1 / 16

Kansarmoede in de bassischool

Pijnpunten - beleving - aanpak. Kansarmoede in de bassischool. Risicofactoren. Geldgebrek Kansarmoede als cultuurvariant Een minder school ondersteunend schoolklimaat Stigmatisering en negatieve verwachtingen Minder positieve relaties met de klasgroep en een lagere betrokkenheid

roana
Download Presentation

Kansarmoede in de bassischool

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Pijnpunten - beleving - aanpak Kansarmoede in de bassischool

  2. Risicofactoren Geldgebrek Kansarmoede als cultuurvariant Een minder school ondersteunend schoolklimaat Stigmatisering en negatieve verwachtingen Minder positieve relaties met de klasgroep en een lagere betrokkenheid Een gebrekkige dialoog

  3. Geldgebrek Gratis onderwijs? Basisonderwijs is in principe gratis. De realiteit is anders. Er zijn heel wat bijkomende kosten: boekentas, tijdschriften, schoolgerief,…

  4. De kleren maken de man Kinderen uit een gezin waar de ouders het financieel niet zo breed hebben, dragen soms niet even mooie kleren als de anderen. Of soms juist wel, maar dan komt hierop een golf van commentaar, die de ouders veroordeelt tot geldverspillers. Terwijl de ouders net een grote inspanning hebben gedaan om hun kinderen er te laten bijhoren. Gebrekkige hygiëne en lichaamsverzorging kan ook een probleem vormen. Een apart probleem zijn luizen. Meestal hebben de ouders het geld niet voor alle dure producten om luizen te bestrijden.

  5. Brood op de plank Mensen die het financieel niet breed hebben, besparen dikwijls op voeding. Daardoor verschilt de eetcultuur met die van een welgestelder gezin. Ze kopen veel blik en diepvriesvoeding want die is goedkoper. ! Toch komt deze eetcultuur niet alleen voor bij mensen in armoede. Ook bij anderen komt het voor. Alleen worden deze eetgewoonten bij armen extra uitvergroot en worden ze een bron van misprijzen!

  6. Met zes in één kleine kamer Meestal moet er in een beperkte ruimte geleefd worden. Dit zorgt voor heel wat problemen. De sanitaire voorzieningen laten soms te wensen over. Er is bijvoorbeeld geen warm water. Vandaar het gebrek aan hygiëne en gezondheid. Ook zorgt deze situatie voor weinig sociale contacten. Er worden geen vriendjes uitgenodigd, de vriendjes mogen er niet naar toe van hun ouders,…

  7. Kansarmoede als cultuurvariant Andere omgangsvormen De levensstijl van kansarme kinderen geeft dikwijls aanleiding tot stereotypes en denigrerende houding. De vele problemen thuis geven aanleiding tot spanningen, die zorgen dan voor conflicten binnen het gezin. Met gevolg dat de kinderen deze problemen meenemen naar school en daar dan als brutaal worden aanzien. Op school wordt nl. verwacht dat ruzies worden uitgepraat. Het terrein van sociale vaardigheden is eenzijdig en zwak.

  8. Ander consumptiegedrag Om er bij te horen, kopen kansarme gezinnen vaak het nieuwste van het nieuwste. Het is een manier van ‘psychisch overleven’. Natuurlijk geeft dit soort van aankopen opnieuw aanleiding tot heel wat vooroordelen. ‘Ze kunnen zich plots wel heel dure dingen aanschaffen, ze verspillen hun geld, …’

  9. Een minder schoolondersteunend klimaat Andere opvoedingsgewoonten Ouders willen een betere toekomst voor hun kinderen dan ze zelf hebben gehad. Daardoor kan de opvoeding zeer wisselend zijn. Enerzijds worden de kinderen verwend om het tekort aan liefde te compenseren, anderzijds zijn sommige ouders ervan overtuigd dat enkel een zeer strenge opvoeding goede kinderen kan voortbrengen.

  10. Een gebrek aan structuur In sommige gezinnen houden ze zich niet aan een vaste structuur. Deze vorm van structuurzwakheid is meteen een grote risicofactor voor een goed gedijen en functioneren van kinderen op school. Als je emotioneel niet in orde bent, heb je het moeilijk om orde te scheppen.

  11. Minder stimulerende impulsen De leefwereld van sommige kinderen in kansarme situaties staat ver af van de wereld dan die de school bij de kinderen veronderstelt. Minder spelen met kinderen, spelenderwijs leren,… De school verwacht dat de ouders hun kinderen ondersteunen bij hun schoolse activiteiten. Voor sommige kansarme gezinnen is dit niet haalbaar.

  12. Een ‘andere’ taal Taal vormt vaak een barrière tussen ouders en school. De taal in kansarme gezinnen is vaak totaal verschillend. Men pleegt meer streektaal te gebruiken. Soms is de woordenschat van de kinderen ook zeer beperkt. Die taalbarrière zorgt soms ook wel voor de afwezigheid van bepaalde ouders op bv. Een oudercontact. Die afwezigheid zorgt dan voor verkeerde conclusies. De school denkt nl. dat de ouders ongeïnteresseerd zijn.

  13. Stigmatisering en negatieve verwachtingen Vele vooroordelen hebben een invloed op de verwachtingen die mensen hebben. Vaak zijn dat negatieve verwachtingen. Kinderen zullen zich dan ook naar dit beeld gedragen; ze antwoorden minder, werken minder mee,… Vaak denken leerkrachten dan dat de kinderen niet geïnteresseerd zijn. Op deze manier is de cirkel rond. Wat men verwachtte is realiteit geworden!

  14. Minder positieve relaties met de klasgroep en een lagere betrokkenheid Minder positieve relaties met de klasgroep Kinderen uit kansarme gezinnen zijn vaak het mikpunt van pesterijen. Ze worden niet geïntegreerd in de klasgroep. Ze worden uitgesloten. Een ander obstakel is de verschillende omgangsvormen. Sommige kinderen uit kansarme gezinnen missen bepaalde sociale competenties. Tegelijk beschikken de kinderen die niet kansarm zijn, niet steeds over de nodige sociale competenties om met de diversiteit in de klas om te gaan.

  15. Risico op lagere betrokkenheid. Omdat deze kinderen een armer repertoire aan activiteiten vertonen, worden ze ook minder vaak betrokken in klas. Tegelijk is voor sommige kinderen de expressie- en taalvaardigheid te beperkt om echt te kunnen meedoen in verbaal gerichte activiteiten.

  16. Een gebrekkige dialoog De communicatie tussen kansarme ouders en de school is vaak gekleurd door een gebrek aan informatie-uitwisseling. Leerkrachten weten vaak niet hoe het er aan toe gaat thuis, terwijl ouders vaak geen zicht hebben op de vele extra inspanningen die de ouders leveren voor hun kinderen. Deze onwetendheid vanuit beide fronten zorgen vaak dat de partijen afhaken.

More Related