Hoofdstuk 4

1. Hoofdstuk 4 Nederland na 1945: Cultuur en mentaliteit

2. 1945 • De oorlog is voorbij. • Mensen gaan zich vanaf die tijd anders gedragen. • De politiek veranderd. • Onze hobby's veranderen. • Muziek, films, tv veranderen onze kijk op de wereld en ons eigen uiterlijk.

3. Paragraaf 1 : film en massacultuur

4. Eerste films • Eerste bioscoop: Parijs 1895, eerste in NL: 1906 • Massamedium om ideeën over te brengen (net als krant en radio) • Eerste films: zwart wit • Jaren ‘50 eerste film in kleur

5. Altijd voor groot publiek • Moet veel geld opleveren • Meestal gemaakt in Amerika. • Hollywood: filmindustrie

6. Massacultuur • Na de oorlog, in Amerika: • Meer mensen hadden geld en tijd om naar bioscoop te gaan= massacultuur. • Goedkope vrijetijdsbesteding • Mensen uit films werden helden en idolen. • Kleding, kapsel en auto’s werden gekopieerd. • Ook invloed op: roken, dansen, eten. • Films kregen invloed op het dagelijkse leven

7. Jongeren gingen idolen nadoen: • Bv, James dean • Marilyn Monroe • Elvis Presley • MarlonBrando.

8. In Nederland • Ook wij gingen veranderen! • Amerika had ons bevrijd, dus Amerikanen waren onze helden! • We kopieerden ook gewoonten uit hun films. • Onze cultuur ging meer op die van de Amerikanen lijken= amerikanisering. • Bv: kleding, eten, drinken, auto’s, dans, haar, vrijetijd.

9. Ouders vonden films slecht voor kinderen • Slecht voorbeeld • Gevolg: Filmkeuring. • Zijn films wel geschikt?

10. Amusementsindustrie • Jaren ‘50: films waren erg populair. • Dat werd minde in de jaren ‘60. • Concurrentie van de tv. • Films waren nu ook op tv te zien. • Later met internet, dvd’s, video enz ging het nog sneller.

11. Tv • Tv zorgde wel voor nieuwe mogelijkheden: • Series • Videoclips • Popsterren kwamen op tv. • En op tv maak je reclame voor films. • Allemaal amusementsindustrie: • = Alles wat te doen is voor je plezier in je vrije tijd, bv muziek en films.

12. Commercialisering • Tv, radio en film: allemaal te maken met commercialisering • Je zendtijd verkopen. (commercieel: geld verdienen) • Tussen programma’s door: reclame tonen. • Hoe populairder het programma, hoe duurder de zendtijd tussendoor. • Bv tijdens Olympische Spelen.

13. Commerciële zenders • RTL, SBS, Veronica enz. • Zij maken tv programma’s om er geld mee te verdienen. • Belspellen, reclame, sms’jes sturen tijdens talentenshow.

14. Geld verdienen werd uiteindelijk belangrijk • Dus goede programma’s maken waar veel mensen naar kijken. Dan zijn de reclames meer geld waar! • Opkomst commerciële zenders: • De staat betaald niets (zoals publieke zenders) • Alles wordt betaald van reclames en belspellen.

15. Opkomst TV in NL • 1951: eerste tv-uitzending. • 2 zenders met ‘s middags en ‘s avonds programma’s. • Iedereen keek naar dezelfde zender, want er was weinig keus. • Door tv: informatiemaatschappij: je bereikt een groot publiek met je informatie. • Als je tegenwoordig een uitzending hebt gemist dan kan je die terugkijken op internet. • Iedereen kan info vinden.

16. Door tv: informatiemaatschappij: je bereikt een groot publiek met je informatie.

17. Informatiemaatschappij • Dit is begonnen door de tv, • Maar nu via telefoons, computers en internet kunnen we alles vinden. • We werken nu al 30 jaar met computers en ze worden steeds kleiner en sneller. • Internet: vroeger via de telefoonlijn. • Maar nu kan je de hele wereld over zonder problemen!

18. Jaar overzicht • 1981: computer in NL • 1986: internet • 1993: sms versturen • 2000: google • 2003: mobiel met internet • 2007: smartphones • Het gaat steeds sneller!

19. Tegenwoordig: • Alles via de computer: • Werk zoeken • De weg zoeken • Aangifte van diefstal • Boeken lezen • Met vrienden praten • Boodschappen doen

20. Einde