520 likes | 652 Views
Module Adolescent 2de jaar Leefstijl en psychosociale gezondheid Suïcide bij jongeren. Dr. G. Portzky Eenheid voor Zelfmoordonderzoek Universiteit Gent Prof. Dr. C. van Heeringen. Inhoud. Inleiding – Definiëring Prevalentie Oorzaken en risicofactoren Waarschuwingssignalen
E N D
Module Adolescent 2de jaar Leefstijl en psychosociale gezondheidSuïcide bij jongeren Dr. G. Portzky Eenheid voor Zelfmoordonderzoek Universiteit Gent Prof. Dr. C. van Heeringen
Inhoud • Inleiding – Definiëring • Prevalentie • Oorzaken en risicofactoren • Waarschuwingssignalen • Preventiemogelijkheden school-CLB • Preventie • Interventie • Postventie
1. Definiëring • Zelfbeschadigend gedrag: Continuüm • Suïcide • Suïcidepoging: • Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging te spreken? • Europa (niet) VS (wel) • Def. WHO (gebruikt in Europa): Opzettelijk, niet-fataal, niet-habitueel gedrag, ongeacht suïcidale intentie • Suïcidale ideatie • Automutilatie: habitueel ZBG: multiple herhalende episodes
Suïcidaal proces • Er is evolutie mogelijk van suïcidaliteit • Proces van eerste gedachte naar meer concrete plannen tot uitvoeren van de daad zie figuur
Suïcidaal proces Retterstol, 1993
Onderzoek suïcidaal proces bij adolescenten • Bevestiging suïcidaal proces! • Tijdsduur proces: M =29 mnd • 2 types: • Kort zonder voorgaande pogingen (M= 16mnd) • Lang met voorgaande pogingen (M=48 mnd) • Sommige suïcides gebeuren zonder enig signaal • Laatste mnd voor suïcide geen duidelijk observeerbaar gedrag • Kort en snel evoluerend suïcidaal proces bij aanpassingsstoornissen Portzky et al., 2005
2. Prevalentie • Suïcide • Suïcidepoging • Suïcidale ideatie
2.1. Suïcide Fig. 1: Suïcide rates in Vlaanderen 2009 (Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid)
Hoge cijfers België?Vergelijking wereldwijd suïcide rates Bron: WHO, 2005
Vergelijking suïcide rates jongeren omringende landen Tabel 2: Jongeren (15-24j) suicide rates (op 100.000) (Bron: WHO, 2003)
Suïcide bij jongeren in Vlaanderen - 2009 Tabel 3: Aantal suïcides bij 10-19 jarigen per provincie, 2009 (Bron: sterftecertificaten, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid)
Evolutie suïcidecijfers Figuur: Evolutie suïcidecijfers Vlaanderen 2000-2009 (Bron: sterftecertificaten, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid)
2.2. Suïcidepogingen Bron: Eenheid voor Zelfmoordonderzoek
Gegevens pogingen Vlaanderen 2010 • Bij 55,7% voorgeschiedenis pogingen • Socio-demografisch/econ. factoren: • Grootste groep ongehuwd (41,2%) of gescheiden (19%) • 30% woonde alleen op moment van TS • 6/10 inactief of werkloos • Motief: • 47,6%: willen sterven • 50,8%: situatie zo ondraaglijk Bron: Eenheid voor Zelfmoordonderzoek-UGent
Methode: • 78% SP: • 69,4% benzodiazepines/andere sedativa; • 19,2% niet-narcotische analgetica/antipyretica/… • 15,1% SI: • 34,6% scherp voorwerp; • 32,3% verhanging • 6,3% SP + SI • Letsel: • 40,4% geen letsel • 44.7% beperkt letsel • 10,4% ernstig • 4,5% levensbedreigend ! Onderrapportering van ernstige/levensbedreigende letsel deze patiënten vaak op IZ of andere afdelingen niet geregistreerd
Zelfbeschadigend gedrag bij jongeren Tabel 2: Resultaten CASE-study (Bron: Eenheid voor Zelfmoordonderzoek)
Verschillen Belgische en Nederlandse jongeren • Belgische adolescenten (vs Nederlandse adolescenten) • > negatieve levensgebeurtenissen • > angstig • > alcohol en drugsgebruik • < probleem-georiënteerde ‘coping’ (= efficiënt omgaan met problemen) • < communicatie over hun problemen met volwassenen
3. Oorzaken en risicofactoren • Complex en multifactorieel bepaald probleem combinatie oorzaken en risicofactoren • Suïcidaal gedrag: resultaat van gelijktijdig voorkomende: - Permanent aanwezige factoren (trait) - Tijdelijke, toestandsgebonden factoren (state) - Afwezigheid beschermende factoren
Biologische factoren: • invloed van serotonerge neurotransmissiesysteem • Invloed neurobiologische systemen betrokken in respons stressvolle gebeurtenissen • Psychologische factoren: • Impulsiviteit (jongeren) • Cognitieve factoren • Dichotoom denken • Rigide denken en probleemoplossend vermogen • hopeloosheid
Sociale factoren: • Gezinskenmerken: verlieservaringen, alleen komen te staan, problemen, familiale psychopathologie • Sociaal netwerk; school; peers!! • Traumatische/stressvolle factoren • Maatschappelijke factoren • Psychiatrische factoren (90%): • Depressieve stoornis • Schizofrenie • Alcohol-en drugmisbruik
Verklarend model • Genetische belasting • Biologische factoren Psychologische factoren Trait • (serotonine) (cogn en persoonlijkheidskenm) • Vroege levenservaringen • Sociale Stressoren Psychiatrische factoren State • Drempelverhogende of verlagende - + • factoren* • Suïcidaal gedrag • *Drempelverlagend *Drempelverhogend • Media - Toegankelijkheid GGZ • Voorbeelden suïcide in omgeving - Kennis over GGZ • Beschikbaarheid middelen - Attitude tav GGZ • Psychopathologie ouders - Diagnostiek en behandeling • Gebrekkinge sociale steun - Social support
4. Waarschuwingssignalen 1. Verbale signalen • Directe signalen: • « Ik maak er een eind aan. » • « Jullie zullen me nog missen. » • « Ik wou dat ik dood was. » • Indirecte signalen: • « Ik kan niet meer. » • « Ik zie het niet meer zitten. » • « Ik ben voor niets goed. » • « Niemand kan mij helpen. »
2. Gedragsmatige signalen: • Zich terugtrekken en isoleren; Stiller zijn dan vroeger; Depressievere, sombere stemming • Agressief, vijandig en onredelijk gedrag • Zich lichamelijk en uiterlijk verwaarlozen • Alcohol en drugs gebruiken • Weggeven van persoonlijke bezittingen • Bezig zijn met de dood en met ZM in spel/tekeningen, opzoeken van literatuur of internetsites
Afscheidsbrieven schrijven, testament opmaken, voorbereidingen treffen • School: • Verslechtering van de schoolresultaten • Vaker afwezig zijn, spijbelen, weglopen • Slechte concentratie, slecht huiswerk, zitten slapen of suffen • Zichzelf pijn doen • De ouders vermijden • Snel reageren met verdriet en tranen op kleine accidenten Het gaat hierbij steeds om een combinatie van factoren. 1 signaal zegt niets!! Pas als er sprake is van verschillende signalen => waarschuwing
5. Interventiemogelijkheden school - CLB • Preventie • Interventie • Postventie
5.1. Preventie • Preventie = wijd gebied activiteiten bedoeld om beschermende factoren te ontw tegen suïcide • Suïcidepreventie bij jongeren Schoolpreventiestrategieën • Jongeren veel tijd op school; nauw contact met peers en LK; kans opmerking signalen • Geschikte plaats om ouders, LK, schoolpsychologen voor te lichten
Gericht naar LK, lln, ouders • Diversiteit programma’s maar algemeen schoolbeleid noodzakelijk; (toepassing 1 programma weinig effectief) • 2 aanpakken: • Suïcide specifiek • Bredere aanpak rond algemene emotionele gezondheid
5.1.1. Suïcide specifiekGericht naar lln. • Psycho-educatieve programma’s: • Meest gekend en toegepast • Vorming rond prevalentie, risicofactoren, signalen • Vaak in combinatie met peer-helping programma’s: • Gericht naar peers als potentiële helpers/doorverwijzers • Doel: • bewustzijn suïcide • identificatie studenten at risk • informatieverstrekking begeleiding/behandelingsmogelijkheden • stigma zoeken van hulp bij psychische problemen
Evaluatie: • kennis, attitudes en hulpzoekend gedrag. • Ook studies attitudes, coping en hopeloosheid vonden Conclusie: geen éénduidige resultaten • Merendeel vd programma’s (95%) gebaseerd op het stress-model • OZ Vlaanderen met wetenschappelijk model (Portzky & van Heeringen): • Positief effect kennis • Positief effect attitude; verschillend effect geslacht • Geen effect coping en hopeloosheid
Mogelijkheden Vlaanderen? • Momenteel weinig toepassingen (omwille van niet éénduidige resultaten) • vanuit professionele instanties wordt momenteel zelfs afgeraden
Gericht naar LK • “Gatekeeper Training”: • Trainen van onderwijspersoneel: • Doel: • kennis inzake suïcidale lln; attitudes omtrent suïcidale lln; vaardigheden tot identificatie • Beperkt OZ; positieve resultaten • Meer eensgezindheid gebruik Gatekeeper training: • Positieve resultaten+ duidelijke nood aan vorming onderwijzend personeel (OZ Klingman, 1990: in 2 jaar tijd 1/3 LK persoonlijk te maken met suïcidale lln)
Mogelijkheden Vlaanderen? • Centrum ter Preventie van Zelfmoord • Project zelfmoordpreventie – CGG • Eenheid voor Zelfmoordonderzoek
Screening (CLB): • Lln dmv vragenlijsten screenen op symptomen van depressie en voorkomen van suïcidale ideatie • Koppeling aan doorverwijzing noodzakelijk!! • Kan in verschillende stadia • 1ste fase: korte, self-report vragenlijst met hoge sensitiviteit en lage specificiteit (kan leiden tot vals-positieven) • 2de fase: degene die uit 1ste fase boven cut-off zaten worden verder gescreend; meer specifiek • 3de fase: verdere screening; nagaan of doorverwijzing noodzakelijk is • Weinig OZ maar blijkt positief te zijn. Vooral effectiviteit van doorverwijzing is essentieel! • Geen toepassingen in Vlaanderen/ België
5.1.2. Bredere programma’sGericht naar lln • Vaardigheidstraining: • Gericht op onderliggende factoren die bijdragen tot suïcidaliteit: • Gebrekkige probleem-oplossende va./coping • Gebrekkige sociale va./ondersteuning • Sociale vaardigheidstraining; problem-solving training • Langdurige training en verschillende bijeenkomsten noodzakelijk • Evaluatie: reductie suïcidaal gedrag, verbetering in attitudes, emoties en coping positief!!
Geestelijke gezondheidsprogramma’s • Psycho-educationele -, peer helping – en gatekeeper training programma’s kunnen ook meer brede aanpak opteren zoals: • Geestelijke gezondheid(szorg) • Alcohol en drugs • Sociale problemen • Doel: • vorming over geestelijke gezondheid en andere sociale aspecten • Destigmatisatie en infoverstrekking psychische problemen en geestelijke gezondheidszorg zou resulteren positief hulpzoekend gedrag en adaptieve attitudes • Voorkeur voor deze programma’s
Screening (CLB): • Case-finding door directe screening • Lln worden dmv vragenlijsten gescreend op symptomen van depressie, voorkomen van suïcidale ideatie, alcohol en drugsmisbruik, gepest worden op school, automutilatie….
5.2. Interventie • LK, school • CLB
5.2.1. Interventiemogelijkheden • Herkennen van signalen, vermoeden van suïcidaliteit, depressiviteit, automutilatie • Bespreken, navragen suïcidale gedachten • Inschatten suïciderisico • doorverwijzing
Bespreken suïcidaliteit • Gesprek met leerling trachten op te bouwen; bezorgdheid uiten; kans bieden om situatie/mogelijke problemen te bespreken • De leerling ernstig nemen (ook al gaat het om problemen/situaties die voor volwassenen minder erg zijn!! Voor de jongere is het immers veel erger!!) • Open en uitdrukkelijk de vraag naar suïcidale gedachten stellen • Mag dit? Moet dit? Hoe doe je dit? • Concretiseer de suïcidale gedachten: - “Je zegt dat…, wilt dat zeggen dat je liever dood wilt zijn?”
Rustig blijven, geen schrikreacties vertonen!! • Ga frequentie en concreetheid suïcidale gedachten na! Zijn er al plannen gemaakt? • Ga na of er nog andere vertrouwensfiguren zijn. Zijn deze op de hoogte van de suïcidale gedachten? • Bij wie kan hij terecht? Wat kan hij doen als hij het moeilijk heeft?
Wat niet doen • De heftigheid van de gevoelens onderschatten • Moraliseren en een schuldgevoel aanpraten. • Minimaliseren. • Hoop geven dat er alternatieven zijn waar ze misschien nog niet aan gedacht hebben, maar niet verzekeren dat alles goed komt. Geen valse hoop geven/meer beloven dan u echt kan. • Op het moment van zware crisis contact opnemen met die personen waarmee hij geen contact wilt. • Onvoorwaardelijk geheimhouding beloven.
Inschatten suïciderisico • Drie hulpmiddelen: • Signaallijst: • Verbale signalen • Gedragsmatige signalen 2. Beoordelingslijst suïcideplan • Lethaliteit vd methode • Voorbereiding en mate waarin middel beschikbaar is • Algemene organisatie met oog voor details
3. Evaluatielijst ernst van de poging • Isolatie vd patiënt • Kans op interventie? • Voorzorgen tegen ontdekking? • Afscheidsbrief? • Wilsbeschikkingen? • Deed hij iets om hulp te krijgen? • Is hij/zij gelukkig of ongelukkig dat hij gevonden werd? • Geeft hij/zij zelf aan te willen sterven hebben?
Doorverwijzing • Samenwerking met externe hulpverleners is noodzakelijk: • CGG • Comités Bijzonder Jeugdzorg • Centra voor Ambulant Welzijnswerk • Huisarts • Ziekenhuis/spoedopname • Doorverwijzing hangt af van suïcidale intentie en risico
Na een poging • Terugkeer en opvang bespreken met ouders, hulpverleners en leerling zelf : • Poging bevragen • Probleemoplossende vaardigheden nagaan. • Het risico op recidief gedrag nagaan • Vragen naar sociale relaties op school/thuis • Functioneren op school nu • Ervoor zorgen dat de leerling zo gewoon mogelijk, niet als een geval de schoolperiode kan verderzetten: • als de school één van de redenen was, eerst aanpakken • Als andere lln niet op de hoogte zijn; niet inlichten • Als ze wel op de hoogte zijn: hierover praten • Alert blijven voor suïcidale signalen
5.3. Postventie • Postventie= alle activiteiten nadat een jongere suïcide heeft gepleegd en die de mogelijke effecten van traumatische gebeuren aanpakken en verlichten • Doel: • Lln, LK bijstaan in rouwproces • Trauma minimaliseren: ondersteuning op crisismoment • Degene die risico lopen identificeren en doorverwijzen; copycat-effect tegengaan vorm van preventie • Iedere school moet eigen beleid en crisisplan opmaken
Algemene richtlijnen vóór crisissituatie • Ontwikkelen postventieplan • Op voorhand beleid en plan opstellen: Geplande, uitgeschreven procedures geven structuur • Aandacht voor verschillende stappen, timing en betrokken personen • Postventieteam opstellen • Staat in voor coördinatie, communicatie en implementatie van het plan • Onderwijzend personeel vorming geven • Vorm van preventie maar maakt ook deel uit van postventieplan • LK informeren rond signalen & risico suïcide, rouwreacties en postventieplan • Ontwikkelen van connecties tss school en gemeenschap • Contacten leggen met geestelijke gezondheidszorgvoorzieningen, jongerenbewegingen en eventueel hulpdiensten • Kennis hebben van instanties die na suïcide kunnen gecontacteerd worden
Postventiestappen na suïcide • Onmiddellijke reactie • Eerste 24u cruciaal; Uitstel kan leiden tot onbegrip, ontgoocheling,.. • Personeel op de hoogte brengen • Van het gebeuren en over stappen postventieplan • Informeren rond rouwreacties • Begeleiding LK soms nodig • Lln op de hoogte brengen, bijstaan, begeleiden en monitoren • Geen zwijgpolitiek • In kleine groepen • Informeren rond rouw/mogelijkheden school/coping • Spreken over suïcide algemeen; geen details
Strategieën kenbaar maken die kunnen helpen • Manieren om emoties te uiten • Waar en hoe hulp te krijgen voor zz en peers • Aangeven wat kan gedaan worden om familie slachtoffer te helpen • Aangeven hoe reageren op media • Aanmoedigen om LK of anderen te contacteren wanneer peer het moeilijk heeft • Nauwlettend zijn voor signalen van lln, soms doorverwijzing noodzakelijk • Ter preventie van identificatie en modelling: • Geen details • Niet romantiseren of verheerlijken; geen speciale herdenkingsdiensten (eerder 1 min stilte of geldinzameling voor preventie actie) • Steunbetuigingen familie slachtoffer • Eventueel ook vragen of hulp/betrokkenheid bij begrafenis gewenst is • Ouders informeren • Via briefwisseling informeren rond gebeuren, stappen school
Richtlijnen media • 1 persoon aanstellen die alles rond media afhandelt; lid van postventieteam • Enkel feiten weergeven; absoluut geen speculaties over oorzaken • Geen details omtrent methode, problemen vd jongeren en karakter vd jongere • Onderzoek en follow-up • Follow-up van lln at risk is noodzakelijk • Na implementatie postventieplan is grondige evaluatie noodzakelijk