580 likes | 840 Views
Wat is ZORG? ZORG is een computerprogramma in de vorm van een webapplicatie waarmee studenten en/of praktijkmensen kunnen oefenen met: - methodisch werken - e lektronische dossiervorming - toepassing ICF (Om te stoppen: Esc-toets). laat je verleiden om ….
E N D
Wat is ZORG? ZORG is een computerprogramma in de vorm van een webapplicatie waarmee studenten en/of praktijkmensen kunnen oefenen met: - methodisch werken - elektronische dossiervorming - toepassing ICF (Om te stoppen: Esc-toets)
laat je verleiden om ….. methodisch te leren verplegen en verzorgen via Internet
laat je verleiden om ….. het verpleegkundig proces te leren gebruiken
laat je verleiden om ….. Gordon (of een ander verpleegkundig categoriseringssysteem) te leren gebruiken
laat je verleiden om ….. met de computer een anamnese af te nemen
laat je verleiden om ….. bij de diagnose de interdisciplinaire ICF te gebruiken
laat je verleiden om ….. met standaardverpleegplannen te leren werken
laat je verleiden om ….. zelf een zorgplan op te leren stellen
laat je verleiden om ….. een elektronisch zorgdossier bij te leren houden
laat je verleiden om ….. een elektronisch zorgdossier te leren benutten t.b.v. overleg, overdracht en rapportage
ZORG biedt de mogelijkheid (via Beheer) om complete zorg-standaarden te maken : • standaard-anamnesevragen • standaard-observatievragen • standaard-zorgproblemen met –doelstellingen • standaard-zorgactiviteiten
De ICF, de International Classification of Functioning, Disability and Health, is ontwikkeld door de WHO (World Health Organization), en in het Nederlands vertaald door WHO-FIC Collaborating Centre (RIVM, Bilthoven)
ZORG biedt de mogelijkheid om diverse praktijk(oefen)situaties aan te maken en te gebruiken
ZORG biedt talrijke educatieve gebruiksmogelijkheden: • toepassen van het verpleegkundig of zorgproces • rollenspellen in relatie tot het zorgproces • oefenen met zorg-standaarden • gebruik van bepaalde categoriseringssystemen • gebruik van de computer in het zorgproces • rapportageoefeningen • het in samenhang en conform bepaalde criteria (zoals RUMBA, e.d.) formuleren van vragen, zorgproblemen, zorgdoelstellingen, zorgactiviteiten • gericht verpleegkundige handelingen oefenen • aanknopingspunten voor vakinhoudelijke discussie
Aanknopingspunten voor discussiei.r.t. ZORG: • hoe beveilig je computergegevens (WGBO, privacy- wetgeving; virussen, hackers, misbruik)? • voor- en nadelen en wijze van computer-gebruik bij afname van een anamnese, enzovoorts • voor- en nadelen van standaardisatie • door wie en wanneer registreren van gegevens • informatie bekijken op het beeldscherm of afdrukken op papier • voor- en nadelen van een elektronisch dossier • hoe formuleer je vragen,problemen,doelstellingen • .......
voor nadere informatie en bestellingen: info@kavanah.nl www.kavanah.nl
Hoe werkt ZORG? Op de hierna volgende sheets worden de onderdelen en de werking van ZORG nader toegelicht. (Om te stoppen: Esc-toets)
ZORG bestaat uit twee hoofdbestanddelen: In het onderdeel Zorgvragers kunnen zorgvragers worden uitgeschreven en kan bij nieuwe of reeds ingeschreven zorgvragers het zorgproces (van anamnese t/m evaluatie) worden doorlopen, alsmede een zorgdossier worden bijgehouden. In het onderdeel Beheer kunnen praktijk(oefen)situaties worden gemaakt en de bijbehorende standaarden (zorgrubrieken, anamnese- en observatievragen, zorgproblemen en -doelstellingen, zorgactiviteiten) worden gewijzigd.
Onderdeel Zorgvragers De hoofdstructuur van Zorgvragers komt geheel overeen met de fases/stappen van een systematisch, professioneel zorgproces (methodische zorgverlening), ofwel: het methodisch proces
Anamnese De Anamnese wordt gestart met enkele openingsvragen (o.a. over het gebruik van de gegevens) en wordt beëindigd met enige afsluitende vragen (o.a. hoe men het anamnesegesprek gevonden heeft). Na de openingsvragen is het mogelijk om de algemene gegevens van de zorgvrager (naam, geboortedatum, contactadres e.d.) in te vullen of te wijzigen
De eigenlijke zorganamnese bestaat uit een aantal rubrieken (zorggebieden) die willekeurig gekozen kunnen worden.
De anamnese vindt plaats met behulp van standaardvragen, met bepaalde standaard antwoordmogelijkheden
Observatie Behalve door het stellen van vragen, is het ook mogelijk dat de zorgverlener door Observatie ontdekt of merkt dat er met de zorgvrager iets aan de hand is. Door systematische observatie stelt de zorgverlener in feite aan zichzelf vragen over de zorgvrager. De zorgverlener probeert deze zelf op grond van observaties (of metingen) te beantwoorden. Bijvoorbeeld: - Is de zorgvrager rustig? - Krijgt de zorgvrager regelmatig bezoek? - Eet de zorgvrager alle voedsel op? - Hoeveel bedraagt de polsslag van de zorgvrager? - Heeft de zorgvrager decubitusverschijnselen? Het onderdeel observatie werkt op dezelfde manier als het onderdeel anamnese, dus met rubrieken die willekeurig gekozen kunnen worden en met standaardvragen. Alleen ontbreken hier uiteraard de openingsvragen en afsluitende vragen van het anamnesegesprek.
Diagnose In het onderdeel Diagnose wordt door de zorgverlener vastgesteld welke problemen de zorgvrager feitelijk heeft. Voor die problemen moeten ook doelstellingen worden vastgesteld: wat wil de zorgverlener binnen hoeveel tijd bereiken om de betreffende problemen geheel of gedeeltelijk tot een oplossing te brengen. De diagnose, d.w.z. het vaststellen van de problemen en doelstellingen, kan met het computerprogramma ZORG op drie manieren gebeuren:
1) Diagnose van de anamnese: op grond van de antwoorden die door de zorgvrager of diens familie zijn gegeven op de gestelde standaardvragen tijdens de anamnese, zoekt ZORG uit welke problemen bij die antwoorden horen. Deze problemen (met bijbehorende doelstellingen) kunnen ofwel één voor één of allemaal tegelijk geaccepteerd worden. Geaccepteerde problemen krijgen een diagnosedatum.
2) Diagnose van de observatie: op grond van de antwoorden die door de zorgverlener zijn gegeven op de gestelde standaard- observatievragen zoekt ZORG uit welke problemen bij die antwoorden horen. Verder werkt dit op dezelfde wijze als genoemd onder Diagnose van de anamnese.
3) Algemene diagnose (totale diagnose): de problemen en doelstellingen, voortvloeiend uit 1) en 2), zijn standaardproblemen en -doelstellingen. Daarnaast is het mogelijk en kan het nodig zijn dat de zorgverlener nog andere standaardproblemen toevoegt of specifieke problemen met bijbehorende doelstellingen formuleert en toevoegt.
Zowel standaard- als specifieke problemen kunnen desgewenst voorzien worden van een ICF-code. De problemen met een ICF moeten in het onderdeel Diagnose tevens voorzien worden van een ICF-typering: deze geeft de ernst van het probleem aan.
Zorgplan Om de geaccepteerde doelstellingen te realiseren, zullen er allerlei zorgactiviteiten ontplooid moeten worden. Deels zullen dit standaardactiviteiten zijn (met name als het om de realisatie van standaarddoelstellingen gaat), maar daarnaast ook specifieke activiteiten: voor déze zorgvrager in déze situatie. Het opstellen van een Zorgplan houdt in het bedenken of vaststellen van standaard- en specifieke zorgactiviteiten, die bij een bepaalde zorgvrager in een bepaalde volgorde in een bepaald tijdsbestek moeten gebeuren (eenmalig of meermaals).
Een zorgplan opstellen kan met het computerprogramma ZORG op twee manieren gedaan worden: 1) Vanuit de problemen/doelstellingen: in dit geval zoekt ZORG uit welke zorgactiviteiten bij een bepaald probleem of doelstelling horen.
2) Vanuit de activiteiten: er komt dan een lijst van alle activiteiten die bij die zorgvrager moeten gebeuren te voorschijn. De activiteiten kunnen ofwel één voor één of allemaal tegelijk geaccepteerd worden. Een geaccepteerde activiteit krijgt een zorgplandatum. De zorgplanactiviteiten voortvloeiend uit methode 1) zijn gekoppeld aan problemen en doelstellingen. Daarnaast is het mogelijk om specifieke, op zichzelf staande zorgactiviteiten toe te voegen.
Verrichtingen Als de zorgverlener een bepaalde activiteit van het zorgplan daadwerkelijk heeft uitgevoerd, kan deze als Verrichting (verrichte handeling) geregistreerd worden (datum en tijd). Indien gewenst kunnen ook waarderingscijfers (rapportcijfers) worden ingevuld betreffende de wijze van handelen.
Sommige activiteiten hoeven in een bepaalde periode slechts eenmalig te worden verricht, andere activiteiten meermaals, zoals b.v. het verstrekken van een bepaalde medicatie. Het is dan ook mogelijk om per activiteit meer dan één verrichting te registreren. In het verrichtingenoverzicht is te zien wanneer de laatste verrichting heeft plaatsgevonden.
Evaluatie Er kunnen twee soorten Evaluatie worden onderscheiden: de resultaatevaluatie en de procesevaluatie. De resultaatevaluatie betreft het nagaan of en in hoeverre de gestelde doelstellingen tijdig worden gerealiseerd. De voortgang kan bewaakt worden door middel van een percentage.
De procesevaluatie betreft het nagaan of de verrichtingen juist, conform het zorgplan, en tijdig zijn verricht en vooral: de manier waarop. De juistheid en tijdigheid van de verrichtingen kan door de computer geconstateerd worden aan de hand van het zorgplan. De wijze van handelen kan met waarderingscijfers (rapportcijfers) beoordeeld worden.
Zorgdossier Het zorgproces wordt ondersteund door het Zorgdossier. Tijdens de verschillende fases van het zorgproces wordt allerlei informatie verzameld, vastgelegd, verwerkt, verstrekt en gebruikt. Het zorgdossier is het geheel van deze informatie. Het zorgdossier maakt het mogelijk om de verschillende fases/stappen van het zorgproces zo goed mogelijk te volgen. Bovendien zorgt het voor een doelmatige mondelinge en schriftelijke overdracht van informatie (= de rapportage) tussen de verschillende zorgverleners, teams, diensten en disciplines (bewonersbespreking, multidisciplinair overleg, dienstoverdracht, artsenvisite, enz).
In ZORG is het mogelijk om per zorgvrager de gewenste onderdelen van het zorgdossier op te vragen (op het beeldscherm of op papier).
Onderdeel Beheer In het onderdeel Beheer kunnen praktijk(oefen)situaties worden gemaakt en de bijbehorende standaarden (rubrieken, vragen, problemen, activiteiten) worden gewijzigd.
Anamnese- en observatierubrieken (zorggebieden) kunnen gewijzigd, toegevoegd of verwijderd worden.
Per rubriek kunnen anamnese- of observatievragen gewijzigd, toegevoegd of verwijderd worden of in een andere volgorde gezet worden.
Aan een antwoord kan een probleem (of geen probleem) gekoppeld worden.
Problemen (met doelstelling en eventueel de ICF-code) kunnen toegevoegd, gewijzigd of verwijderd worden
Aan elk probleem kunnen één of meer zorgactiviteiten gekoppeld worden. De activiteiten kunnen ook gewijzigd of verwijderd worden.
Het bepalen van de ICF-code Allereerst dient een component gekozen te worden.
Vervolgens dient een hoofdcategorie (domein) gekozen te worden