160 likes | 607 Views
Presentatie Doorbraakproject Depressie 9 oktober 2008. door lid projectteam Doetie Osinga GZ-psycholoog Eerstelijnspsycholoog Psychologenpraktijk “De eerste lijn”. . Doorbraakproject Depressie. Opgezet door het Trimbos Instituut vanwege problemen in de depressiezorg
E N D
Presentatie Doorbraakproject Depressie9 oktober 2008.door lid projectteamDoetie OsingaGZ-psycholoogEerstelijnspsycholoogPsychologenpraktijk “De eerste lijn”.
Doorbraakproject Depressie • Opgezet door het Trimbos Instituut vanwege problemen in de depressiezorg • Voor uitgangspunten in het project gebruik gemaakt van de multidisciplinaire richtlijn voor depressie; NHG-standaard depressie en Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA).
Vervolg doorbraakproject • Meerdere teams in het project (ca. 24) • Meerdere thema’s om mee aan de slag te gaan (zoals doorstroming en ouderen) • Projectteam - Friesland gekozen voor : diagnostiek en behandeling van volwassenen • Lokale werkgroep
Depressieve episode (DSM-IV) • Vijf of meer van de volgende symptomen (gedurende minimaal 2 weken) waarvan tenminste 1 (depressieve stemming) of 2 (verlies van interesse en plezier) aanwezig moet zijn • Verdere symptomen: • duidelijke gewichtsvermindering of toename • insomnia of hypersomnia
Vervolg symptomen • psychomotore remming of agitatie • moeheid of verlies van energie • gevoelens van waardeloosheid of buitensporige onterechte schuldgevoelens • verminderd vermogen tot nadenken of concentratieproblemen • terugkerende gedachten aan de dood
Problemen in de depressiezorg • problemen in de vroege herkenning, het diagnosticeren, van de depressie • te weinig evidence-based interventies als eerste keus toegepast • bij 68% van de mensen met een depressie in de eerste lijn wordt antidepressiva voorgeschreven (overbehandeling)
Vervolg problemen in de zorg • weinig therapietrouw wat betreft medicatiegebruik. 25-30% van de mensen die in de acute fase starten met medicatie stoppen binnen 4 weken op eigen initiatief. Binnen 3 maanden is dit 40 - 50 %. • er zit te weinig tempo in de behandeling door logistieke problemen en door het gebrek aan monitoring.
Stepped care model • Huisarts maakt onderscheid tussen ernstige en niet ernstige depressies. Het is de huisarts die de diagnose stelt en verwijst. • Bij een niet ernstige depressie is een eerste stap interventie geïndiceerd • Bij een ernstige depressie is een tweede stap interventie geïndiceerd • Voorkomen van over- of onderbehandeling
Onderscheid ernstig en niet ernstige depressie • Niet ernstig: • de klachten bestaan korter dan 6 maanden • er is geen sprake van suïcidaliteit, psychotische kenmerken en ernstig sociaal disfunctioneren • Ernstig : Het bovenstaande OF • de depressie reageert niet of onvoldoende op eerste stap interventie
Eerste stap interventies • watchful waiting (zorgvuldig afwachten en monitoren) • cursus in de put uit de put • begeleiding SPV • kortdurende psychologische behandeling • fysieke inspanning • (mogelijkheden : Problem Solving Therapie en bibliotherapie).
Tweede stap interventies • antidepressiva • psychotherapie (Gedragstherapie, Cognitieve Gedragstherapie, InterPersoonlijke Therapie) • overig aanbod (systeemtherapie, lichttherapie, langdurige inzichtgevende therapie) • eerste en tweede stap interventies lopen niet persé parallel aan eerste en tweede lijn
Projectdoelen Friesland • Betere signalering • Zorgen voor het beschikbaar komen van meer eerste stap interventies • Keuzefolder ontwikkelen zodat cliënten zelf kunnen kiezen (Kiezen helpt). • Cliëntenpanel naar folder laten kijken • Systematische folluw-up door monitoren van cliënten met de BDI
De BDI • De BDI (Beck Depression Inventory) • Vragenlijst met 21 items • Per vraag score van 0 - 3, max. score 63 • - 10 geen depressie • 10 - 18 milde depressie • 19 - 29 mild tot matig ernstige depressie • 30 en hoger ernstige depressie
Monitoren met de BDI • de huisarts neemt de 1e BDI af • in de verwijzing noemt hij de BDI waarde • in de behandeling die volgt wordt elke 6 weken een BDI afgenomen (monitoring) • na drie maanden is er een evaluatiemoment • in de terugrapportage huisarts BDI waarden noemen • bij een BDI-waarde onder de 10 kan de behandeling worden afgesloten
Samenvatting • Betere diagnostiek • Minder snel medicatie • Cliënt inzicht in behandelmogelijkheden waardoor hij/zij beter kan kiezen • Meer interventiemogelijkheden • Betere follow-up; weten waar de cliënt is • Geen over- of onderbehandeling
Positief • Goede samenwerking met andere disciplines • Verschillende behandelingen inzichtelijk beschreven • Financiering van een 2-tal nieuwe interventies van de grond gekomen