240 likes | 359 Views
Eva van den Berg opent op 2 januari 2007 een boetiek. Per 1 december 2006 start zij met haar onderneming. De ouders van Eva hebben voor haar op een rekening bij de Postbank een bedrag gespaard van €50.000. Verder leent Eva van een tante € 25.000. Die € 25.000
E N D
Eva van den Berg opent op 2 januari 2007 een boetiek. Per 1 december 2006 start zij met haar onderneming. De ouders van Eva hebben voor haar op een rekening bij de Postbank een bedrag gespaard van €50.000. Verder leent Eva van een tante € 25.000. Die € 25.000 Is door de tante op Eva’s rekening van de Postbank gestort.
Eva huurt voor haar boetiek een geschikte winkelruimte. In de loop van december 2006 richt ze de boetiek in met paskamers, stellingen, een toonbank, een kassa, planten en ander meubilair. De uitgaven hiervoor zijn in totaal € 20.000. Eva betaalt per Postbank
Eva huurt voor haar boetiek een geschikte winkelruimte. In de loop van december 2006 richt ze de boetiek in met paskamers, stellingen, een toonbank, een kassa, planten en ander meubilair. De uitgaven hiervoor zijn in totaal € 20.000. Eva betaalt per Postbank.
Eva koopt voor een bedrag van € 50.000 aan kleding. Per Postbank betaalt zij direct aan haar leverancier € 40.000; het restant betaalt ze na een paar weken.
Eva koopt voor een bedrag van € 50.000 aan kleding. Per Postbank betaalt zij direct aan haar leverancier € 40.000; het restant betaalt ze na een paar weken.
* € 15.000 = € 75.000 - € 20.000 - € 40.000 Zoals je ziet is de balans, zoals het hoort, in evenwicht
Op 2 januari 2007 gaat haar winkel dan echt open 1. Eva haalt € 1.000 van haar Postbankrekening en stort dit bedrag in de kassa van haar boetiek
1. Eva haalt € 1.000 van haar Postbankrekening en stort dit bedrag in de kassa van haar boetiek
2. Ze verkoopt in januari voor een bedrag van € 15.000 aan kleding. De klanten betalen contant (per kas). De inkoopprijs van de verkochte kleding is € 9.000
2. Ze verkoopt in januari voor een bedrag van € 15.000 aan kleding. De klanten betalen contant (per kas). De inkoopprijs van de verkochte kleding is € 9.000
4. Eva betaalt haar rekeningen door middel van internetbankieren van de Postbank: • Energiekosten € 500 • Telefoonkosten € 50 • Huur winkelpand € 1.200
4. Eva betaalt haar rekeningen door middel van internetbankieren van de Postbank: • Energiekosten € 500 • Telefoonkosten € 50 • Huur winkelpand € 1.200
5. In januari is € 1.200 op rekening verkocht; de inkoopprijs van deze kleding is € 720
5. In januari is € 1.200 op rekening verkocht; de inkoopprijs van deze kleding is € 720
6. Eva koopt kleding voor € 12.000; 80% betaalt ze contant, 20% op rekening
6. Eva koopt kleding voor € 12.000; 80% betaalt ze contant, 20% op rekening
7. De waardevermindering van de inventaris stelt Eva op € 350 per maand
7. De waardevermindering van de inventaris stelt Eva op € 350 per maand
Inventaris: € 20.000 (beginbalans 1 januari 2007) – € 350 (7) Voorraad kleding: € 50.000 (beginbalans) – € 9.000 (2) – € 750 (5) + € 12.000 (6) Postbank: € 15.000 (beginbalans) – € 1000 (1) – € 10.000 (3) – € 1750 (4) Kas: € 1000 (1) + € 15.000 (2) – € 9.600 (6) Eigen vermogen: € 50.000 (beginbalans) + € 6.000 (2) + € 1.750 (4) - € 480 (5) – € 350 (7) 6. Crediteuren: € 10.000 (beginbalans) – € 10.000 (3) + €2.400 (6)
Het Eigen Vermogen was op 1 januari € 50.000 en op 31 januari € 54.380. De toename van het EV van € 4.380 is de nettowinst van Eva’s onderneming Deze winst kun je ook vinden door de opbrengsten te verminderen met de kosten: • Brutowinst (zie 1 en 5): € 6.000 + € 480 = € 6.480 • Kosten (zie 4 en 7): • Energiekosten € 500 • Telefoonkosten € 50 • Huurkosten € 1.200 • Afschrijvingskosten € 350 + • € 2.100 - • Nettowinst € 4.380