwachten van kinderen ?

  40. Ontwikkelingsgebonden beperkingen in zelfregulatie ? • “Gaat zijn werk vooraf plannen, doelen stellen” • “Controleert zijn eigen leerproces”

  41. Ontwikkelingsgebonden beperkingen in zelfregulatie ? • “Gaat zijn werk vooraf plannen, doelen stellen” • vooral tussen 5de lj en 2de middelbaar • “Controleert eigen leerproces” (bv. moeilijke stukken herlezen, woord opzoeken)  Vanaf 3de graad en ontwikkelt zich verder tijdens adolescentie

  42. Implicaties ? • Niet verwachten dat doorsnee kind 3de lj bv. plannen maakt, doelen stelt, zelf fouten controleert, … • Kan wel gestimuleerd worden • Doch: telkens opnieuw nodig ! Dus zelfs met de “Beertjes van Meichenbaum” => niet spontaan doen

  43. Conclusie • Focus op ontwikkelingsgebonden beperkingen • Grote denkmogelijkheden op elke leeftijd ! • Bij klachten m.b.t. aandacht, leerhouding, … kijken of de verwachtingen van de omgeving ~ ontwikkelingsniveau van kind • Kan verklaren waarom onderzoek uitwijst dat er “niks mankeert”, terwijl betrokkenen toch problemen ondervinden

  44. Schoolrijpheid

  45. Situering • Meeste onderwijssystemen: start formeel onderwijs rond 6 jaar • Transitie van kleuter-lager onderwijs ~ veranderingen in leeromgeving

  46. First grade vs. Kindergarten(LaParo, Rimm-Kaufman, & Pianta, 2006; Sink, Edwards, & Weir, 2007) • Bereiken leerdoelen niet meer vrijblijvend • Meer prestatiegeoriënteerd • Klasorganisatie • Meer ‘bankwerk’ en groepsinstructie

  47. Factoren die succesvolle overgang KO-LO belemmeren/bevorderen? Schoolrijpheid

  48. Overzicht • Vroegere opvatting • Kritiek • Huidige opvatting • Implicaties voor diagnostiek en interventies

  49. Vroegere visie • “School readiness”: Arnold Gesell • Biologische ontwikkelingsmodellen • Ontwikkeling verklaren in termen van biologische processen • Voorspelbare en invariante ontwikkelingsstadia

  50. Vroegere visie • Leren is pas mogelijk als het kind er biologisch rijp voor is • Implicaties • Diagnostiek: bv. Head-proef • Adviesverlening: ‘wachten’ tot het kind rijp is

More Related