310 likes | 626 Views
Externe verslaggeving. Leseenheid 7. Onderwerpen. Consolidatie Vreemde valuta Financiële instrumenten Hedge accounting. Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening.
E N D
Externe verslaggeving Leseenheid 7
Onderwerpen • Consolidatie • Vreemde valuta • Financiële instrumenten • Hedge accounting
Geconsolideerde enenkelvoudige jaarrekening • Geconsolideerde jaarrekening:Samenvattend overzicht van activa en passiva van de gehele groep; economische jaarrekening. Geeft wijze van kapitaalgebruik, financiering weer, alsof de groep één geheel is. • Enkelvoudige jaarrekening:Geeft bezittingen en schulden van de moedermaatschappij weer; juridische jaarrekening.Geeft (maximaal) aan aandeelhouders vrij uitkeerbaar bedrag aan.
Consolidatiekring Art. 406 lid 1: • De rechtspersoon die, alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van zijn groep, stelt een geconsolideerde jaarrekening op, waarin opgenomen: • de eigen financiële gegevens • met die van zijn dochtermaatschappijen in de groep, • andere groepsmaatschappijen en • andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft.
Ahold-zaak boekjaar 2000 Uitspraak Gerechtshof Amsterdam d.d. 28 januari 2009 (LJN: BH1789): “Niet kan worden aangetoond dat het Ahold niet was toegestaan een vijftal joint ventures naar maatstaven van Nederlands jaarrekeningenrecht te consolideren. Onder US GAAP is dat anders. Ahold voldeed niet aan de consolidatiecriteria van US GAAP, waardoor de ‘reconciliation notes’ in ‘annual reports on Form 20-F’ valselijk waren opgemaakt. De vier brieven die waren opgesteld om de externe accountant ervan te overtuigen dat Ahold beschikte over voldoende zeggenschap (‘control’) over de joint ventures, waren valselijk opgemaakt. Drie van deze vier brieven zijn overhandigd aan de externe accountant. Gevoegd bij het achterhouden van tweede sideletters waarin de inhoud van de eerste brieven werd weersproken, werd de externe accountant hierdoor bewogen tot afgifte van ‘auditors’ reports’, waarvan de tekst was opgenomen in de ‘annual reports on Form 20-F’.” Ahold had de facto control: niet volgens contractuele rechten (geen meerderheid, maar slechts 50% stemrecht), maar wél volgens de feitelijke situatie (Ahold bepaalde het beleid).
Uitzonderingen op consolidatieplicht In Nederlandse wet opgenomen uitzonderingen: • 407.1.a: in de consolidatie te betrekken maatschappijen waarvan de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is • 407.1.b: in de consolidatie te betrekken maatschappijen waarvan de nodige gegevens slechts tegen onevenredige kosten of met grote vertraging te verkrijgen zijn • 407.1.c: in de consolidatie te betrekken maatschappijen waarin het belang slechts wordt gehouden om het te vervreemden • 407.2: indien bij consolidatie de grenzen van art. 396 (kleine rechtspersoon) niet zouden worden overschreden Sinds 2005 is “strijdigheid met het inzicht door afwijkende werkzaamheden” vervallen als uitzondering van consolidatie
Vrijstellingen van consolidatie In principe is naast de geconsolideerde jaarrekening de ‘eigen’ (enkelvoudige) jaarrekening van elk der groepsleden verplicht, omdat beperking van aansprakelijkheid moet leiden tot informatieverschaffing. Vrijstellingen: • art. 403.1: opgenomen in een andere geconsolideerde jaarrekening, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder hoofdelijke aansprakelijkheidstelling door moeder • art. 408.1: vrijstelling van deelconsolidatie voor tussenhoudstermaatschappijen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder geen bezwaar door aandeelhouders en opgenomen in een groter geheel
Consolidatietechniek Consolidatiemethoden: • Integrale consolidatie is verplicht. • Leidt bij < 100% kapitaaldeelname tot minderheidsbelang (aandeel derden) • Proportionele consolidatie: alleen toegestaan bij joint ventures (zie ook art. 409) Eliminatieposten bij consolidatie: • investeringsrelatie/post deelnemingen • onderlinge schulden/vorderingen • onderlinge leveringen • intercompany profits op intercompany leveringen, die op balansdatum de groep als geheel nog niet hebben verlaten.
Effecten van consolidatie Vergelijk geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening: • hoogte van het eigen vermogen • het balanstotaal • het nettoresultaat • de rentabiliteit van het eigen vermogen • de rentabiliteit van het totaal vermogen • de solvabiliteit
Vreemde valuta Aandachtsgebieden bij vreemde valuta: Transacties in vreemde valuta (transaction exposure: met directe gevolgen voor de kasstromen). Investeringen in buitenlandse deelnemingen (translation exposure: zonder directe gevolgen voor de kasstromen). Transacties ter afdekking van valutarisico (hier niet behandeld). Centrale vragen: Tegen welke valutakoers moet worden omgerekend? Hoe moeten koersverschillen worden verwerkt?
Presentatievaluta Valuta: Presentatievaluta: de valuta waarin in de jaarrekening wordt gerapporteerd. Vreemde valuta: elke valuta anders dan de presentatievaluta. Regelgeving: IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen, laat keuze presentatievaluta vrij. Art. 362.7: andere presentatievaluta dan € is alleen toegestaan, indien de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakking van zijn groep dat rechtvaardigt.
Transacties in vreemde valuta: IAS 21:De gevolgen van wisselkoerswijzigingen en Richtlijn 122: Prijsgrondslagen voor vreemde valuta (1) Transaction exposure, risico bij transacties in vreemde valuta : Initiële verwerking tegen functionele valuta: de valuta van de primaire economische omgeving waarin de onderneming opereert. Binnen het boekjaar afgewikkelde transacties in vreemde valuta: Schuldpositie: nadeel indien koers vreemde valuta stijgt ten opzichte van de functionele valuta. Vorderingpositie: nadeel indien koers vreemde valuta daalt ten opzichte van de functionele valuta. Koersresultaten worden verwerkt in de winst- en verliesrekening.
Transaction exposure, risico bij transacties in vreemde valuta (vervolg): Op balansdatum niet-afgewikkelde transacties in vreemde valuta: Indien functionele valuta ≠ presentatievaluta: Omrekening van aanwezige balansposities tegen de slotkoers (koers op balansdatum). In vreemde valuta luidende posten in de winst- en verliesrekening worden omgerekend tegen de historische koers op transactiedatum (of gemiddelde koers in de boekingsperiode). Door omrekening ontstane koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. (Al zijn ze ongerealiseerd) Transacties in vreemde valuta: IAS 21/Richtlijn 122 (2)
Investeringen in deelnemingen met functionele valuta ≠ presentatievaluta (1) Omrekeningsmethoden: Current/non-currentmethode: Langlopende posten tegen historische koers op transactiedatum. Kortlopende posten tegen koers op balansdatum. Exposure: werkkapitaal van buitenlandse deelneming. Monetary/non-monetarymethode: Niet-monetaire posten tegen historische koers op transactiedatum. Monetaire posten tegen koers op balansdatum. Exposure: netto monetaire positie buitenlandse deelneming. Closing-ratemethode: Alle balansposten tegen koers op balansdatum. Exposure: boekwaarde van netto-investering van moeder in deelneming. Temporalmethode: Combinatie van closing-ratemethode en monetary/non-monetarymethode. Bij omrekening wordt waarderingsgrondslag van betreffende post gevolgd.
Closing-ratemethode is voorgeschreven (IAS 21/Richtlijn122). Translation exposure is de boekwaarde van de netto-investering van de moedermaatschappij in de buitenlandse deelneming. Geen onderscheid meer tussen zelfstandige buitenlandse eenheden (closing-ratemethode) en rechtstreekse buitenlandse activiteiten (temporalmethode). Koersverschillen bij closing-ratemethode (omrekeningsverschillen) worden rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen, in principe als een afzonderlijke post (bij temporalmethode via de winst- en verliesrekening). In het kader van Nederlandse regelgeving is de Reserve omrekeningsverschillen een wettelijke reserve (art. 389 lid 8). Bij verkoop of liquidatie vereist IAS 21 dat de Reserve omrekeningsverschillen vrijvalt in de winst- en verliesrekening; Nederlandse regelgeving staat rechtstreekse overboeking naar Overige reserves toe. Investeringen in deelnemingen met functionele valuta ≠ presentatievaluta (2)
Verwerking van koersverschillen op transacties bij buitenlandse deelnemingen Verwerking koersverschillen op transacties in principe via winst- en verliesrekening. Uitzondering voor koersverschillen op transacties bij buitenlandse deelnemingen. Deze worden rechtstreeks in het Eigen vermogen verwerkt. Voorbeelden hiervan: Permanente of zeer lange termijn leningen van de moeder aan de buitenlandse deelneming. Permanente of zeer lange termijn schulden van de moeder bij de buitenlandse deelneming. Van derden betrokken leningen in vreemde valuta om de netto-investering in de buitenlandse deelneming te financieren of af te dekken. Overige transacties om het valutarisico in de netto-investering in de buitenlandse deelneming af te dekken.
Financiële instrumenten (1) Definitie: Een financieel instrument is een overeenkomst die leidt tot een financieel actief van één partij en een financiële verplichting of eigen-vermogensinstrument van een andere partij (Richtlijn 290.402). Verschijningsvormen: Primaire financiële instrumenten Vorderingen Schulden Liquide middelen Beleggingen Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Futures en forwards (termijncontracten) Opties (call of put; gekocht of geschreven) Swaps (ruilovereenkomst bijvoorbeeld valuta’s en rente)
Derivaat Definitie (Richtlijn 290.406): Een derivaat is een financieel instrument dat de volgende drie kenmerken bezit: de waarde verandert als gevolg van veranderingen van marktfactoren als een bepaalde rentevoet, prijs van een financieel instrument, goederenprijs, valutakoers, prijsindex of rentevoet, kredietwaardigheid, of andere variabele (soms ‘de onderliggende waarde’ genoemd); er is geen of een geringe netto-aanvangsinvestering benodigd in verhouding tot andere soorten contracten die op vergelijkbare wijze reageren op veranderingen in genoemde marktfactoren; en het wordt op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld.
Financiële instrumenten (2) Functie: risicobeheersing voor: valutarisico renterisico Verslaggevingsprobleem: geen of geringe historische kostprijs (netto-aanvangsinvestering) bij afwikkeling mogelijk grote gevolgen, zonder tussentijdse informatie in jaarrekening Oplossing IAS 39: Financiële instrumenten: opname en waardering Hoofdregel: waarderen tegen reële waarde waardeveranderingen lopen via de winst- en verliesrekening, gerealiseerd èn ongerealiseerd.
Verwerking en waardering (1) Afhankelijk van type financieel instrument: Aangewezen als waardering tegen reële waarde of aangehouden voor handelsdoeleinden (held for trading) Bedoeld om tot einde van looptijd aan te houden (held to maturity) Verstrekte leningen en overige vorderingen (loans and receivables originated by the enterprise) Voor verkoop beschikbaar (available for sale): restcategorie; alles wat niet onder a, b of c valt Classificatie wordt bepaald door intentie van management Herclassificatie is mogelijk, maar aan strenge regels onderworpen Onder politieke druk, veroorzaakt door de kredietcrisis, heeft IASB in oktober 2008 de mogelijkheden voor herclassificatie verruimd
Verwerking en waardering (2) Aangehouden voor handelsdoeleinden (held for trading): Waardering tegen reële waarde Waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening (gerealiseerde en ongerealiseerde) Bedoeld om tot einde van looptijd aan te houden (held to maturity): Waardering tegen geamortiseerde kostprijs Effectieve rente en eventuele bijzondere waardevermindering in winst- en verliesrekening
Verwerking en waardering (3) Verstrekte leningen en overige vorderingen (loans and receivables originated by the enterprise): Waardering tegen geamortiseerde kostprijs Effectieve rente en eventuele bijzondere waardevermindering in winst- en verliesrekening Voor verkoop beschikbaar (available for sale): Beursgenoteerd: Waardering tegen reële waarde Waardeveranderingen via herwaarderingsreserve en bij realisatie via winst- en verliesrekening Niet-beursgenoteerd: Waardering tegen geamortiseerde kostprijs Effectieve rente en eventuele bijzondere waardevermindering in winst- en verliesrekening
Geamortiseerde kostprijs(amortised cost) Obligatie (gekocht) - nominale waarde: € 1.000.000 - couponrente: 5% - resterende looptijd: 3 jaar - marktrente op t=0: 6% - marktprijs op t=0: € 973.270 t Rente baten Rente-ontvangsten Geamortiseerde kostprijs 0 - - 973.270 1 58.396 50.000 981.666 2 58.900 50.000 990.566 3 59.434 50.000 1.000.000 (zie ook Hoogendoorn-Vergoossen, Voorbeeld 9.2)
Reële waarde (fair value) Onder de reële waarde wordt verstaan het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen terzake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn (Richtlijn 290.417) Concreet: Marktwaarde Waarde vergelijkbare transactie Taxatie door deskundige Modelbenadering (zoals het Black & Scholes optiewaarderingsmodel)
Hedging Een hedge-instrument is een door middel van beleid aangewezen financieel instrument waarvan de verandering van de reële waarde of kasstromen naar verwachting de veranderingen van de reële waarde of kasstromen van een aangewezen afgedekte positie zullen compenseren (Richtlijn 290.425). Doel: beheersing van prijs-, valuta- of renterisico
Hedge accounting Doel van hedge accounting: de resultaten van het hedge-instrument en de afgedekte positie gelijktijdig in de winst- en verliesrekening te verwerken, om op die wijze de afdekking van een risico in de verslaggeving tot uitdrukking te brengen.
Hedge accounting: voorwaarden De belangrijkste voorwaarden zijn: Bij afsluiten afdekkingstransactie wordt afdekkingsrelatie formeel aangewezen en gedocumenteerd. De afdekking is naar verwachting zeer effectief. De effectiviteit kan betrouwbaar worden gemeten. De effectiviteit wordt periodiek getoetst en is daarbij achteraf betrouwbaar gebleken.
Hedge-effectiviteit Hedge-effectiviteit is de mate waarin veranderingen van de reële waarde van of de kasstromen uit het hedge-instrument compensatie bieden voor veranderingen van de reële waarde van of kasstromen uit de afgedekte positie als gevolg van het risico dat is afgedekt (Richtlijn 290.427).
Derivaten Toepassing: beheersen van prijs-, valuta- en renterisico’s Vormen van instrumenten: • Swaps • Futures en forwards • Opties Een swap is een ruilovereenkomst. • Partijen kunnen door valuta’s te ruilen het koersrisico uitschakelen of door rentes (vaste tegen variable) te ruilen de voor hen gunstigste situatie bereiken Futures en forwards alsmede opties zijn vormen van termijncontracten; waardering rekening houden met tijdswaarde en onzekerheid
Futures en forwards; opties • Futures zijn standaard termijncontracten waarbij partijen overeenkomen om op een bepaald moment, een standaard goed en hoeveelheid tegen een bepaalde prijs te verhandelen. Het zijn gestandaardiseerde contracten. Voorbeelden: valuta’s, effecten, grondstoffen, agrarische producten. • Forwards zijn specifieke (niet standaard) termijncontracten • Koopoptie (calloptie) en verkoopoptie (putoptie) • De koper van een calloptie (putoptie) koopt het recht een goed of financieel instrument op termijn tegen een vastgestelde prijs te kopen (verkopen). • Gekochte en verkochte (geschreven) optie • De koper van een optie koopt tegen betaling van een premie het recht tot koop of verkoop op termijn van een bepaald goed of financieel instrument. • De verkoper van de optie neemt daarmee de verplichting op zich het bepaalde goed of financieel instrument te leveren of af te nemen.