230 likes | 421 Views
Het meten van de schade van georganiseerde criminaliteit: enkele (goede) praktijken en evoluties. Tom Vander Beken Ciroc Seminar Schade van georganiseerde misdaad Utrecht, 19 mei 2010. Overzicht. Schade en georganiseerde criminaliteit Hinderpalen voor de believers Macro-modellen
E N D
Het meten van de schade van georganiseerde criminaliteit: enkele (goede) praktijken en evoluties Tom Vander Beken Ciroc Seminar Schade van georganiseerde misdaad Utrecht, 19 mei 2010
Overzicht • Schade en georganiseerde criminaliteit • Hinderpalen voor de believers • Macro-modellen • Micro-modellen • Een multilevel-schademodel? • Enkele conclusies/bedenkingen
1. Schade en georganiseerde criminaliteit • Waarom schade van criminaliteit meten? • Risico, dreiging, kwetsbaarheid en schade • Beleid en schade • Schade en definitie van georganiseerde criminaliteit • Ongelijke aandacht voor schade van georganiseerde criminaliteit • Europese Unie: ernstig en/of georganiseerd
a. Waarom schade van criminaliteit meten? Wie heeft wat gedaan? (wetshandhavers –repressief - dreiging) Hoe is het gebeurd of kunnen gebeuren? (meerdere actoren - preventief en repressief – dreiging en kwetsbaarheid omgeving) Wat zijn de gevolgen/schade ervan? (bevolking – repressief en preventief – schade SO/maatschappij)
b. Risico, dreiging, kwetsbaarheid en schade DREIGING (daders/activiteit) RISICO KWETSBAARHEID (omgeving) SCHADE (maatschappij)
c. Beleid en schade Beleid gericht op dreiging is vooral wetshand-havingsbeleid: wie zijn de daders, wat doen ze en wie bedreigt ons het meest (op basis van wat ze willen en kunnen) Beleid gericht op kwetsbaarheid is vooral criminaliteitspreventiebeleid: hoe hebben wij (als omgeving) dit laten gebeuren en hoe kunnen we dit vermijden (vooral situationeel, iets minder structureel) Beleid gericht op schade is vooral algemeen beleid: Welke maatschappelijke gevolgen accepteren wij niet en willen wij voorkomen/beperken/bestraffen.
d. Schade en definitie georganiseerde criminaliteit Georganiseerde criminaliteit is geen specifiek criminaliteitsfenomeen maar een construct om een « bijzondere » (gevaarlijke) vorm van criminaliteit te vatten omdat: - het groepscriminaliteit is: groepen kunnen meer/anders dan individuen en vereisen een andere aanpak (in de opsporing); of - contra-strategieën (kunnen) worden gebruikt: zich afschermende daders vereisen andere (opsporings)-technieken; of • het gaat om ernstige criminaliteit: prioriteit en inzet van preventieve en repressieve acties omdat de criminaliteit op zich maatschappelijk als ernstig en erg schadelijk wordt gezien.
e. Ongelijke aandacht voor schade van georganiseerde criminaliteit Zuid: Georganiseerde criminaliteit (mafia) isaltijd ernstig en dus op zich schadelijk– beleidsaandacht voor de groepen en hun strategieën. Oost: Georganiseerde criminaliteit (verweven in economie en politieke besluitvorming) is ernstig omdat het de economie en politiek aantast – beleidsaandacht voor groepen en hun strategieën met een focus op « systemische » en « institutionele » schade. West: Georganiseerde criminaliteit (een veelheid aan groepen en activiteiten) kàn ernstig zijn – beleidsaandacht en prioriteitenstelling op basis van die ernst/schadelijkheid. ( Dorn, 2009).
f. Europese Unie: ernstig en/of georganiseerd? Europol niet langer bevoegd voor « ernstige georganiseerde criminaliteit» maar voor « ernstige criminaliteit » waarvan georganiseerde criminaliteit een van de bijzondere vormen is. Eurojust is bevoegd voor « zware, in het bijzonder georganiseerde criminaliteit » OCTA’s: dreiging en/of schade? Stockholm programma en Internal Security Strategy - dreiging en risico: « The concept of internal security must be understood as a wide and comprehensive concepts which straddles multiple sectors in order to address these major threats and others which have a direct impact on the lives, safety and well-being of citizens, including natural and man-made disasters such as forest fires, earthquakes, floods and storms. »
2. Hinderpalen voor de believers Wat is schade (allemaal)? – fysiek, economisch, psychologisch, politiek, maatschappelijk, intellectueel? - ook indirect (b.v. daling consumentenvertrouwen omwille van fraude)? ook schade los van slachtoffers (reactiekost)? En is er alleen schade van criminaliteit (soms hebben klanten toch gekregen wat ze gevraagd hebben?) Hoe kan je dit meten en vergelijken? Zijn het allemaal « kosten »? Welke empirische basis is er en heb je nodig? Moet je de schade op micro-niveau kennen (door een groep/persoon) of op macro-niveau ((georganiseerde) criminaliteit in het algemeen) of beide? (Tusikov, 2009)
3. Macro-modellen a. Een macro-kostenmodel (Home Office) b. Een macro-schademodel (ACC) c. Een macro-risicomodel (KLPD) d. Een algemeen macro-risicomodel (FedPol) e. Een evaluatie
a. Een macro-kostenmodel (Home Office) Traditie met cost of crime studies (Brand&Price, 2000) ook inzake georganiseerde criminaliteit (Dubourg&Prichard, 2007): het in geld vastleggen van schade. Studies eerder voor dan door wetshandhavingsinstanties. Economische en sociale kost (anticipatie, gevolg en reactie) van georganiseerde criminaliteit: Drugs: 15,4 miljard £ Belastingsfraude: 3,7 miljard £ Fraude: 2,7 miljard £ Mensensmokkel: 1,4 miljard £ Mensenhandel: 1 miljard £ (Dubourg&Prichard 2007)
b. Een macro-schademodel (ACC) Australian Crime Commission, een wetshandhavings-instantie, bestudeert zowel de dreiging van groepen als de schade « of various criminal issues that affect Australian interests » (criminele markten). Kwalitatief via bevraging van experten bij wetshandhaving, overheid, industrie en academia) over politieke, sociale en economische gevolgen. Resultaat: « The cost of organised crime to Australian society is difficult to quantify. However, the ACC estimates organised crime costs Australia in excess of $10 billion. ….Organised crime affects a broad range of sectors and industries in Australia. Often the harm from criminal activity is indirect. The consequences of organised criminal activity may include increased costs of services or damage to the reputation of an industry or institution. More visible effects include those from the sale of illicit drugs, theft of property or violence. »
c. Een macro-risicomodel (KPLD) Nationaal Dreigingsbeeld (2008) Georganiseerde Criminaliteit: Een combinatie van een analyse van criminaliteitsrelevante factoren, criminele verschijnselen en maatschappelijke gevolgen. De maatschappelijke gevolgen geoperationaliseerd als directe (gezondheid, vermogen, milieu, infrastructuur, besluitvorming,…) en indirecte (preventie, imagoschade,…) schadelijke effecten ingeschat op basis van intersubjectiviteit Resultaat: Per crimineel verschijnsel worden de schadelijke effecten ingeschat. Kwalitatief en niet vergelijkend. Geen rangschikking.
d. Een algemeen macro-risicomodel (fedPol) Jaarrapporten georganiseerde criminaliteit (MinJust) zijn vooral dreigingsgericht, met ambities inzake schade. Maar sinds hervorming Belgische politie is er een Nationaal Veiligheidsplan en Nationaal Politioneel veiligheidsbeeldwaarin criminaliteitsfenomenen gerangschikt worden op basis van criteria m.b.t. omvang, impact (organisatiegraad/complexititeit en gevolgen) en perceptie. Weging van de verschillende criteria in een multicriteria beslissingsmodel. Resultaat: 1. misdrijven fysieke integriteit; 2. illegale productie en handel van drugs, 3. verkeersongevallen met doden; en 4. illegale immigratie en mensensmokkel.
e. Een evaluatie Via macro-modellen worden uitspraken gedaan over de schadelijkheid van georganiseerde criminaliteit in zijn algemeenheid. Verondersteld wordt dat georganiseerde criminaliteit uit « alle » criminaliteit gedistilleerd kan worden en/of voor een groot deel samenvalt met bepaalde vormen van identificeerbare « ernstige » criminaliteit. Macro-modellen richten zich niet direct naar wetshandhavingsinstanties. Vooral gebaseerd op inschattingen van experten. Zijn macro-modellen die alleen georganiseerde of ernstige criminaliteit bekijken wel (nog) zinvol? Niet beter schade van alle criminaliteitsvormen (los van « ernst ») samen?
4. Micro-modellen • Een micro-risicomodel (NPIA) • Een micro-schademodel-strafmaat (MPS) • Een micro-schademodel-opsluitingsduur (CISC) • Een evaluatie
a. Een micro-risicomodel (NPIA) Organised crime group mapping en scoring op hun schadelijkheid voor fysieke letsels, voor de maatschappij, reputatie/politiek, mogelijkheden/capaciteiten, grensoverschrijdend/geografisch/economisch Daarnaast wordt een probabiliteitscore gegeven aan elke criminele activiteit – risico Resultaten: ?
b. Een micro-schademodel-strafmaat (MPS) Voor elk misdrijf toegeschreven aan een criminele organisatie wordt een score toegekend gerelateerd aan de te verwachten straf. Hoe ernst/straffen anticiperen? Resultaten?
c. Een micro-schademodel-opsluitingsduur (CISC) Canada is wereldwijd toonzetter dreigingsanalyses (Sleipnir-Strang) waarin criminele groepen worden gerangschikt op basis van kun kenmerken (capability/intent). Maar daarin zitten al kiemen van een schade-analyse; corruptie, geweld, infiltratie, monopolie,… Onvoldoende, dus op zoek naar een aparte schadeananalyse. Keuze voor een combinatie tussen verwachte en gemiddelde opsluitingsduur van (groepen van) misdrijven in min of meerdere mate toegerekend aan criminele organisaties. (Tusikov, 2009). Resultaten?
d. Een evaluatie Micro-modellen sluiten erg aan bij dreigingsanalyses doordat ze dadergroepen rangschikken op basis van hun kenmerken (wat ze kunnen (veroorzaken)). Micro-modellen zijn nagenoeg exclusief bestemd voor wetshandhavingsinstanties om hun opsporingsinspanningen te prioriteren. Resultaten?
5. Een multilevel-schademodel? Serious Organised Crime Agency heeft een harm framework uitgewerkt (SOCA annual plan 2010/11) als common language met andere partners en dienstig voor de evaluatie van operaties en projecten. Ook om groepen te rangschikken en operaties te prioritiseren. En prioriteiten tussen verschillende criminaliteitsfenomenen? « Not really, at present » (Dorn, van de Bunt, 2010)
6. Enkele conclusies/bedenkingen Aandacht voor schadelijkheid van georganiseerde criminaliteit neemt, hoewel niet overal in dezelfde mate, toe. Micro-modellen vullen dreigingsanalyses voor wetshandhavers aan, macro-modellen voeden het algemeen beleid. De integratie van beide m.b.t. georganiseerde criminaliteit lijkt niet eenvoudig. Het einde van (analyses over) « georganiseerde criminaliteit » ten voordele van « ernstige criminaliteit » of gewoon « criminaliteit » of « veiligheid »?