230 likes | 484 Views
Leren op het werk: achtergronden en vormen . Dr. Jan Streumer Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs/Raadgevend Onderwijskundig Bureau Edutec. Eindhoven 28 mei 2010 Conferentie Trends en Ontwikkelingen in Actief Leren: Leren voor en door het Werk. Opbouw presentatie .
E N D
Leren op het werk: achtergronden en vormen Dr. Jan Streumer Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs/Raadgevend Onderwijskundig Bureau Edutec Eindhoven 28 mei 2010 Conferentie Trends en Ontwikkelingen in Actief Leren: Leren voor en door het Werk
Opbouw presentatie • Werkplekleren als containerbegrip • Kort overzicht van de geschiedenis van werkplekleren, de herontdekking in de jaren tachtig en negentig en recente ontwikkelingen • Helderheid verschaffen in de grote variëteit van vormen van leren en opleiden op de werkplek (dimensies van werkplekleren) • Kritiek op werkplekleren • Onderzoek naar werkplekleren • Conclusies
Werkplekleren als containerbegrip • Hoger onderwijs • Duale opleidingsvormen • Praktijkleren • Coop-leren • (Virtuele) leerbedrijven • MBO • Beroepspraktijkvorming • Praktijkleren (leerbedrijven, leerafdelingen) • Integratie schools leren en leren in de werksituatie (BOL / BBL) • (Onderwijs)leerbedrijven • VMBO • Vakkenintegratie: Opheffen scheiding theorie- en praktijkvakken, avo-vakken en beroepsgerichte vakken • (Onderwijs)leerbedrijven • Praktijksimulaties • Leerwerkplekken
Geschiedenis werkplekleren • Gilden • Streven naar totale liberalisering arbeidsmarkt betekent einde gilden • 20 eeuw: groei schoolse opleidingen • Jaren 80: beroepsonderwijs onderwerp maatschappelijk debat • Einde jaren 80: verbetering kwaliteit van opleiden op werkplek in vorm van onderwijskundige vernieuwing van praktijkcomponent (in leerlingwezen en stage) • Einde jaren 80/begin jaren 90: herontdekking werkplek als leersituatie
Werkplekleren in de jaren 90 • Grote ontvankelijkheid voor leren in de werksituatie in totale beroepskolom en in bedrijfsopleidingen • Opkomst duale opleidingsvormen in hoger onderwijs • Animo bij universiteiten beduidend minder dan bij hogescholen • Commissie Dualisering: beroepspraktijkvorming MBO • Werkplekleren in het VMBO
Veranderingen in het beroepsonderwijs (1) De ontwikkeling van competentiegericht beroepsonderwijs vereist (nog nadrukkelijker dan het bestaande beroepsonderwijs) dat onderwijsinstellingen en bedrijven elkaar kennen én samenwerken. WPL staat daarom volop in de belangstelling Werken aan de nog onvoldoende externe gerichtheid van het beroepsonderwijs de vraagarticulatie, dat wil zeggen flexibele, onderwijstrajecten en -programma’s die beantwoorden aan de behoeften van leerlingen/studenten en het bedrijfsleven dualisering als middel om de aansluiting beroepsonderwijs en beroepspraktijk te verbeteren kwaliteitszorg, tot uitdrukking komend in onder andere een adequaat plaatsings- en begeleidingssysteem voor leerlingen/studenten en een systeem voor de bewaking van de kwaliteit en het rendement van het onderwijs
Veranderingen in het beroepsonderwijs (2) landelijke kwalificatiestructuur (in mbo) startkwalificaties Competentiegericht opleiden (per 1 augustus 2010 mbo breed ingevoerd) Zwaardere eisen voor rekenen en taal (invoering centrale examinering in niveau 4) Toenemende diversiteit deelnemerspopulatie (20 % nieuwe Nederlanders) Zoeken naar oplossing voor de door bedrijven gesignaleerde tè grote tijdsinvestering t.a.v. begeleiding van studenten
Competentieleren en werkplekleren Competentieontwikkeling is een doorlopend (beroepskolom) en (zelf)constructief proces, waarbij het gaat om: Leerprocessen gericht op het ontwikkelen van leervermogen en het integreren van kennis, vaardigheden en houdingen, waaraan adequate persoonlijke leer- en actietheorieën ten grondslag liggen, waardoor iemand in bepaalde situaties en bepaalde sociaal-culturele contexten bekwaam kan oordelen (informatie kan interpreteren, analyseren en classificeren), kan anticiperen op bepaalde gebeurtenissen of ontwikkelingen en effectief kan handelen en leren En: Waar leer je dat het beste?
Dimensies van werkplekleren • Intentionaliteit van het leerproces • Formalisering van het leerproces • Context van het leren • Vormen van leren • Sturing van leren
Factoren die integratie van leren en werken beïnvloeden • Het leerpotentieel van de werkplek (bepaalde competenties kunnen goed via werkplekleren worden verworven, maar andere juist beter in een schoolse context (Onstenk; Nijhof & Nieuwenhuis) • Mogelijkheden voor feedback, evaluatie en reflectie op het resultaat van werk (van der Klink & Streumer) • De mate waarin werkprocessen zijn geformaliseerd (Marsick) • De mate waarin medewerkers betrokken zijn bij, verantwoordelijk zijn voor het ontwerpen van werkprocessen en het oplossen van problemen daarbij (Harteis) • Het aanwezig zijn van leerbronnen (learning resources)
Aspecten van werkplekleren • WPL heeft betrekking op processen die in een organisatiecontext plaats vinden en gericht zijn op het verwerven en assimileren van een geintegreerde verzameling van kennis, vaardigheden en houdingen • WPL omvat zowel individueel, groeps- als organisatieleren • Verschillende typen WPL kunnen worden onderscheiden wat betreft de mate waarin ze stuurbaar en controleerbaar zijn (locus of control) • In de discussie over WPL wordt m.n. het complexe en contextspecifieke karakter van leren benadrukt • In de definities van het begrip (werkplek) leren’ wordt tegenwoordig erg veel nadruk gelegd op betekenisvol leren
Voordelen WPL voor lerenden • Lerenden hebben mogelijkheid om hun veronderstellingen en gedrag “real time” te wijzigen als de omstandigheden daar aanleiding toe geven • Praktijk en theorie aan elkaar te koppelen • Afstand tussen abstracte kennis en de toepassing daarvan in de praktijk te overbruggen
Schets ideale leeromgeving (Collins, Brown & Newman) • Inhoud moet centraal staan • Didactische maatregelen moeten in samenhang worden toegepast (modelleren, coaching, exploratie, articulatie, scaffolding (geleidelijk steun afbouwen), reflectie • Sequentie (eerst het geheel dan de delen, toenemende complexiteit, toenemende diversiteit) • Context (gesitueerd leren, leren van en met deskundigen, ervaringsleren)
Rollen trainers, coaches, praktijk- opleiders, werkbegeleiders enz.) • Lerenden modellen verschaffen • Lerenden denk- en leeractiviteiten laten articuleren • Coaching: lerenden begeleiden, onder andere via het verstrekken van gerichte opdrachten en het geven van feedback • Scaffolding: lerenden geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid geven voor hun leerproces • Reflecteren: lerenden laten nadenken over de wijze waarop ze te werk zijn gegaan • Exploreren: lerenden in verschillende contexten ervaring op laten doen. Hierdoor ontstaat progressieve recontextualisatie, goed voor ontwikkeling van adequate werktheorieën en transfervermogen
Kritiek op werkplekleren • Bronneman: Veel beschouwingen zijn gewijd aan de wenselijkheid van praktijkleren, pleidooien zijn niet gebaseerd op empirisch wetenschappelijk onderzoek • Pleidooi van Onderwijsraad: meer “evidence based” werken in het onderwijs • Minder hypes, meer voorzichtigheid en terughoudendheid bij invoering van vernieuwingen (is het wel effectief?)
Landelijk onderzoek naar WPL (1) Naast het pleidooi om de werelden van onderwijs en bedrijven meer op elkaar te betrekken, klinkt ook regelmatig de oproep om onderwijs en onderwijsonderzoek meer met elkaar te verbinden Ook hier geldt dat het belang van een verbinding breed wordt onderschreven, maar dat de vormgeving ervan nog in ontwikkeling is en dat rekening moet worden gehouden met de verschillend kerntaken van onderzoekers en onderwijsprofessionals Onderzoek naar wat werkt behoort tot de kerntaken van het wetenschappelijke circuit, maar het onderwijs heeft zelf ook een documenterende en onderzoekende taak die direct verbonden is met de onderwijsontwikkeling waaraan onderwijsprofessionals werken De hoofdvraag is: Hoe komen we tot goede kennisbenutting, zowel aan de kant van het onderzoek als aan de kant van de onderwijspraktijk?
Landelijk onderzoek naar WPL (2) Beide sporen komen samen in het Doorbraakproject Werkplekleren dat onder leiding van Nieuwenhuis (IVA) en binnen de kaders van Het Platform voor Beroepsonderwijs (HPBO) op dit moment wordt uitgevoerd. In totaal 7 regionale combinaties van mbo en hbo doen aan het project mee In project Rijnmond (De Jong, Van den Berg, Streumer): co-makership tussen scholen, bedrijven en onderzoekers en de verschillende concrete vraagstukken die daarbij aan de orde zijn, staan centraal. De hoofdvraag in dat project: Hoe kunnen we het leren op de werkplek optimaliseren, gebruik makend van zowel wetenschappelijke kennis als praktijkkennis? [
Vragen die centraal staan bij onderzoek naar WPL • Hoe wordt er geleerd op de werkplek? • Welke factoren beinvloeden de mate en richting van werkplekleren? • Wat wordt er geleerd tijdens het werk?
Conclusies (1) WPL is containerbegrip Einde jaren 80/begin jaren 90: herontdekking van de werkplek als leersituatie Dualisering (BPV, praktijkleren) als middel om de aansluiting beroepsonderwijs en beroepspraktijk te verbeteren De ontwikkeling van competentiegericht beroepsonderwijs vereist (nog nadrukkelijker dan het bestaande beroepsonderwijs) dat onderwijsinstellingen en bedrijven elkaar kennen én samenwerken. WPL is daarbij het “middel” WPL heeft betrekking op processen die in een organisatiecontext plaats vinden en gericht zijn op het verwerven en assimileren van een geintegreerde verzameling van KVH
Conclusies (2) Het belang van het leerpotentieel van de werkplek kan niet worden overschat Bepaalde competenties kunnen goed via werkplekleren worden verworven, maar andere juist beter in een schoolse context (verschil in rationaliteiten: serieel, parallel, vitaliserend, zelfgestuurd ) Schets van de ideale leeromgeving (onderwijskundig ontwerp) Rollen van coaches, praktijkopleiders, werkbegeleiders enz. bij WPL Onderzoek naar WPL is essentieel