410 likes | 605 Views
H1 Samenhang en verscheidenheid. 1 Oriëntatie. - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van globalisering in de wereld?. Hoe heeft de wereldsamenleving zich in de loop der tijd ontwikkeld ?. Waarom doet niet ieder land in dezelfde mate mee met globalisering ?
E N D
1 Oriëntatie - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van globalisering in de wereld?
Hoe heeft de wereldsamenlevingzich in de loop der tijdontwikkeld?
Waaromdoetnietieder land in dezelfde mate mee met globalisering? • De top tien van landen met de hoogste en de laagsteomvang van buitenlandse • investeringen (miljoen dollar, 2009)
2 Wat is globalisering? • 2.1 De definitie van globalisering • Driekenmerken: • Bedrijven, landen en mensenwerkenmeersamen • Steeds meergrensoverschrijdendestromen van goederen, mensen en informatie • Bedrijven, landen en mensenoefenen steeds meerinvloed op elkaaruit • Internationalisering ≠ mondialisering
2.2 Internationale taakverdeling • De interactietheorie van Ullman • Ruimtelijkeverplaatsingentreden op in geval van: • Complementariteit • Geentussenliggendemogelijkheden • Transporteerbaarheid
2.3 Globalisering leidt tot netwerksamenlevingen • Meer netwerken door toename geografische mobiliteit • Productienetwerken • Sociale netwerken • Toeristennetwerken
2.4 Tijd-ruimtecompressie • Relatieveafstanden • wordenkorter: afstandsverval • Komt door twee technologische • ontwikkelingen: • Ontwikkeling van • transporttechnologie • 2. Ontwikkeling van • communicatietechnologie
2.5 Standaardisering • Standaardisering: uniformiteit in • cultureleideeën • economie • regels • Standaardisering van de productie: • fordisme • toyotisme
3 Kolonialisme veranderde de wereld (1500-1950) • 3.1 Kolonialisme vanuit Europa • Europese landen begonnen met uitbreiden van hun macht: • imperialisme -> kolonialisme (europeanisering)
3.2 Handelskolonialisme (1500-1850) Vanaf 1500: handelskolonialisme wegens toename Europese bevolking
3.3 Exploitatiekolonialisme Industriële Revolutie: grondstoffen nodig Gevolg: exploitatiekolonialisme in Afrika en Azië
3.4 De tegenstelling centrum-periferie • Centrum-periferiemodel zorgt voor: • Regionale ongelijkheid • Sociale ongelijkheid • Verschillen in ontwikkeling stad en platteland • Backwash-effects • Spread-effects
3.5 Ruilvoetverslechtering en schulden Economische problemen door slechte handelsbalans: ruilvoetverslechtering. Dit leidde tot schulden. Ontwikkeling staatsschuld in Afrika (1970-2008) in miljarden US-dollar.
4 Drie werelden in één (na 1950) • 4.1 Het ontstaan van een Oost-Westtegenstelling • Koude Oorlog: strijd tussen hegemoniale staten. • Kapitalisme (vrijemarkteconomie) versus communisme (planeconomie) • Of: Eerste Wereld versus Tweede Wereld • Vanaf 1989: politieke transitie
4.2 Het ontstaan van een Noord-Zuidtegenstelling • Na de Tweede Wereldoorlog: • Dekolonisatie: veel koloniën onafhankelijk • Neokoloniale situatie • Zwakke economische ontwikkeling • Afhankelijk van export van primaire producten • Eerste, Tweede en Derde Wereld • Noord-Zuidtegenstelling
Driekenmerkenontwikkelingslanden: • Armoede • Zwakkeeconomischestructuur • Fragmentarischemodernisering
4.3 Politieke globalisering • Politieke globalisering -> intergouvernementele organisaties (IOG’s) • Verenigde Naties (VN) • Wereldhandelsorganisatie (WTO) • Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) • G20 (Groep van 20) • Millenniumdoelen: in 2015…
5 Economische globalisering • 5.1 Global Shift • Rond 1950: economische centrum in West-Europa en de VS • Vanaf 1970: uitschuiving van footloose industries naar Oost- en • Zuidoost-Azië (Pacific Rim) en Latijns-Amerika • Nieuwe industrielanden (NIC’s): • In Azië: Tijgerlanden • Omvangrijke beroepsbevolking • Lage lonen • Aantrekkelijk voor arbeidsintensieve bedrijven • Nieuwe internationale arbeidsverdeling
5.2 Het triadisch netwerk • Economischedriehoekwaarin de meestewereldhandel en • productieplaatsvindt.
5.3 Importvervangende industrialisatie • Nieuwe industrielanden importeren meer dan ze exporteren • Deze import wordt vervangen door in eigen land vervaardigde producten (importsubstitutie) • Dit vermindert afhankelijkheid van het buitenland
5.4 Toyotisme bevordert de exportindustrie • Produceren is vooral goed organiseren • Clustering: bespaart kosten
6 Bedrijven en globalisering • 6.1Multinationaleondernemingen • Kenmerken MNO’s: • Veelkennisen kapitaal • 2. Strategischhandelen
6.2 De productlevenscyclus • Snelle ontwikkelingen zorgen voor een korte productlevenscyclus.
6.3 De staat en de vestiging van bedrijven • Overhedenkunnenbedrijvenlokken door: • Belastingvoordelen, investeringssubsidies • Vrijhandelszones • - Exportindustriezones • Goedeinfrastructuur • Niettehogelonen • Beperkingvakbondsactiviteiten • 5. Weinigmilieueisenstellen
7 Globalisering en cultuur • 7.1Cultuur en identiteit • Cultuuromvat twee onderdelen: • Geestelijkeaspecten • Materiëleaspecten • Cultuurpatroon: identiteit • Cultuurgebied
7.2 Lokalisering tegenover globalisering Tegenhanger van globalisering: lokalisering Bijvoorbeeld weerstand tegen modernisering of verwestersing Lokalisering in de politiek: regionalisme McDonalds in de wereld
7.3 Cultuur en de demografische transitie • Groene druk: veel jongeren • Grijze druk: veel ouderen
8 Globalisering en migratie • 8.1 Migratie, eenwereldwijdverschijnsel • Internationalemigratie • Economischmotief: arbeidsmigratie • Leidt tot multiculturelesamenleving • Binnenlandsemigratie • Van plattelandnaarstad: urbanisatie • Percentage van de bevolking in eenstedelijkgebied: urbanisatiegraad
8.2 Migratie verklaren of voorspellen • Drie schaalniveaus om migratie te verklaren: • Macroniveau (wereldschaal) • Mesoniveau (eigen land of gebied) • Microniveau (eigen huishouding)
8.3 Transnationale identiteit • Migranten brengen nieuwe culturele kenmerken naar een gebied • Ze nemen zelf kenmerken over • Een mengcultuur ontstaat: transnationale identiteit
9 Samenhang en verscheidenheid • 9.1 De geleding van de wereld • Zessoortenlanden: • MinstOntwikkeldeLanden (MOL) • Ontwikkelingslanden • Rijkeoliestaten • Transitielanden • NieuweIndustrielanden (NIC’s) • HoogstOntwikkeldeLanden (HOL)
9.2 Indicatoren om ontwikkeling te meten • Human Development Index (HDI) bestaatuit: • Educatie-index (analfabetisme) • Levensverwachtingbijgeboorte • Levensstandaard (inkomen, koopkracht) • Andere indicatoren: • Percentage onder de armoedegrens • Binnenlandse regionale ongelijkheid
9.3 Eenwording of verbrokkeling? • Eenwording: • Meer landen lid van WTO • Verbrokkeling: • Strijd tegen islamitisch fundamentalisme • Polarisatie • Tweedeling: • Fast World • Slow World
9.4 Waarom doen niet alle landen mee? • Drie oorzaken: • Landen zijn te arm • Dictatuur of gesloten politiek systeem • Culturele bezwaren
9.5 De anders-globalisten willen het anders • Anders-globalisten willen een andere manier van globalisering: • Het moet leiden tot een betere en duurzame wereld • Arme boeren, arme landen, mensenrechten, milieu en klimaat mogen niet in de knel komen • Ze vinden de WTO en de Wereldbank niet democratisch • Vrezen dat vooral MNO’s er beter van worden • Ze voeren actie bij vergaderingen van IGO’s om dit te bereiken