1 / 22

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4. Paragraaf 1: Kolonies inpikken. 17 e eeuw. Sinds de 17 e eeuw: Europa gaat kolonies inpikken. 3 redenen: Voor handel en winst Je eigen cultuur verspreiden Macht Engelsen waren het snelst met een groot rijk: Imperium, o.a.: Brits-Indië. Brits-Indië.

nailah
Download Presentation

Hoofdstuk 4

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 4 Paragraaf 1: Kolonies inpikken.

  2. 17e eeuw • Sinds de 17e eeuw: Europa gaat kolonies inpikken. 3 redenen: • Voor handel en winst • Je eigen cultuur verspreiden • Macht • Engelsen waren het snelst met een groot rijk: Imperium, o.a.: • Brits-Indië.

  3. Brits-Indië • Tegenwoordig: India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar (Birma) en Sri Lanka

  4. Brits-Indië

  5. Engeland was de grootste koloniale macht in 1914

  6. Na Engeland kwam Frankrijk  in 1914

  7. Frankrijk • Indo-China: Laos, Cambodja, Vietnam

  8. Nederland • Nederlands-Indië

  9. Redenen om kolonies te hebben • Nationalisme: jouw land is zo goed: dus moet veel kolonies hebben. • Iedereen wilde een groot machtig land hebben. • Wedstrijdje: wie heeft de meeste kolonies? • Fransen hadden veel kolonies in Afrika, Engeland juist in Azië. • = modern Imperialisme: een groot rijk willen hebben, vanaf 1850.

  10. Gevolgen van het imperialisme: • Spoorwegen, wegen, havens en kanalen aanleggen. • Kostbare grondstoffen werden uit de kolonies weggehaald. Bv goud, ivoor, cacao, rubber. • Goedkope Europese producten werden naar de kolonies toegebracht. • Kolonies werden zo afhankelijk van Europa. • Leidde tot hongersnood, want de Europeanen pikten veel voedsel in.

  11. Mensen in kolonies moesten de Europese cultuur overnemen. • Europeanen vonden dat hun plicht: de Europese cultuur was veel beter. • In kolonies moest iedereen christen worden. • De mensen in kolonies werden als minderwaardig gezien. • Er was veel discriminatie. En ze hadden geen eigen bestuur meer. • Europeanen maakten nieuwe grenzen.

  12. Ontevredenheid • Soms werden mensen ook wel wat beter behandeld • Ze kregen onderwijs. Geen hele studie maar wel de basis. • Bv. In Nederlands-Indïë kenden de kinderen de topografie van Nederland. Niet echt nuttig dus!

  13. Ze leerden ook dat er in Nederland een democratie was. • Dat iedereen mocht stemmen. • De Indiërs hadden snel door dat het bij hun anders was geregeld. Ze eisten inspraak. • In Nederlands-Indië: de toplaag kreeg invloed op het bestuur: Volksraad. Ze hadden geen echte macht, ze mochten alleen advies geven.

  14. Na WO II waren de kolonies erg ontevreden. • NL was Nederlands-Indië kwijt geraakt aan de Japanners. • Japan had grote delen van Azië ingepikt. • Alleen GB en Rusland hadden nog grote kolonies. • Amerika was tegen het hebben van kolonies: • Iedereen moest vrij zijn.

  15. Na WO II waren de kolonies erg ontevreden. • Er kwamen verschillende nationalistische bewegingen op in de kolonies • Zij wilden meer zelfstandigheid/onafhankelijkheid. • Ze richtten politieke partijen op. • Eerste doel was: beter leven voor eigen bevolking, want vaak was er grote armoe. • In het begin werkten nationalistische bewegingen en de Europese machthebber samen.

  16. Vaak ook verzet • Verzet tegen de Europeanen: • Protest van Indiërs tegen Engelse regels: bloedbad van Amritsar

  17. Sinds Amritsar: • Vanaf dat moment werden de nationalisten in India erg fel. • O.l.v. “Mahatma”Gandhi kwamen ze in opstand tegen de Engelse uitbuiting. (1869-1948) Actie: alle stoffen die uit GB kwamen werden verbrand. De bevolking weigerde die stof te kopen, en ging zelf kleding maken. Zo waren ze goedkoper uit, dan de stof van GB te kopen. Dat geld zou weer terug naar GB gaan. Iedereen volgde Gandhi. Hij was tegen geweld!

  18. Einde paragraaf 1

More Related