1 / 16

Onderzoeksmethoden en -Technieken

Onderzoeksmethoden en -Technieken. Prof. Dr. P. Theuns Lokaal 3C233 http://homepages.vub.ac.be/~ptheuns/index.html peter.theuns@vub.ac.be. Beroepsopleiding of onderzoeksopleiding. Onderzoek: Experimentele methoden  WAAROM werkt het? Beroep:

leo-vaughan
Download Presentation

Onderzoeksmethoden en -Technieken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Onderzoeksmethoden en -Technieken Prof. Dr. P. Theuns Lokaal 3C233 http://homepages.vub.ac.be/~ptheuns/index.html peter.theuns@vub.ac.be

  2. Beroepsopleiding of onderzoeksopleiding • Onderzoek: • Experimentele methoden  WAAROM werkt het? • Beroep: • Empirische benadering  GEBRUIK wat werkt Veel onderlinge kritiek, maar beide benaderingen zijn complementair

  3. Methodologie en Onderzoek • METHODEN: HOE doen we onderzoek Methodologie: welke stappen moet/kan men zetten om tot bepaalde inzichten te komen  Onderzoeksopzet • VALIDITEIT: kunnen we conclusie trekken die aansluit bij de onderzoeksvraag • BETROUWBAARHEID: repliceerbaarheid van experiment Correlatie/associatie versus Causaliteit • TECHNIEKEN: WAARMEE doen we onderzoek Psychometrie: hoe verschillen tussen individuen (intra en inter-individueel) registreren  Instrumentarium • VALIDITEIT: meet test wat we willen meten • BETROUWBAARHEID: stabiliteit van de test (repliceerbaarheid)

  4. Correlatie/associatie <> Experiment • Associatie  verbanden waarnemen • In de lente ziet men ooievaars en worden er meer kinderen geboren • Kinderen die veel TV kijken zijn aggressief • Experiment  causaliteit onderzoeken door het gevolg van gecontroleerde verandering na te gaan • 2 groepen kinderen, 1 groep kijkt naar aggressieve tekenfilm, andere groep kijkt naar niet-aggressieve tekenfilm. Nadien wordt hun gedrag op de speelplaats vergeleken

  5. Variabelen • Onafhankelijke variabele (independent variable) • Gecontroleerd door onderzoeker • Afhankelijke variabele (dependent variable) • Varieert in functie van onafhankelijke variabele • Bijkomende variabelen (extraneous variable) = Alle andere invloeden die niet worden gecontroleerd of gemeten en die (ongeweten) effekt hebben op afhankelijke variabele • Random fout (vb. gemoedstoestand, temperatuur, …) • Constante fout (vb. “parallelle test” eenvoudiger, altijd complexe stimulus links aanbieden) • Verwarrende variabele (confounding variable) koffie, seizoen, lawaaials samen met onafhankelijke variabele ook een verwarrende variabele varieert kan men niet besluiten of onafhankelijke dan wel verwarrende variabele (mede)oorzaak is van variatie in afhankelijke variabele

  6. Analytisch of stochastisch verband ? 30 Analytisch verband Kennis van meetwaarde voor 1 variabele laat toe de meetwaarde voor de andere variabele perfect te voorspellen 25 20 Y1 15 10 5 0 0 5 10 15 20 25 30 X1 Voorbeeld: Y1=X1 + 1 Stochastisch verband Kennis van meetwaarde voor 1 variabele laat slechts toe de meetwaarde voor de andere variabele min of meercorrect te schatten 30 25 20 Y2 15 10 5 0 0 5 10 15 20 25 30 X2 Voorbeeld: Y2 0.94X2 + 2.77

  7. 30 30 30 25 25 25 20 20 20 Y1 15 Y2 Y3 15 15 10 10 10 5 5 5 0 0 0 0 5 10 15 20 25 30 0 5 10 15 20 25 30 0 5 10 15 20 25 30 X1 X2 X3 Stochastisch lineair verband Lage positieve correlatie 30 30 30 25 25 25 20 20 20 Y4 Y5 Y6 15 15 15 10 10 10 5 5 5 0 0 0 0 5 10 15 20 25 30 0 5 10 15 20 25 30 0 5 10 15 20 25 30 X4 X5 X6 Stochastisch niet-lineair verband Kromlijnige correlatie Stochastisch lineair verband Hoge positieve correlatie Spreidingsdiagram en Associatie Analytischlineair verband Volkomen positieve correlatie Analytischniet-lineair verband Kromlijnige correlatie Stochastisch lineair verband Hoge negatieve correlatie

  8. A d B b B d b A d B A a c b B b A d a c a c a c Monotoon verband Indien a < c en b < d is er een monotoon stijgend verband tussen X en Y. monotoon dalend monotoon stijgend niet monotoon dalend niet monotoon stijgend

  9. Associatie is niet altijd monotoon Conformiteit aan invloed van leeftijdsgenoten

  10. X Y X Y Toeval X Z Y X Y X Z Y Correlatie <> Causaliteit • Causaliteit (om te slagen) vereist • Noodzakelijke voorwaarden(genoeg intelligentie) EN • Voldoende voorwaarden(…) • Correlatie • Voorbeeld: X=inbraken, Y=kerken, Z=bevolkingsdichtheid Interveniërende variabele Schijnverband

  11. Loodintoxicatie en cognitief functioneren Acute loodvergiftiging • cognitieve deficits, persoonlijkheidsveranderingen • hersenbeschadigingen (epilepsie, bewustzijnsstoornissen) Sub-acute loodvergiftiging ? Hypothese: sub-acute loodintoxicatie heeft negatief effect op cognitieve ontwikkeling • Experimenteel onderzoek (uitgesloten bij mensen ethiek) • Correlatie-onderzoek • Onafhankelijke variabele: Intoxicatie • Afhankelijke variabelen: Cognitief functioneren

  12. Operationalisering van onderzoek • Loodintoxicatie • loodconcentratie meten in • bloed • melktanden • nagelvuil / huisstof • haar • Cognitief functioneren • IQ-test • Aandachtsproef • Geheugenonderzoek • Leervermogen • ...  er is een zwakke negatieve correlatie MAAR: Confounding variable = Socio-economische klasse • Bronnen van lood: • verkeer en industrie • oude huizen (water, verf)

  13. Dierexperiment loodintoxicatie X1= water voor geboorte X2= loodintoxicatie voor geboorte Y1= water na geboorte Y2= loodintoxicatie na geboorte Geheugentaak ratten met loodintoxicatie vergeten welke kaas ze al hebben weggehaald O3 en O4 zijn het zwakst  prenatale loodintoxicatie is het gevaarlijkst  bij onderzoek van kinderen nagaan waar moeder heeft gewoond

  14. Middeleeuwen “Abnormaal gedrag wordt veroorzaakt door bezetenheid door demonen” wie niet verdrinkt is bezeten wie verdrinkt wordt vrijgesproken Psychologische tests vroeger

  15. Onderzoekssetting

  16. Aanwezigheid van onderzoeker Doet U maar gerust alsof wij er niet zijn !

More Related