180 likes | 383 Views
Cognitieve neurowetenschappen. Neurale basis van cognitieve functies Theoretische integratie van bevindingen uit Gedragsonderzoek Neuraal onderzoek (fMRI, TMS, EEG, ...). Neurowetenschappelijk onderzoek (fMRI) niet haalbaar voor scriptie
E N D
Cognitieve neurowetenschappen Neurale basis van cognitieve functies Theoretische integratie van bevindingen uit • Gedragsonderzoek • Neuraal onderzoek (fMRI, TMS, EEG, ...)
Neurowetenschappelijk onderzoek (fMRI) niet haalbaar voor scriptie ==> gedragsonderzoek vanuit neuro-wetenschappelijk kader
Spatiale en numerieke cognitie SNARC effect Conclusie: getallen geassocieerd met ruimtelijke informatie
Bias in getalbisectie bij neglect patiënten Welk getal in midden tussen 2 en 8?
Conclusie: Getallen zijn geassocieerd met spatiale informatie zoals die ook in sensorimotorische processen gebruikt wordt
Proctor et al. (Psych Bull, 2006) SNARC effect is gevolg van congruentie tussen binaire polaire cognitieve categorieën klein - groot Links - rechts ==> niks te maken met metrische ruimtelijke informatie zoals gebruikt in sensorimotorische processing. Puur conceptueel.
Scriptievoorstel 1 Hypothese: (vertrekkend vanuit prisma adaptatie) als SNARC effect te wijten is aan metrische spatiale representaties, dan moet wijziging in sensorimotorische mappings aanleiding geven tot wijziging van SNARC effect Inductiefaze: ppn trainen met omgekeerd reagerende computermuis Testfaze: meten SNARC effect
Scriptievoorstel 2 • Test van polariteitshypothese: Als SNARC effect tot stand komt op basis van polariteits-congruentie tussen stimuluskenmerk en responskenmerk, dan verwachten we ook een SNARC effect met responsen die niks spatiaal hebben maar wel polair zijn (vb. koud-warm; yin-yang)
Spatiale aandacht - stimulusverwerking sneller als stimulus verschijnt op plaats waar aandacht is gericht Posner paradigma
Premotor theory of attention: - verschuiven van aandachtsfocus gebruikt zelfde hersencircuits als uitvoeren van oogbewegingen oogbewegingen aandacht ==> spatiale aandacht gebaseerd op geplande, maar niet uitgevoerde oogbewegingen
Scriptievoorstel 3 • Test premotor theorie Inductiefaze: antisaccade: cue links, saccade rechts Testfaze: posner
Bisection bias • enkel in patiënten met deficitair visuospatiaal werkgeheugen na pariëto-frontale schade • Dissocieerbaar van fysieke bisectiebias
achterliggend idee • Sensorimotorische transformaties: • Transformaties tussen verschillende referentie-kaders via gemeenschappelijke functies • Wijzigingen in één van de mappings leidt tot wijzigingen in andere mappings
Scriptievoorstel 2 • Als model klopt: wijziging van sensorimotorische mappings leiden tot wijzigingen in taken die beroep doen op dezelfde spatiale informatie Omkering van sensorische mappings via incompatibele muis ==>wijziging in spatiale aandacht gemeten via Posner paradigma?