E N D
De Diagnose • Klant (66) is al 47 jaar getrouwd. Elf jaar geleden stopte haar man met werken zodat hij fulltime voor zijn vrouw kon zorgen. Mevrouw heeft al meer dan dertien jaar Alzheimer. Op haar 52ste begonnen de eerste tekenen van Alzheimer. Vijf jaar lang ging zij vier dagen per week naar het Ontmoetingscentrum, een ondersteuningsprogramma voor dementerenden en hun mantelzorgers. Toen de toestand van de klant verder verslechterde kon zij niet meer naar het ontmoetingscentrum. Nu gaat ze vier dagen per week naar de dagbehandeling van Aanbieder X. Opstaan en naar bed gaan zijn de moeilijkste momenten van de dag. Haar man maakt mevrouw wakker met een aai over haar wang zodat ze niet schrikt. Daarna helpt hij haar met douchen en aankleden. Klant voelt zich nog wel veilig bij haar man, maar herkent hem bijna niet meer. Man moet altijd binnen haar blikveld zijn, anders wordt ze onrustig. Tot het einde van haar leven wil haar man voor zijn vrouw blijven zorgen. ‘Dat heb ik haar ooit beloofd en daar hou ik me aan.’ Klant en haar man zijn beiden kalme mensen, niet rokend, met een protestantse achtergrond. Er is geen sprake van bijzonder medicijngebruik of andere (complicerende) factoren.
De uitvraag • Dagbesteding / dagbehandeling, 5 dagen per week • Vervoer van en naar dagbehandeling • Maximale reisafstand naar dagbehandeling 1 uur • Daarnaast donderdagavond 4 uur ondersteuning om man te ‘verlichten’ van zijn taken. (hiervoor ontvangt klant momenteel 4 uur begeleiding) • 2 maal per week ondersteuning bij begeleiding douchen. Douchen gaat steeds moeilijker • Ondersteuning van man en klant bij dementatieproces • Bij voorkeur protestante achtergrond
De Diagnose Betreft 14 jarige jongen, gemiddeld begaafd. Gaat naar Vmbo (Mavo). Gezin: vader-moeder-klant (14) en zusje (12). Klant is al een paar keer besproken in het multidisciplinaire overleg (ZAT) op school vanwege zijn agressieve gedrag. Zowel tegenover leerkrachten als medeleerlingen kan hij soms ‘ontploffen’, ‘door het lint gaan’. Hij is dan niet meer aanspreekbaar. Alle reacties (strengheid of geruststelling) lijken averechts te werken: hij gooit dan met spullen en gooit zich op de grond. De driftbuien hebben doorgaans te maken met een teleurstelling, met machteloosheid of onbegrip bij een ander over hem. Medeleerlingen worden er bang van en mijden hem daarom enigszins. Klant is in de klas een randfiguur. Hij heeft geen groepje waar hij bij hoort, maar wordt zeker niet gepest. Klant voetbalt en daar heeft dit probleem zich ook twee keer voorgedaan. Er zijn geen noemenswaardige problemen verder met hem of in het gezin. Ouders herkennen het probleem van jongs af aan. Ze zeggen dat ze er mee hebben leren leven en het altijd weer over gaat na 10 a 15 minuten.
De Diagnose (vervolg) • Het ZAT maakt zich desondanks zorgen over de agressieregulatie van Bert, zowel i.v.m. zijn eigen ontwikkeling als i.v.m. veiligheid andere leerlingen. Deze zorgen worden bevestigd door een screeningsgesprek die de schoolpsycholoog heeft gehouden met klant. Ze denken aan een cursus of training. De ouders vinden niet direct nodig, maar willen wel hun best doen om hun zoon te motiveren. Bert is niet zo’n prater zegt ie van zichzelf. Toch laat hij weten dat hij wel mee wil werken, nadat de school de noodzaak nadrukkelijk heeft duidelijk proberen te maken • De uitvraag • Agressiegevoelens voorkomen of regulatie, waardoor problemen (uitvallen) op school niet meer voorkomen • Eisen aan invulling en contactmomenten opnemen? • Zowel ouders als leerkracht(en) leren om zoon te ondersteunen bij de agressie regulatie opnemen als eis? • Onderhouden van contacten met ZAT als eis opnemen? • Programma dient evidence-based te zijn? • Andere aanvullende eisen?
De Diagnose Klant is opgewekte 30-jarige vrouw die graag grapjes maakt. Zij is geboren met het syndroom van Down, maar heeft niet de lichamelijke afwijkingen die hierbij kunnen optreden. Tijdens haar schooljaren gediagnostiseerd als onvoldoende gekwalificeerd voor werken in een beschermde omgeving (WSW) of onder begeleiding van een jobcoach.Als 20-jarige maakte zij daarom overstap van school naar dagbesteding voor volwassenen. Na ‘rondsnuffelen’ bij de activiteiten die door het DVO geboden worden, werkt Klant nu in het restaurant van de VG-instelling. Met een menukaart waarop pictogrammen staan kan ze een bestelling opnemen, deze bij de gasten afleveren, afrekenen en na afloop de tafel opruimen en schoonmaken. Wel is er voortdurend toezicht nodig om te zorgen dat het werk goed wordt uitgevoerd. Soms moet de begeleider ingrijpen omdat een gast iets vraagt dat niet op de menukaart van Klant staat. Sinds 2 jaar woont klant met PGB in woongemeenschap voor verstandelijk gehandicapten. Hier heeft ze haar eigen appartement. Moeder en zus komen wekelijks op bezoek en helpen met het huis schoonmaken. Veel kan Klant zelf, maar er is iemand nodig die haar zegt hoe ze het moet aanpakken. Klant geniet elke dag van haar eigen leven.
De uitvraag • Onderzoek participatie mogelijkheden (begeleid) werk. • Maak in uw aanbod onderscheid tussen de kosten en wijze waarop u de klant voorbereid op het begeleid werken en de maandelijkse kosten bij begeleid werken • Bij voorkeur in zelfde werkrichting als klant nu werkzaam is (bediening) • De uitvraag (mogelijkheid 2) • Wij verwachten dat u onderzoekt wat belastbaarheid van cliënt is. Dit zou kunnen worden onderzocht middels een belastbaarheidonderzoek, maar ook door het in de praktijk te toetsen, bijvoorbeeld met een werkervaringsplek. • Indien dit niet mogelijk blijkt, actief zoeken naar een vrijwilligersplaats, alwaar de klant door de organisatie begeleid wordt. (Gemeente kan voorzien in vervoer van en naar locatie). E.e.a. dient binnen 12 maanden te worden gerealiseerd. Wij verwachten van u dat er in de eerste twee maanden van het traject minimaal 2 keer per week persoonlijk contact tussen cliënt en u plaats vindt. Zodra cliënt is geplaatst kan de begeleiding minder intensief worden ingezet. Trajectprijs is inclusief reiskosten.
De Diagnose Klant is alleenstaande, representatieve man van bijna 30. Hij komt wat introvert over, maar kan zijn verhaal goed overbrengen. Hij woont op zichzelf en werkt momenteel op de Metaalafdeling als werkervaringsplaats. Klant heeft ASS. Hij is in het bezit van zijn rijbewijs en heeft geen auto, wel een brommer. Klant geeft aan dat hij momenteel slaapproblemen heeft, het gevoel heeft dat hij niet helder kan denken en rusteloos is. Dit is de reden van zijn recente ziekmelding. Omdat klant relatief sterk is qua communicatie wordt klant vermoedelijk vaak overschat door de mensen in zijn omgeving. Klant voelt zich de ene dag beter dan de andere. Op de dag van het gesprek geeft hij zichzelf een 7 op een schaal van 1 – 10. De vrijdag daarvoor was dat een 4. Het werken op de Metaalafdeling vindt klant fijn. Hij is graag bezig en vindt het fijn om een ritme te hebben. Klant is aangewezen op een baan met veel structuur en overzicht. De werkomgeving moet prikkelarm zijn. Het werk moet een voorspelbaar karakter hebben, maar hij heeft ook afwisseling van taken nodig.
De uitvraag • Voor klant wordt een traject persoonlijke begeleiding ingekocht, met als doel het verbeteren re-integratiepositie van klant. Klant heeft het nodig om concrete handvatten te krijgen hoe hij om kan gaan met zijn beperking. Hij moet bij zichzelf signalen leren herkennen en dit vervolgens vertalen in heldere communicatie naar zijn (werk)omgeving. Daarbij is het belangrijk te weten waar zijn grenzen liggen. Wat kan wel en wat kan niet? Waar moet een werkomgeving aan voldoen? De begeleider dient veel ervaring te hebben in het begeleiden van mensen met een aan autisme verwante stoornis. Hij fungeert als spin in het web en heeft een centrale rol in het onderhouden van contacten met de casemanager en de jobcoachop de Metaalafdeling. Trajectduur is een jaar. • 1 op 1 begeleiding, bij voorkeur ook op de werkvloer, met aandacht voor werknemersvaardigheden en communicatie. • Regelmatig contact met klant, min. eens per 2 weken. • Onderzoek naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt
De antwoorden (1) - € 5.000 Aanbieder zal haar eigen specialisten inzetten om cliënt bij te staan, te coachen en te begeleiden. In het bijzonder zal Gerda cliënt de eerste 6 maanden intensief gaan begeleiden. Zij is specialiste op het gebied van het begeleiden van mensen met een ASS stoornis. Haar speciale aandacht zal zich richten op: opbouwen van vertrouwen, aanbrengen van structuur en overzicht, aanbrengen van handvatten, omgang met veranderingen, omgang met anderen (sociale interactie), inzicht in probleemgedrag (uiting op beangstigende en verwarrende ervaringen) en zij zal nauw contact onderhouden met de jobcoach van de Metaalafdeling om een juiste afstemming te krijgen van de problematiek van ASS enerzijds en de werkomgeving bij Metaalafdeling anderzijds. De ene week bij cliënt thuis en de andere week op de werkvloer waarbij Gerda bijzonder aandacht zal geven aan werknemersvaardigheden en communicatie. Naast Gerda zal ondergetekende de mogelijkheden onderzoeken van cliënt op de arbeidsmarkt. Wij zullen alle noodzakelijke informatie verzamelen om uiteindelijk een advies te kunnen uitbrengen aan de gemeente […]
De antwoorden (2) - € 5.000 De intake zal worden uitgevoerd door een re-integratiedeskundige. In de uitgebreide intake bij cliënt thuis zal worden wordt op onderwerpen ingegaan op de feitelijke situatie, de subjectieve situatie (hoe de situatie op de cliënt overkomt) en wat zijn wensen zijn naar de toekomst. Participatieplan: Naar aanleiding van de intake zal er dossieronderzoek plaatsvinden en overleg plaatsvinden met Metaalafdeling. een plan worden opgesteld waarin de besproken punten uit de intake worden gerapporteerd. Ook zal worden vastgesteld of het traject wordt ingezet op het aanvragen van een AWBZ indicatie om langdurige begeleiding mogelijk te maken. Tevens zal worden onderzocht of een indicatie dagbesteding passend is. Hiermee zou hij evt. in een vergelijkbare situatie als Metaalafdeling kunnen gaan werken, maar dan meer in zijn eigen omgeving waarbij de insteek van de werkplek wel meer gericht is op regulier werk. Set in heeft ruime ervaring in het begeleiden met cliënten die bekend zijn met een stoornis uit het autistisch spectrum. Eventueel kan extra expertise worden ingezet door inhuur van personeel van een van de samenwerkingspartner……
De antwoorden (3) - € 6.000 We zullen met de cliënt een traject ingaan met de zgn “Stop Denk Doe methode” De volgende vijf denkstappen voor het oefenen met nadenken staan hierbij centraal: • Stop: Wat gebeurt er? • Denk: Wat zou ik nu allemaal kunnen doen? • Kies: Wat kan ik het beste doen? • Doe: Doe wat je gekozen hebt. • Keur: Was dit een handige oplossing of had je het toch beter op een andere manier kunnen aanpakken? Veelal is het werken in een “normale” functie best wel mogelijk, zeker wanneer werkgever van de situatie op de hoogte is dan wel dat de werkplek aan bepaalde voorwaarden voldoet dan wel dat cliënt heeft geleerd (bewust is geworden) hoe met zijn aandachtspunten om te gaan. Rob zal dit traject gaan doen. Hij heeft zelf een zoon van 16 met Asperger en vanuit deze rol veel kennis en ervaring opgedaan. Daarnaast begeleid hij al meerdere cliënten waarvan 2 cliënten met Asperger. De duur van dit traject is lastig te voorspellen en is met name afhankelijk van de leerbaarheid en bereidheid van de cliënt. Mocht blijken dat in aanvraag genoemde doelen zijn bereikt en er zou nog budget over zijn dan zullen we dit inzetten bij begeleiden van de cliënt naar betaald werk.