1 / 14

Zenuwen en hersenen

Zenuwen en hersenen. doelen. Je weet hoe een spier wordt aangestuurd. Je kent de bouw van een zenuwcel. Je kent de type zenuwstelsels en hun verschillen. Je weet wat een motorische eenheid is en hoe deze werkt. vocabulaire. Motorische eenheid Impulsen Axonen en dendrieten

Download Presentation

Zenuwen en hersenen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Zenuwen en hersenen

  2. doelen • Je weet hoe een spier wordt aangestuurd. • Je kent de bouw van een zenuwcel. • Je kent de type zenuwstelsels en hun verschillen. • Je weet wat een motorische eenheid is en hoe deze werkt.

  3. vocabulaire • Motorische eenheid • Impulsen • Axonen en dendrieten • Animaal zenuwstelsel • Autonoom zenuwstelsel • Parasympatisch ZS • (ortho)sympatisch ZS

  4. aansturing • Impuls motiveert een motorische eenheid. • Impuls is een klein stroom stootje. • Het impuls wordt vervoerd door een zenuwcel. Zenuwcel: http://www.youtube.com/watch?v=CWsTnxlDUn4 Axon gaan van de cel Af. Dendriet gaat naar een cel toe.

  5. Motorische →eenheid←

  6. Hoe sterk spant de spier • De spanning is exact te regelen. • Het is alles-of-niets voor een spiervezel. • “Spieren waarmee je vrij grove bewegingen maken, zoals je beenspieren, hebben per motorische eenheid wel honderden spiervezels. In spieren waarmee je hele precieze bewegingen kan maken, zoals de spieren in je gezicht en die van je vingers, bevatten de motorische eenheden maar weinig zenuwvezels. Daar kun je de spiervezels heel precies aansturen.” Leg dit eens uit!

  7. Vraag uit het boekje • Wat is kramp? • Waarom stopt kramp als je de spier stevig rekt?

  8. Zenuwen van groot naar klein • Centraal zenuwstelsel • Hersenen en ruggenmerg • Zenuwstelsel • Centraal zenuwstelsel + (waarnemings en respons) zenuwen

  9. zenuwstelsels • Animaal • bewust • Welke type spier? • Autonoom • Beide stelsels hebben dezelfde doelorganen. • Stofwisselingsorganen. • (Ortho-)sympathisch • Actief als jij actief bent. • parasympatisch • Inactief als jij inactief bent.

  10. Animale zenuwstelsel

  11. Autonome zenuwstelsel Verklaar de naam autonoom.

  12. Doelen gehaald? • Je weet hoe een spier wordt aangestuurd. • Je kent de bouw van een zenuwcel. • Je kent de type zenuwstelsels en hun verschillen. • Je weet wat een motorische eenheid is en hoe deze werkt.

  13. (huis)werk • Lezen t/m blz. 17 • Opgaven maken t/m blz. 13 • Volgende week controle

  14. Filmpjes voor goed werk • Er was eens… het zenuwcellen.http://www.youtube.com/watch?v=T8wWGUlFNAs • Bio-bits zenuwstelselhttp://www.youtube.com/watch?v=CdxMlyEzmFU

More Related