510 likes | 867 Views
De omgang met chronisch psychotische patiënten met lichamelijke klachten. Wanneer de patiënt psychotisch is, wordt ook vaak de omschreven “klacht(en)” aan de psychose toegekend en daarmee wordt(en) de klacht(en) afgedaan.
E N D
De omgang met chronisch psychotische patiënten met lichamelijke klachten • Wanneer de patiënt psychotisch is, wordt ook vaak de omschreven “klacht(en)” aan de psychose toegekend en daarmee wordt(en) de klacht(en) afgedaan
De relatie verpleegkundige/ patiënt kan hierdoor een beter verloop krijgen doordat je “beter” zicht krijgt op de gevoelens, gedachten en beleving van de patiënt. Juiste bejegeningMicroniveau
Ook binnen de gehele organisatie is het van belang dat de verschillende disciplines goed op elkaar zijn afgestemd. Zodat een ieder goed op de hoogte is van de stand van zaken. Juiste bejegeningMesoniveau
Vraagstelling • Welke valkuilen heb je als verpleegkundige bij de begeleiding van lichamelijke klachten bij (chronisch) psychotische patiënten
Situatieschets • Chronisch psychotische vrouw van 49 jaar • Eerste levensbehoefte sigaretten en shag • Bij tekort levert dit spanningen op en mevr. decompenseert • Contact verloopt zeer moeizaam • Mevr. komt bij de verpleging met de mededeling dat ze brandende peuken in haar vagina heeft zitten • Verpleegkundige draagt dit over aan de collegae, wordt besproken in MDO en de arts besluit het aan te kijken
Samenvatting van de situatieschets • Er zou sprake kunnen zijn van een gevoelshallucinatie • Er zou een lichamelijke oorzaak kunnen zijn, bv. een Seksueel Overdraagbare Aandoening • Mevr. wil de niet vrijwillige seksuele handelingen bespreekbaar/kenbaar maken • De arts besluit het aan te kijken • Verpleegkundigen “laten het, voor wat het is”
Somatisatie-scenario Minder steunmeer verantwoordelijkheid Meer klachten Meer steun minder verantwoordelijkheid Minder klachten
Verpleegkundige interventies • Controleer voortdurend de bevindingen van de arts, laboratorium, enz. • Erken en accepteer, dat pijn voor betrokkene echt bestaat • Observeer en noteer de duur en intensiteit van de pijn • Verstrek volgens voorschrift pijnstillers, het welzijn en veiligheid krijgen de hoogste prioriteit • Tref maatregelen die het welbevinden bevorderen
Vervolg interventies I • Geef aandacht op momenten, waarop de patiënt zich niet met zijn pijn bezighoudt • Ga na welke activiteiten geschikt zijn als afleiding • Moedig het verwoorden van gevoelens aan • Uiten/oplossen van emotionele problemen vergemakkelijkt in een niet-bedreigende omgeving
Vervolg interventies II • Moedig de patiënt aan te onderzoeken welke alternatieven er zijn om met stress om te gaan • Leer de patiënt, hoe hij kan ingrijpen, wanneer de symptomen beginnen toe te nemen, zodat de pijn hem niet helemaal uitschakelt • Bekrachtig adequaat probleemoplossend gedrag
Gewenste resultaat • De patiënt geeft aan dat de pijn het uitvoeren van zijn dagelijkse activiteiten niet in de weg staat • De patiënt geeft aan, dat hij de relatie tussen pijn en emotionele problemen onderkent • De patiënt kan laten zien, dat hij in staat is in te grijpen, wanneer de angst oploopt
Bevorderende factoren Nadruk wordt gelegd op het gezonde deel en het vinden van afleiding Therapie is een observatiemoment, hoe hij met zijn klacht omgaat en of het vermindert Belemmerende factoren De patiënt kan ervaren dat zijn klacht niet serieus genomen wordt Door de (negatieve) vorm van aandacht kan de patiënt de klacht in stand houden Verpleegkundige benaderingswijzenDirectieve benaderingswijze
Bevorderende factoren Je wekt het vertrouwen bij de patiënt waardoor onderhandelingruimte ontstaat Door therapie te volgen, kan je dit gedrag bekrachtigen Door communicatie met de fysiotherapeut kunnen zijn bevindingen worden meegenomen Belemmerende factoren Het gevaar van bekrachtiging van de lichamelijke klacht kan leiden tot herhaling van dit gedrag Verpleegkundige benaderingswijzenSteunende benaderingswijze
Verschijnselen die voor kunnen komen bij psychosenWat voor invloed hebben deze verschijnselen op de lichaamsbeleving
Stoornissen in het ik-besef • DepersonalisatieDe mens voelt zich van zichzelf vervreemd • DerealisatieDerealisatie is vervreemding van de realiteit
Stoornissen in het waarnemen • Hallucinaties • Gehoorshallucinaties • Gezichtshallucinaties • Reuk-, smaak- en gevoelshallucinaties
Stoornissen van de inhoud van het denken • Wanen of waandenkbeeldenDit zijn geen dingen, die we horen of zien, maar denken. Hebben voor de patiënt het karakter van de werkelijkheid. De waan is een ziekelijke overtuiging • Wanen m.b.t. zichzelfTe verdelen in depressieve-, expansieve-en hypochondrische wanen • Wanen m.b.t. de omgevingHebben in overgrote meerderheid te maken met achterdocht. De patiënt is ervan overtuigd, dat anderen iets met hem willen, hem kwaad willen berokkenen.
Primaire & secundaire wanen • Primaire waanOntstaat spontaan en houdt geen enkel verband met de situatie van de patiënt. Vaak betreft het denkbeelden, die onmogelijk zijn • Secundaire waanIs begrijpelijk, gezien de levensproblemen van de betrokkene. Die problemen kunnen al dan niet in verband staan met de psychose
Organische stoornissen Intoxicaties vergiftiging Latrogene intoxicaties Systeemziekten Inwendige-binnen ziektes Infectieziektes Erfelijke afwijkingen Optredende Schizofrenie-forme syndromen Slechte lichamelijke condities Somatiek bij schizofrenie
Conversie psychisch probleem wordt geuit dmv lichamelijke symptomen • Verlammingen • Schijn-epileptische aanvallen • Heesheid • Blindheid • Zich niet staande kunnen houden • Wankelen, steun zoeken • Psychogene pijnstoornis
Bij conversie vaak primaire & secundaire ziektewinst • Primaire ziektewinstHet verschijnsel is een uiting van een onbewust psychisch conflict • Secundaire ziektewinstDe conversie dient een onbewust psychisch conflict, bv. door een situatie te vermijden, die de patiënt niet wil of hem beangstigt
Het somatiseren van een stoornis • Patiënt blijft vasthouden aan lichamelijke klachten, terwijl de oorzaak in allerlei psychische problemen te vinden is • Patiënt heeft meestal vage klachten, die allerlei delen van het lichaam kunnen betreffen
Samenvatting • Als je naar de verschijnselen kijkt, die uit een psychose kunnen voorkomen dan zie je hoe de patiënt z’n gevoel, gedachten en ik-besef worden vervormd • Hieruit kun je concluderen, dat het voor de patiënt, en de verpleegkundige, heel moeilijk is de psychose en de werkelijkheid te scheiden
Bla, bla, bla Interview afgenomen bij verpleegkundigen binnen het GGZ.
Interview afgenomen bij verpleegkundigen binnen het GGZ. Vraagstelling Welke Valkuilen heb je als verpleegkundige bij de begeleiding van lichamelijke klachten bij (chronisch) psychotische patiënten?
Vragenlijst I • Op deze afdeling verblijven veel patiënten die psychotisch (chronisch) zijn, uiten deze patiënten wel eens lichamelijke klachten? • Wat voor klachten kom je tegen op je afdeling? • Waar komen de klachten volgens de verpleegkundigen vandaan? • Wat voor verpleegkundige acties volgden daarop? • Welke verpleegkundige taken voer je uit? • Hoe maak je de inschatting of het wel of niet somatisch is?
Vragenlijst II • Is de klacht niet somatisch welke acties volgen er dan ? • Hoe observeer je een chronisch psychotische patiënt met pijnklachten ? • Wanneer vind je het noodzakelijk om een arts in te schakelen en waarom? • Wat voor dilemma's kom je als verpleegkundige tegen t.a.v. dit onderwerp?
Vragenlijst III • Wat is moeilijk in de omgang met de (chronisch) psychotische patiënt met pijnklachten? • Vind je dat je als verpleegkundige voldoende afweet van dit onderwerp? • Vind je, dat je collegae voldoende afweten van dit onderwerp?
Samenvatting. • Door de diverse antwoorden heb ik een breed overzicht gekregen over de “klachten” die voorkomen en hoe de verpleging hier mee omging.(gaat) • Het blijkt toch een “onderschoven kind” te zijn binnen de psychiatrie. • Iedereen probeert er het beste van te maken zonder dat er echt iets over op papier staat.
Conclusie 1 • Een lichamelijke oorzaak, die ten grondslag kan liggen aan de lichamelijke klacht moet als eerst uitgesloten worden. Ondanks een soms zo ongeloofwaardige of bizarre omschrijving van de klacht. De patiënt zijn psychose kan de omschrijving van de klacht beïnvloeden, waardoor het lijkt, dat de psychose de oorzaak van de klacht is.
Aanbeveling 1 • Ga er als verpleegkundige in eerste instantie vanuit, dat er een lichamelijke oorzaak aan de klacht ten grondslag ligt. Ondanks de soms ongeloofwaardige of bizar omschreven klacht.
Neem de volgende stappen • Vraag de patiënt om de klacht te verduidelijken en vraag voorbeelden van pijn, die erop lijken. • Noteer de informatie, die hebt duidelijk in de rapportage en meet zonodig bloeddruk, temperatuur en pols. • Schakel de arts in bij enige twijfel • Stel de afdelingsarts op de hoogte tijdens een overleg vorm over de klacht van de patiënt • steun de patiënt in het aandragen van mogelijkheden tot het oplossen van de klacht.
Conclusie 2 • (Chronisch) psychotische patiënten kunnen vanuit de verschijnselen van de psychose een lichamelijke klacht ervaren, waaraan geen lichamelijke oorzaak ten grondslag ligt. De patiënt ervaart de lichamelijke klacht als werkelijkheid.
Aanbeveling 2 • Neem de klacht altijd serieus. Gebruik als richtlijn de verpleegkundige interventies. Zet bij het kiezen van een benaderingswijze altijd de bevorderende en belemmerende factoren op een rij. Dit om te voorkomen, dat de samenwerkingrelatie vpk./patiënt wordt verstoord.
Conclusie 3 • Om een bejegeningsplan op te stellen is het aan te raden om andere disciplines erbij te betrekken. De andere disciplines staan verder van de patiënt af, waardoor zij een ander kijk op de situatie hebben. Bv. Wanneer een patiënt irritatie oproept binnen het verpleegkundig team.
Aanbeveling 3 • Binnen het verpleegkundig team moet er een eenduidigheid bestaan over het gekozen beleid t.a.v. de omgang met psychotische patiënten. Dit om de benaderingswijze goed te evalueren en te waken voor secundaire ziektewinst, alsmede verergering van de klacht te voorkomen.
Vervolg aanbeveling 3 • Betrek bij het maken van het beleid andere disciplines • 1e om andere invalshoeken t.a.v. bejegening te belichten. • 2e om het gekozen beleid t.a.v. de omgang door te voeren bij andere disciplines als b.v. arts, therapiebegeleider. (later evaluatie)
Conclusie 4 • Conversie en somatiseren van een klacht is een onbewust proces. Het kost tijd en inspanning om samen met de patiënt tot een oplossing van de klacht te komen. • De verpleegkundige interventies, eerder behandeld, kunnen een hulpmiddel vormen.
Aanbeveling 4 • Gebruik bij het maken van beleid ten aanzien van de omgang met de psychotische patiënt de verpleegkundige interventies.
Conclusie 5 • Uit het afgenomen interview is gebleken dat de samenwerking tussen de specialisten, artsen en de verpleegkundigen verbeterd kan worden. Met name wat betreft het uitwisselen van gegevens. Dit veroorzaakt soms onbegrip en irritaties bij de verpleging. De verpleegkundigen kunnen hierdoor de patiënt weinig informatie verschaffen.
Aanbeveling 5 • De communicatiekanalen tussen de verschillende disciplines moeten voorop komen te liggen. Om hiertoe te komen is het noodzakelijk om de arts en overige specialisten op de hoogte te stellen van de knelpunten die de verpleegkundigen ervaren. De samenwerking tussen de artsen en verpleging kan nog uitgebreider.
Conclusie 6 • De verpleegkundigen zijn van mening dat extra kennis t.a.v. dit onderwerp zeer welkom is. Met name over de invloed van het psychische op het lichamelijke heeft hierbij de voorkeur. De kennis t.a.v. de somatiek op zichzelf staand is voldoende aanwezig.
Aanbeveling 6 • Extra voorlichting m.b.t. ; de invloed van het psychische op het lichamelijke, is van harte welkom.
Stelling Verpleegkundigen zijn onvoldoende uitgerustom het onderscheid te maken tussen werkelijke lichamelijke klachtenen klachten die voortkomen uit een psychose
?? Assen 28 augustus Diploma: Verpleegkundige Naam: Derk Jan Tepper.