90 likes | 307 Views
Benigne afwijking, wat nu?. Emiel Rutgers. Beleid benigne punctieuitslag. Afhankelijk van Kliniek Wijze van beeldvorming Indien bevindingen overeenstemmend: Risico op gemist carcinoom = na diagnostische excisie Risico op gemist carcinoom = in de algemene populatie.
E N D
Benigne afwijking, wat nu? Emiel Rutgers
Beleid benigne punctieuitslag • Afhankelijk van • Kliniek • Wijze van beeldvorming • Indien bevindingen overeenstemmend: • Risico op gemist carcinoom = na diagnostische excisie • Risico op gemist carcinoom = in de algemene populatie
Conclusies 1Dikke naald biopten Bij biopt-diagnose atypische (ductale of lobulaire) hyperplasie, flat epithelial atypia of LCIS is de kans op bijkomende maligniteit 20-40%. Niveau 2 B: Arpino 2004, Kunju 2007, Cawson 2003, Liberman 2005, Lopez-Medina 2006
Conclusies 2Dikke naald biopten Bij biopt-diagnose papillomatose of radial scar is de kans op bijkomende maligniteit 10-20%. Niveau 2 B: Cawson 2003, Liberman 2005, Lopez-Medina 2006
Aanbevelingen 1a Eenduidig benigne histologische biopt-diagnosen • Fibroadenoom • Benigne hyperplasie • Scleroserende lobulaire hyperplasie fibrocysteuze mastopathie • Apocriene metaplasie • Adenosis • Normaal of fibreus mammaweefsel, lymfklier of cyste.
Aanbevelingen 1b Eenduidig benigne histologische biopt-diagnosen • Bij vaststellen diagnose ‘benigne’ het volgende betrekken • pathologie-uitslag • aantal biopten • mogelijke kans op sample error • Correlatie (kliniek) – beeldvorming – histologie: MDO verplicht! • Kans op een fout-negatieve bevinding kan nooit worden uitgesloten • risico is te vergelijken met dat van de algemene populatie • follow-up van de eenduidig benigne laesie buiten BOB is niet noodzakelijk.
Aanbevelingen 2a Niet-eenduidig benigne histologische biopt-diagnosen • Atypische (ductale of lobulaire) hyperplasie • Flat epithelial atypia • Lobulair carcinoma in situ • Radial scar • Papillomatose • Phyllodestumor
Aanbevelingen 2b Niet-eenduidig biopt-diagnosen • Sprake van een verhoogd risico op bijkomende maligniteit en/of op sample error • Aansluitend aan de punctie diagnostische excisiebiopsie verrichten bij: • ADH • Lobulaire neoplasie • Phyllodestumor • Bij radial scar en papillomatose • Keuze tussen diagnostische excisiebiopsie of jaarlijkse mammografische controle • Afhankelijk van de mate van representativiteit van de biopten