230 likes | 408 Views
Module 4 – Hoofdstuk 1. Programmeertalen. Programmeertalen. Een programmeertaal is een taal waarin de opdrachten worden geschreven die een computer moet uitvoeren Reeksen van die opdrachten of instructies vormen samen een computerprogramma
E N D
Module 4– Hoofdstuk 1 Programmeertalen
Programmeertalen Een programmeertaal is een taal waarin de opdrachtenworden geschreven die een computer moet uitvoeren Reeksen van die opdrachten of instructies vormen samen een computerprogramma Er zijn verschillende soorten/categorieën programmeertalen
Soorten programmeertalen • Programmeertalen kun je indelen in vijf hoofdcategorieën: • Machinecode • Assembleertalen • Hogere programmeertalen • Vierde-generatietalen • Objectgeoriënteerde talen
Machinecode De kleinste geheugeneenheid is de bit(binarydigit) De bit is een binair getal dat twee waarden kan hebben: 0 of 1 In het computergeheugen wordt alles binair vastgelegd, ook programma’s Machinecode is een programma in binaire vorm
Machinecode Machinecode is de enige code die de processor kan uitvoeren Programma’s die in een andere taal geschreven zijn moeten dus altijd worden vertaald in machinecode
ENIAC-computer • Programmerenmet machinecode
Machinecode De allereerste computers werden in machinecode geprogrammeerd De kans op fouten was daarbij groot Machinecode is moeilijk te begrijpen Je kunt daardoor geen grote programma’s schrijven in machinecode Machinecode is een taal van de eerste generatie, d.w.z. dicht bij de processor
Voorbeeld machinecodeprogramma 0010 0110 0101 0101 0010 0110 0101 0110 1010 0010 0101 0110 0011 0100 1010 1110 0010 0101 0110 0011 0100 0110 0101 0101 0110 1010 1110 0010 0110 0011 0100 0010 0110 0101 0101 1010 1110 0010 0101 0110 0011 0100
Assembleertaal • Assembleertaal is een lagere programmeertaal • Het is een soort machinetaal, maar met lettercodes i.p.v. nullen en enen • Een assembleerprogramma vertaalt die lettercodes in machinecode • Van Dale: • as·sem·ble·ren [assembleere(n)] -bleerde, h geassembleerd samenstellen uit onderdelen; monteren: auto’s ~
Assembleertaal Assembleertaal is iets makkelijker te onthouden dan machinetaal Een voorbeeld van code in machinetaal:1011 0000 0110 0001 Dezelfde code in assembleertaal:MOV AL, 97 Assembleertalen zijn talen van de tweede generatie, d.w.z. één stap verder van de processor vandaan dan machinecode
Voorbeeld Assembly-programma .model small .stack .data message db "Helloworld, I'mlearningAssembly !!!", "$" .code mainproc movax,seg message movds,ax mov ah,09 leadx,message int 21h movax,4c00h int 21h mainendp end main
Hogere programmeertalen Geen kennis van de eigenschappen van de processor nodigDerde-generatietalenzijn procedurele talen De programmeur schrijft de computer een procedure voor Eén procedureopdracht bevat meerdere machinetaalopdrachten in één
Hogere programmeertalen Derde-generatietalenzijn machine-onafhankelijk Een compiler zet de sourcecode om in machinetaal (objectcode) Die machinetaal is wélmachineafhankelijk
Voorbeeld procedure xor eax, eax inc eax cmp eax, 10 while : ja end inc eax jmp while end : mov eax, 1 xor ebx, ebx int 0x80 Hogere programmeertaal inteax = 1; while (eax < 10) { eax++; } Assembleertaal
Hogere programmeertalen • De bekendste derde-generatietalen: • FORTRAN (wetenschappelijke doeleinden) • COBOL (administratieve toepassingen) • C (vele toepassingen; o.a. UNIX) • Pascal (nadruk op eenvoud)
Vierde-generatietalen Nog krachtiger programmaopdrachtenVierde-generatietalenzijn veel meer probleemgericht Nadeel: de software bevat veel ballast
Vierde-generatietalen • Voorbeelden van vierde-generatietalen: • Rapportgeneratoren • Macro’s in Microsoft Word en Excel • iPhoneapps maken met Adobe Flash
Objectgeoriënteerde talen • Vaak afgekort tot OO • Object Oriënted • Systeem is opgebouwd uit objecten • Wat is een object? • Volgens van Dale: ob·ject het; o -en voorwerp (1, 2)
Objectgeoriënteerde talen • Een object bestaat uit • attributen • methoden • Attributen zijn de eigenschappen van een object • Methoden bepalen het gedrag van een object
Objectgeoriënteerde talen • Een voorbeeld van een object • Een lamp