Dyslexie

1. Dyslexie

2. Wat is dyslexie?

3. Waardoor ontstaat dyslexie?

4. Hier zie je hersenen van iemand die gewoon kan lezen en hersenen van iemand die dyslexie heeft. Goede lezers gebruiken 3 hersengebiedjes bij het lezen. Mensen met dyslexie 1 groter gebied.

8. Automatiseren Plaatje 1: Iedereen heeft in een automatische piloot in zijn hoofd voor allerlei dingen. Zo leer je dingen te doen zonder dat je er steeds bij moet nadenken. Plaatje 2: Bijvoorbeeld bij fietsen. Toen je het net leerde vond je het erg moeilijk; nu stap je op en fiets je zo weg. Plaatje 3: Bij dyslexie werkt de automatische piloot voor lezen en spellen niet. Als wij niet opletten bij spellen en lezen stort het vliegtuig neer. Het kost dus meer tijd en moeite om te lezen of spellen.

9. Hoe erg kan dyslexie zijn? Licht Matig Ernstig

10. Is het leuk om dyslexie te hebben ? NEE!!!!!!!!!!!

12. Einstein Jacques Vriens Walt Disney Er zijn heel beroemde mensen met dyslexie: Jacques Vriens, Walt Disney, Einstein, Roald Dahl en Paul van Loon. Schrijvers, striptekenaar en wetenschapper. Roald dahl Paul van loon

13. Gaat dyslexie over? • Nee! Wat kan je er tegen doen? • Je best doen. • Niks van aantrekken. • Goed naar jezelf leren luisteren. • Taalregels gebruiken.

14. Waar ga ik elke dinsdag naar toe? • StichtingTaalhulp • Testen • Behandelen: Klanken Blokken Taalregels

15. Het huiswerk • Dictee • Blokwoorden • Boek • (Klankenrace)

16. Opdrachten

19. Blokwoorden • GELUKKIG • SCHOORSTEENKAP • BEVOLKINGSGROEP • REINIGEN

20. Vragen?

21. Deze spreekbeurt van Eva, groep 6, gemaakt voor school, november 2011

22. Wat je bij de dia’s moet vertellen Nr. 2: Dyslexie is dat je moeite hebt met lezen en spellen. En je het moeilijk vindt om klanken bij letters te vinden en de letters bij de klanken te vinden. Nr. 3: Dyslexie ontstaat in de hersenen en is er al als je groeit in de buik van je moeder. Dyslexie erf je. Als je ouders dyslexie hebben, dan heb je zelf een hele grote kans dat je ook dyslexie hebt. Nr. 5: Zo zag ik de normale letters toen ik leerde lezen. Ik snapte er niks van. Nr. 6: Ik ben niet bom, eh dom. Deze fout maak je vaak als je dyslexie hebt. Als je dyslexie hebt, heb je een goed ruimtelijk inzicht en draai je in je hoofd letters makkelijk om. Net zoals je een kopje in je hoofd kunt draaien en dan blijft het een kopje. Nr. 7: Maar bij letters werkt dat niet goed. Een stokje met een bolletje is de ene keer een ‘b’, Als je hem spiegelt heb je de ‘d’. Als je hem omklapt heb je een ‘q’. En draai je hem nog eens om is het opeens een ‘p’. Ik vond dat heel moeilijk om te leren. Nr. 10: Je kán het leuk vinden, want: je krijgt huiswerk, je krijgt allemaal speciale spullen, je krijgt veel aandacht. Maar je kan het ook heel stom vinden, want je hebt er altijd last van en het gaat niet weg. Nr. 11: Ik ben niet bom, ik heb talent. Dat is zo. Als je dyslexie hebt, heb je ook dingen die je goed kunt: Je hebt veel fantasie. Je bent vaak creatief. Je kunt goed zoeken naar oplossingen. Je leert doorzetten. …………….

23. Nr. 14: Ik ga elke dinsdag naar Stichting Taalhulp. Zij testen kinderen en behandelen kinderen met dyslexie. Ik leer er de klanken van de Nederlandse taal. Ik leer de klanken in woorden herkennen door blokwoorden. Ik leer de taalregels herkennen en toepassen. Nr. 15: Ik oefen elke dag thuis (ongeveer 30 minuten). Dus ook in het weekend en de vakantie. Ik maak elke week een dictee. Ik maak elke dag 5 blokwoorden. Ik kleur de woorden in een boek. Ik oefen de klankenrace. Nr. 17: Wijs iemand in de klas, aan die de klankenrace gaat doen. Klok de tijd en kijk hoelang diegene erover doet. Nr. 18: Laat dit plaatje zien en laat de klas de volgende woorden kleuren/blokken met kleurpotloden. Maak briefjes met blokjes, zodat ze makkelijk de woorden kunnen invullen. Deel de briefjes uit. Gelukkig Schoorsteen Bevolkingsgroep Reinigen. Mijn klas vond dit heel moeilijk om te doen. Nr. 19: Dit is de goede oplossing!