Wereld der Verandering

1. Wereld der Verandering

2. Welkom in de Wereld der Verandering • De werelddelen zijn genoemd naar de fasen in een geplande verandering • Rijk der ideeën • Diagnosië • Ontwerp-je-Rijk • Verenigde Staten van Implementatie • Verloren Rijk der Evaluatie Deelnemers gaan met elkaar op reis in de Wereld der Verandering

3. Laten we beginnen!

4. Verzamelen rond de pion • Deelnemers spelen samen met één pion • De pion gaat van land naar land; van werelddeel naar werelddeel • Deelnemers trekken samen op en leren samen • De winnaar is degene die het meest heeft geleerd

5. Werelddeel Elk werelddeel bestaat uit 2 tot 4 landen. Elk land vertegenwoordigt een veranderkundig thema. De groep komt samen aan op het werelddeel en zet de pion neer. Een deelnemer gooit met de dobbelsteen en krijgt de eerste vraag/opdracht Na 2 tot 6 vragen ga je samen door naar het volgende land.

6. Land • Per land kunnen 6 typen vragen aan de orde komen: • Doevraag • Terugblikvraag • Roddelvraag • Persoonlijke effectiviteitsvraag • Open vraag • Verrassingsvraag De kleur van de dobbelsteen bepaalt welk type vraag de deelnemer krijgt. Spannend!

7. Vraagkaartjes De twijfelkaart De steelkaart De tempokaart Verenigde Staten van Implementatie De persoonlijke effectiviteitsvraag Hoe voorkom je terugval in oud gedrag/ oude patronen? Hoe herken je het? Ontwerp-je-Rijk De roddelvraag Vraag je collega’s: schiet ik gemakkelijk door in details? En belemmert dat het werken van anderen? Rijk der ideeën De doevraag Hoe weet jij wat er leeft? Wat doe je daarvoor? Vraag je collega’s om aanvullingen op jouw aanpak. Diagnosië De terugblikvraag Waarschijnlijk meet jouw organisatie de tevredenheid van medewerkers. Met welke uitkomsten heb je de afgelopen jaren écht iets gedaan en waarom?

8. Tussen de werelddelen Op de overgang tussen de werelddelen krijgen de deelnemers een toepasselijke audiovisuele traktatie.

9. Een ansichtkaart als herinnering ………. ………. ………. ………. ……….

10. Over de speldag • We spelen niet het hele spel • Het spel is een middel; het doel is betekenisvolle gesprekken voeren • Wij hebben niet de goede antwoorden • Alles kan: • korte, lange bespreking • on the spot, naast de roos • antwoord klaar, even over nadenken

11. Spelregels • Je maakt deze ontdekkingsreis zonder mobiele telefoon… • Het is geen rollenspel, dus speel geen rol • Laat je ook leiden door je intuïtie • Leer met elkaar • Je mag het niet weten • Stel je open en kwetsbaar op

12. Hulpmiddelen bij vragen

13. Een goed idee om zeep helpen… • een dodelijke stilte laten vallen nadat een nieuw idee gelanceerdis • voordat het idee helemaal is toegelicht roepen: “dat meen je toch niet serieus” of “volkomen onuitvoerbaar” • merk op dat het niet in het beleid past (niemand kent toch het beleid) • “dat-hebben-we-al-zo-vaak-geprobeerd”-trucje (werkt goed bij nieuwelingen) • probeer een concurrerend idee te vinden als blokkade • lach het weg: “haha, die is goed, daar heb je zeker nachten op zitten broeden!” • wijs erop wat het gaat kosten, ook al levert het het zesvoudige op

14. Kopgroep en peloton

15. Valkuilen van participatief veranderen • Machtsafstandsreductie: doordat je mensen laat meedenken, krijgen ze het gevoel dat ze overal over mee mogen denken • Status van advies: gaandeweg het proces kunnen medewerkers vergeten dat het om een advies gaat en ontstaat het beeld dat wat ze bedenken ook tot een besluit leidt • Tijdvreters: als het inspraak voor de inspraak is, bestaat de kans dat het meedenken, leidt tot allerlei werkgroepjes die oeverloos en weinig doelgericht meepraten • Draagvlakfictie: betrekken vanuit het perspectief van leidinggevenden betekent niet per definitie dat mensen zich ook betrokken voelen • Schijninspraak: mensen laten meedenken en roepen, en uiteindelijk je eigen plan trekken • Camouflage van eigen onzekerheid: doordat je mensen laat meedenken, blijft verborgen dat je het zelf nog niet precies weet/er zelf niet stevig in staat

16. Veranderen is meer dan ontwerpen • De mensen die het aangaat betrekken in het ontwerp • Zelf het goede voorbeeld geven ten aanzien van de gewenste (gedrags)verandering • Met je ontwerpaanpak al gewenst gedrag uitlokken • Mensen direct aanspreken op gewenst gedrag • Deelontwerpen direct implementeren

17. Valkuilen bij het inzetten van adviseurs • De one trick pony adviseur • De adviseur neemt het over • De adviseur als camouflage voor eigen onvermogen • De adviseur als scape goat • De adviseursverslaving

18. Valkuilen werken met trainers • De trainer moet het alleen doen, daar wordt hij voor betaald • Ik kan er beter niet bij zijn, want dat verstoort het proces • Ik weet het al, ik hoef daar niet bij te zijn • Ik heb het te druk, ik kan er niet bij zijn • Ik hoor het wel achteraf

19. Valkuilen bij implementatie • Geen doelgerichte ontwikkelafspraken • Geen gebruik maken van momentum • Niet ingezet op quick wins • Te hoge, lastig haalbare doelen gesteld • Successen niet gevierd of zichtbaar gemaakt • Te lang opgerekt proces

20. Wie trekt de kar?

21. Soorten evaluaties • Is het een effectevaluatie? • Is het een evaluatie van de beleving van mensen? • Is het een toetsing van gehaalde doelen? • Is het een procesevaluatie? • Is het een evaluatie voor de bühne?