1 / 15

Voorspellende factoren van post-CVA depressie

Voorspellende factoren van post-CVA depressie. 18-11-04. Prevalentie van post-CVA depressie. Klinische depressie: 20-50 % van de patiënten tijdens de acute en subacute fase van herstel Revalidatie klinieken: - 19.3 % major depression - 18.5 % minor depression.

bary
Download Presentation

Voorspellende factoren van post-CVA depressie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Voorspellende factoren van post-CVA depressie 18-11-04

  2. Prevalentie van post-CVA depressie • Klinische depressie: 20-50 % van de patiënten tijdens de acute en subacute fase van herstel • Revalidatie klinieken: - 19.3 % major depression - 18.5 % minor depression

  3. Prevalentie van post-CVA depressie • 1ste lijn gezondheidszorg: - 14.1 % major depression - 9.1 % minor depression • depressie na CVA: => negatieve invloed op functioneel en cognitief herstel, op sociaal actief gedrag => geassocieerd met verhoogde mortaliteit

  4. Literatuur onderzoek • Pubmed: MeSH termen CVA en depressie => 185 • Search limits: review, human, English => 25 • Bruikbaar: 3 reviews over voorspellende factoren van post CVA depressie + proefschrift I. Aben: Post-stroke depression

  5. Post-CVA depressie • 1ste theorie: depressie na CVA is een psychologische reactie op de klinische consequenties van de CVA (late onset PSD) • 2de theorie: depressie is een gevolg van specifieke laesies in de hersenen en de daarmee gepaarde gaande veranderingen in de neurotransmitters (early onset PSD)

  6. Voorspellende factoren • Oudere leeftijd, vrouwelijk geslacht • persoonlijke kenmerken: o.a. neuroticisme (Aben, 2004) • tijdstip na CVA • ernst van cognitieve beperking, sociaal opvangnetwerk • voorgeschiedenis van depressie, comorbiditeit • ernst van neurologische uitval, lokatie van CVA

  7. Methodologische beperkingenBoghal et al. 2004, in Stroke • Methodologische beperkingen: - studie populaties (hospital- vs community-based) - tijdstip van evaluatie van depressie (acute/subacute/chronische fase na CVA) => hoogste depressie waarden binnen 28 dgn na CVA

  8. Methodologische beperkingen - wijze van evaluatie van depressie: geen standaard depressie schaal - studie design (cohort vs case-control studie) - presentatie van resultaten (ernst vs frequentie van depressie, verschillende niveaus van statistische significantie, afwezigheid van multipele regressie modellen ter correctie van confounding variabelen)

  9. Conclusie review • Het is vooralsnog niet duidelijk of bepaalde typen of bepaalde ernst van neurologische uitval geassocieerd is met meer of minder depressie => toekomstige studies over PSD: standaard depressie schalen, representatieve studie populatie, adequate evaluatie tijdstip na CVA, multifactorieel predictieve causale model van PSD

  10. Theorieen over pathogenese post-CVA depressie • Lesion location hypothesis • Vascular depression hypothesis

  11. Lesion location hypothesis • depressie geassocieerd met dysfunctie frontale kwab => CVA mn in Li HS, Parkinson, chorea van Huntington, zk van Alzheimer, epilepsie • laesie frontaal: disruptie van noradrenerge en serotonerge banen

  12. Vascular depression hypothesis • depressie een gevolg van acute of progressieve stoornis van cerebrovasculair systeem • depressie komt vaak voor bij pt met DM, M.I., coronair lijden, hypertensie, stille cerebrale infarcten, WML of andere vasculaire risico factoren

  13. Vascular depression hypothesis • Kenmerken vasculaire depressie: -late onset -vasculaire risico factoren -subcorticale neuropsychologische symptomen -subcorticale MRI veranderingen (WML) -FA vaak negatief voor depressie -therapie resistent

  14. Conclusie • Het is nog niet bekend welke factoren voorspellend zijn voor PSD • Er lijkt een verschil te zijn in de pathogenese van early vs late onset PSD • een multifactorieel predictieve causale model van PSD moet nog ontwikkeld worden

More Related