Tussen fatalisme en euforie: Taalonderwijs revis i ted Wilfried Decoo

1. Tussen fatalisme en euforie: Taalonderwijs revisitedWilfried Decoo

2. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit

3. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria Variabelen: • leeftijd, leerstijl, intensiteit, beschikbare tijd, doelstellingen, motivatie...

4. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria Criteria: • zorgvuldige opbouw van taalfuncties, woorden en structuren • taakgericht onderwijs • veel input zonder de output te forceren • wisselwerking tussen de vaardigheden, met accent op communicatie • een juiste dosis helpend inzicht • steun van vertaling waar nodig en nuttig.

5. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit

6. Wonderdokters versus onderzoekers • Geneeskunde: scherp onderscheid tussen onderzoekers en wonderdokters. • Taalonderwijs: • een wonderdokter kan elke stelling verkondigen en vindt makkelijk aanhang. • een ernstige wetenschapper heeft jaren nodig om zo'n stelling te ontkrachten.

7. Wonderdokters versus onderzoekers • Ernstig wetenschappelijk onderzoek heeft weinig impact op het taalonderwijs. • Hetzelfde onderzoek moet om de 20 à 30 jaar worden overgedaan.

8. Wonderdokters versus onderzoekers Probleem • het opdringen van zo'n methode in andere omstandigheden, • een te eenzijdige nadruk op één aspect, • het categorisch veroordelen van wat anderen doen.

9. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit

10. Het medium maakt de methode 3.1. De fonograaf - "Mimic the natives"

11. 3.2. De bandopnemer - "Hear your own voice"

12. 3.3. Het taallabo

13. 3.4. Met diaprojectie: de Franse audio-visuele methode

14. 3.5. De schooltelevisie authenticiteit, cultureel contact, levensechte ervaringen

15. 3.6. De computer – de eerste PC’s

16. 3.7. De computer – de geluidscurve

17. 3.8. Internet

18. Het medium maakt de methode • De vraag is niet hoe taalmethodes te herconceptualiseren omdat er nu plots een fonograaf, bandopnemer, tv-toestel, computer of internet is,

19. Het medium maakt de methode • de vraag is hoe we een medium voorzichtig dienstbaar kunnen maken aan bestaande, efficiënte methodes van taalonderwijs, met respect voor de leerkracht.

20. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit

21. Het negeren van het bereikte • Velen die zich bezighouden met taalonderwijs doen alsof er geen schoolboeken of geïntegreerde methodes met media bestaan.

22. Het negeren van het bereikte • Het negeren van wat al bereikt is, typeert diegenen die zich dankzij ICT en onderwijs een bestaansreden geven.

23. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit

24. De factor tijd • In de huidige ontwikkkelingen rond ICT blijft de fundamentele vraag naar tijdsimplicaties compleet verwaarloosd.

25. De factor tijd • Dit is des te erger omdat Internet-werkvormen heel tijdrovend kunnen zijn.

26. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit

27. Fundamentele vragen: • Als we een benadering van taalonderwijs verdedigen, doen we dat dan om het jongste medium te dienen, dan wel om de kwaliteit van het taalonderwijs te verbeteren? • Als we vernieuwing prediken, respecteren we dan voldoende de leerkracht zelf, nl. zijn ervaring, zijn werksfeer, zijn mogelijkheden?

28. Erkennen we voldoende bestaande verwezenlijkingen? • Houden we steeds rekening met de factor tijd, d.w.z. met het leerrendement i.f.v. de tijdsinvestering?

29. Na zoveel kritiek: • Een zekere diversiteit in methodes is goed omdat we zo beter kunnen inspelen op allerlei variabelen.

30. Waardering voor al die pioniers: de echte kwaliteit van het taalonderwijs ligt uiteindelijk in handen van de individuele leerkracht.

31. De leerkracht die al jaren op een beperkte en handige manier ICT gebruikt om zijn onderwijs te verbeteren doet meer aan integratie van ICT in het onderwijs dan vele initiatieven van bovenaf.

32. Overzicht • 1. Kwaliteit? We kennen de variabelen en de criteria • 2. Wonderdokters versus onderzoekers • 3. Het medium maakt de methode • 4. Het negeren van het bereikte • 5. De factor tijd • 6. Besluit