150 likes | 355 Views
Voorspellende factoren van post-CVA depressie. 18-11-04. Prevalentie van post-CVA depressie. Klinische depressie: 20-50 % van de patiënten tijdens de acute en subacute fase van herstel Revalidatie klinieken: - 19.3 % major depression - 18.5 % minor depression.
E N D
Prevalentie van post-CVA depressie • Klinische depressie: 20-50 % van de patiënten tijdens de acute en subacute fase van herstel • Revalidatie klinieken: - 19.3 % major depression - 18.5 % minor depression
Prevalentie van post-CVA depressie • 1ste lijn gezondheidszorg: - 14.1 % major depression - 9.1 % minor depression • depressie na CVA: => negatieve invloed op functioneel en cognitief herstel, op sociaal actief gedrag => geassocieerd met verhoogde mortaliteit
Literatuur onderzoek • Pubmed: MeSH termen CVA en depressie => 185 • Search limits: review, human, English => 25 • Bruikbaar: 3 reviews over voorspellende factoren van post CVA depressie + proefschrift I. Aben: Post-stroke depression
Post-CVA depressie • 1ste theorie: depressie na CVA is een psychologische reactie op de klinische consequenties van de CVA (late onset PSD) • 2de theorie: depressie is een gevolg van specifieke laesies in de hersenen en de daarmee gepaarde gaande veranderingen in de neurotransmitters (early onset PSD)
Voorspellende factoren • Oudere leeftijd, vrouwelijk geslacht • persoonlijke kenmerken: o.a. neuroticisme (Aben, 2004) • tijdstip na CVA • ernst van cognitieve beperking, sociaal opvangnetwerk • voorgeschiedenis van depressie, comorbiditeit • ernst van neurologische uitval, lokatie van CVA
Methodologische beperkingenBoghal et al. 2004, in Stroke • Methodologische beperkingen: - studie populaties (hospital- vs community-based) - tijdstip van evaluatie van depressie (acute/subacute/chronische fase na CVA) => hoogste depressie waarden binnen 28 dgn na CVA
Methodologische beperkingen - wijze van evaluatie van depressie: geen standaard depressie schaal - studie design (cohort vs case-control studie) - presentatie van resultaten (ernst vs frequentie van depressie, verschillende niveaus van statistische significantie, afwezigheid van multipele regressie modellen ter correctie van confounding variabelen)
Conclusie review • Het is vooralsnog niet duidelijk of bepaalde typen of bepaalde ernst van neurologische uitval geassocieerd is met meer of minder depressie => toekomstige studies over PSD: standaard depressie schalen, representatieve studie populatie, adequate evaluatie tijdstip na CVA, multifactorieel predictieve causale model van PSD
Theorieen over pathogenese post-CVA depressie • Lesion location hypothesis • Vascular depression hypothesis
Lesion location hypothesis • depressie geassocieerd met dysfunctie frontale kwab => CVA mn in Li HS, Parkinson, chorea van Huntington, zk van Alzheimer, epilepsie • laesie frontaal: disruptie van noradrenerge en serotonerge banen
Vascular depression hypothesis • depressie een gevolg van acute of progressieve stoornis van cerebrovasculair systeem • depressie komt vaak voor bij pt met DM, M.I., coronair lijden, hypertensie, stille cerebrale infarcten, WML of andere vasculaire risico factoren
Vascular depression hypothesis • Kenmerken vasculaire depressie: -late onset -vasculaire risico factoren -subcorticale neuropsychologische symptomen -subcorticale MRI veranderingen (WML) -FA vaak negatief voor depressie -therapie resistent
Conclusie • Het is nog niet bekend welke factoren voorspellend zijn voor PSD • Er lijkt een verschil te zijn in de pathogenese van early vs late onset PSD • een multifactorieel predictieve causale model van PSD moet nog ontwikkeld worden