70 likes | 248 Views
Oefenen met pV=nRT. In een tank van 1,20 liter zit 3,2 mol waterstofgas. De temperatuur is 278K. Bereken de druk (Pa). pV=nRT wordt p=nRT/V. V = 0,0012 m 3. 1,2 L = 1,2 dm 3 = 0,0012 m 3. n = 3,2 mol. R = 8,3145 J.mol -1 .K -1 (Tabel 37). p = 3,2 * 8,3145 * 278 / 0,0012
E N D
In een tank van 1,20 liter zit 3,2 mol waterstofgas. De temperatuur is 278K. Bereken de druk (Pa). • pV=nRT wordt p=nRT/V V = 0,0012 m3 1,2 L = 1,2 dm3 = 0,0012 m3 n = 3,2 mol R = 8,3145 J.mol-1.K-1 (Tabel 37) p = 3,2 * 8,3145 * 278 / 0,0012 p = 7396,58 / 0,0012 p = 6,16.106 Pa T = 278 K
In een tank bevindt zich 0,18 mol zuurstofgas. Het volume is 1,8 m3. De druk is 0,92.105 Pa. Bereken de temperatuur. • pV=nRT wordt T= pV/nR n = 0,18 mol V = 1,8 m3 p = 0,92.105 Pa. T = 0,92.105 *1,8 / 0,18 * 8,3145 T = 1,656.105 / 1,49661 T = 110650 K R = 8,3145 J.mol-1.K-1 (Tabel 37)
In een gastank is de druk 2,3.104 Pa. De temperatuur is 295K. In de tank zit 0,053 mol Chloorgas.Bereken het volume in liters. • pV=nRT wordt V= nRT/p p = 2,3.104 Pa. T = 295K V = 0,053 * 8,3145 * 295 / 2,3.104 V = 129,997 / 2,3.104 V = 5,65.10-3 m3 = 5,65 L n = 0,053 mol R = 8,3145 J.mol-1.K-1 (Tabel 37)
De druk in een gastank is 4,52.103 Pa. Het volume is 4,32 liter. De temperatuur is 20 °C.Bereken het aantal mol. • pV=nRT wordt n=pV/RT p = 4,52.103 Pa. 4,32 L = 4,32 dm3 = 0,00432 m3 V = 0,00432 m3 T = 20 °C is 293K n = 4,52.103 * 0,00432 / 8,3145 * 293 n = 19,526 / 2436 n = 8,0.10-3 mol R = 8,3145 J.mol-1.K-1 (Tabel 37)
Isotherme compresie Isobaar verhitten • Hieronder zie je een pT-grafiek van een gas. • Hoe noemen we proces 1? • Hoe noemen we proces 2? • Teken de bijbehorende pV grafiek 2 1
Van een hoeveelheid gas wordt eerst (bij constante temperatuur) het volume verdubbeld en vervolgens wordt (bij constant volume) de temperatuur gehalveerd. • Teken van deze processen een p-V grafiek en een p-T grafiek. (p:verticaal) • 1e deel p.V = C (omgekeerd evenredig) • 2e deel p = C.T (recht evenredig )