Osmose bij planten

1. Osmose bij planten Turgor en plasmolyse

2. Stevigheid van planten door turgor • Celmembraan en vacuolemembraan = semipermeabele membranen • Celwanden = permeabel, doordrenkt met vocht • Vocht in celwand lagere osmotische waarde dan cytoplasma en vacuolevocht •  water stroomt door osmose cel in •  volume cel groter •  druk op celwand •  celwand geeft tegendruk = wanddruk • = turgor

3. turgor • Cel neemt water op uit celwand •  osmotisch waarde cel daalt • Tegendruk van celwand of wanddruk •  instroom van water beperkt vooraleer osmotische waarden binnen en buiten cel gelijk zijn •  evenwicht •  geen nettoverplaatsing water naar binnen of naar buiten • plantencellen met turgor = turgescent

4. Osmotisch waarden in en buiten cel • 1  osmotische waarde binnen cel = buiten cel • Osmotische waarde < P •  water stroomt cel in • OW daalt iets •  turgor • Druk celwand  • osmotische waarde binnen en buiten de cel niet gelijk • t = grootte van de turgor 1

5. Plasmolyse cel • Osmotische waarde groter dan P • osmotische waarde buiten cel groter dan in cel •  water stroomt cel uit • tot osmotische waarde binnen en buiten cel gelijk zijn •  volume van de cel verandert • Celwand verandert niet •  cel laat los van de celwand • plasmolyse

6. Plasmolyse plant • Bij veel cellen plasmolyse verliest plant stevigheid • Weer turgescent als ze voldoende water kunnen opnemen • Langdurige plasmolyse •  cytoplasma wordt onherstelbaar beschadigd •  cel sterft •  membraan volledig permeabel wat gebeurt er dan? • http://www.youtube.com/watch?v=adEF0oMw3gY&feature=player_detailpage

7. Beginnende plasmolyse