Externe verslaggeving

1. Externe verslaggeving Leseenheid 5

2. Winst- en verliesrekening • Verticale opstelling of Scontrovorm • Categorische kostensplitsing • naar kostensoorten • grond- en hulpstoffen, lonen, afschrijvingen, waardeverminderingen • Som der bedrijfsopbrengsten = netto-omzet + voorraadwijziging • vooral van belang bij grote verschillen tussen productie en afzet • Functionele kostensplitsing • naar kostenplaats (functie) verdeeld • kostprijs omzet, verkoopkosten, algemene kosten.

3. Bedrijfsresultaat Opstelling Model F:Netto omzetKostprijs van de omzet Bruto-omzetresultaatVerkoopkostenAlgemene beheerkosten Netto-omzetresultaatOverige bedrijfsopbrengsten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefeningBelastingenResultaat deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingenBuitengewone baten / lastenbelastingen hierover Resultaat na belastingen Niet conform een model: EBITDA-opstellingNetto omzetKostprijs omzet (exclusief afschrijvingen) EBITDAAfschrijvingen EBITAAmortisatie goodwill EBITRentelastenBelastingen Nettowinst

4. Buitengewoon resultaat Buitengewoon = incidentele, niet uit de gewone bedrijfsuitoefening voortvloeiende resultaten Voorbeelden: - nadelen uit nationalisatie/onteigening- kapitaalvernietiging door natuurrampen Omvang is op zichzelf geen criterium. IFRS kent geen buitengewone resultaten; BW 2, titel 9, artikel 377 en Richtlijn 270.403 wel. Bijzondere posten (RJ 270.404)

5. Winstverdeling en winst per aandeel • Winstverdeling: • Balanspresentatie gewoonlijk vóór winstverdeling • Dividend op cumulatief preferente aandelen is last, omdat cumulatief preferente aandelen als vreemd vermogen worden geclassificeerd (IASB) • Winst per aandeel: • wordt gebruikt voor het bepalen van de koers/winst-ratio (Price/Earnings-ratio). • Verwatering (dilution): rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de beschikbare winst over een groter aantal uitstaande aandelen moet worden verdeeld, als gevolg van mogelijke conversies, uitoefening van opties, etc.

6. Overzicht totaalresultaat (RJ 265)Statement of comprehensive income (IAS 1) Een grote rechtspersoon die een geconsolideerde jaarrekening opstelt, moet inzicht geven in de prestatie in het boekjaar: • in één overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerderesultaten, of • in twee overzichten (aanbevolen): 1. het geconsolideerd nettoresultaat (afzonderlijke winst- en verliesrekening) conform de beginselen van resultaatbepaling en 2. een tweede overzicht dat begint met het geconsolideerd nettoresultaat en dat vervolgens de mutaties weergeeft die rechtstreeks in het eigen vermogen van de rechtspersoon als onderdeel van het groepsvermogen zijn verwerkt.

7. Inhoud overzicht totaalresultaat Overzicht totaalresultaat omvat ten minste: • Geconsolideerd nettoresultaat • Totalen van baten en lasten die direct in het eigen vermogen zijn verwerkt, onderscheiden naar de aard zoals: • herwaardering van vaste activa of • omrekeningsverschillen van buitenlandse deelnemingen Eventueel ook direct in het eigen vermogen verwerkte items als: • Cumulatief effect stelselwijziging • Correctie fundamentele fouten • Vermogensstortingen en –onttrekkingen (indien gecombineerd met mutatieoverzicht groepsvermogen) Let bij recycleposten op benodigde correctie bij realisatie, om dubbeltelling te voorkomen

8. Gesegmenteerde informatie (IFRS 8) Kernbeginsel: Een entiteit moet informatie verschaffen om gebruikers van haar jaarrekeningen in staat te stellen de aard en de financiële gevolgen te evalueren van de bedrijfsactiviteiten die zij uitoefent en de economische omgevingen waarin zij opereert. Bij ondernemingen met een grote mate van geografische of productdiversificatie kan gesegmenteerde informatie van belang zijn. Twee problemen: • Hoe te segmenteren? • Welke informatie te presenteren?

9. Hoe te segmenteren? Management approach: Operationeel segment is een segment waarvan de resultaten regelmatig worden beoordeeld door de hoogstgeplaatste functionaris van de entiteit die belangrijke operationele beslissingen neemt.

10. Welke info te presenteren? • Algemene informatie: • gehanteerde factoren om de segmenten te identificeren en • soorten producten en diensten waarvan de opbrengsten van de segmenten afkomstig zijn. • Bijzondere informatie van een segment: • Art. 2:380 BW: netto-omzet (naar branche en naar gebied) • Aanvullend (voor zover passend binnen de management approach): • Resultaat, activa, voorzieningen en schulden • Aansluitingen tussen de totalen van de segmenten en de balans en de winst- en verliesrekening.

11. Kasstroomoverzicht (KSO) KSO toont inkomende en uitgaande kasstromen. IAS 7: verplicht afzonderlijk overzicht naast balans en winst- en verliesrekening. Nederland: • niet vereist door Nederlandse wet • wel verplicht door RJ (360.104) voor grote en middelgrote rechtspersonen. • formeel onderdeel van de toelichting

12. Doelen KSO Inzicht in:- veranderingen financieringswijze - veranderingen liquiditeitspositie- veranderingen in solvabiliteit- vermogen om toekomstige kasstromen te genereren - maar vooral: winstkwaliteit door analyse van de verschillen tussen kasstroom en winst (analysis of accruals).

13. Indeling (1) A. Kasstroom uit operationele activiteiten:Directe methode (voorkeur regelgevers): Ontvangsten van afnemers - Betalingen aan leveranciers, personeel = Kasstroom uit bedrijfsoperaties - Betaalde rente, belastingen = Kasstroom uit operationele activiteiten of: Indirecte methode (meest toegepast): Netto resultaat +/- Aanpassingen voor afschrijvingen, mutatie voorraden/vorderingen/schulden = Kasstroom uit bedrijfsoperaties - Betaalde rente, belastingen = Kasstroom uit operationele activiteiten

14. Indeling (2) B. Kasstroom uit investeringsactiviteiten:Desinvestering vaste activa- Investering vaste activa = Kasstroom uit investeringsactiviteiten C. Kasstroom uit financieringsactiviteiten:Opneming/aflossing schuld+/- Vermogensstortingen en -onttrekkingen= Kasstroom uit financieringsactiviteiten

15. Complicaties (1) Kas = Kas + kasequivalenten = Geldmiddelen.inclusief op korte termijn zeer liquide activa.onder omstandigheden ook: bankkrediet (IAS) Non-cashtransacties (zoals Herwaardering) niet via een “kasrondje” verwerken Financiële lease: geen inkomende kasstroom, wel een uitgaande kasstroom. Operationele lease: leasetermijnen --> operationeel Sale-and-leaseback (operationeel): ontvangst bij investeringsactiviteiten Sale-and-leaseback (financieel): ontvangst bij financieringsactiviteiten

16. Complicaties (2) Aankoop van een deelneming:- als één geheel of activa en passiva? één geheel als investeringskasstroom- geldmiddelen bij de gekochte deelneming?IAS: in mindering op koopprijs RJ: in aansluiting een correctiepost opnemen. Verkoop van een deelneming:- spiegelbeeldig Omrekeningsverschillen vreemde valuta:- op niet-geldmiddelen: blijken niet uit KSO- op geldmiddelen: in aansluiting afzonderlijk vermelden

17. Analyse van het KSO Niet op basis van het bottom line-getal maar volgens de activiteitenonderdelen. Wat zegt een positieve/negatieve kasstroom uit- operationele activiteiten?- investeringsactiviteiten?- financieringsactiviteiten?