1 / 35

Transcriptie en translatie van het DNA

- DNA wordt gedespiraliseerd -De matrijsstreng wordt gekopieerd -RNA Polymerase bindt zich -RNA nucleotiden uit het cytoplasma worden aan de DNA streng gekoppeld. Transcriptie en translatie van het DNA. Verschillende typen RNA. m-RNA = messenger RNA

mairi
Download Presentation

Transcriptie en translatie van het DNA

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. -DNA wordt gedespiraliseerd -De matrijsstreng wordt gekopieerd -RNA Polymerase bindt zich -RNA nucleotiden uit het cytoplasma worden aan de DNA streng gekoppeld Transcriptie en translatie van het DNA

  2. Verschillende typen RNA • m-RNA = messenger RNA • Bevat informatie over de aanmaak van alle noodzakelijke eiwitten • t-RNA = transfer RNA • Speelt een rol bij het transport van aminozuren naar de ribosomen • r-RNA = ribosomaal RNA • Bevat de informatie voor het maken van de ribosomen

  3. Code • Start code: stukje DNA gedespiraliseerd • Keten verlenging door RNA polymerase • Eind code: RNA polymerase koppelt af en kopie is klaar

  4. Eiwitsynthese DNA >>>>>>> m-RNA>>>>>>> eiwit Transcriptie speelt zich af in de kern Translatie speelt zich af in het cytoplasma

  5. Benodigdheden: DNA TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA m-RNA-polymerase  Knipenzym X Knipenzym Y

  6. Waterstofbruggen worden verbroken. 3 waterstofbruggen tussen Guanine en Cytosine 2 waterstofbruggen tussen Adenine en Thymine DNA bestaat uit een aaneenschakeling van nucleotiden (Nucleotide = desoxyribose + fosfaat + organische base). Alleen de organische basen zijn afgebeeld. TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA

  7. m-RNA-polymerase schuift over DNA-enkelstreng en maakt primair m-RNA via een polymerisatieproces. AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT primair messenger-RNA ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA

  8. AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT primair messenger-RNA ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA

  9. TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA

  10. TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA primair messenger-RNA AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA

  11. DNA TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA primair messenger-RNA AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA

  12.  Splicing primair messenger-RNA Bepaalde stukken zullen uit dit RNA geknipt worden door bepaalde enzymen. Dit proces heet splicing. Alzo wordt primair messenger-RNA het uiteindelijke messenger-RNA. AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA

  13. primair messenger-RNA Exon Exon = Expressed region AUGGUA UAUAUACGAAAACACCGUUAA UGAA Intron Exons: delen van het DNA: bevatten DNA dat codeert voor eigenschappen

  14. messenger-RNA m-RNA bestaat uit aan elkaar geschakelde nucleotiden(nucleotide = ribose + fosfaat + organische base). AUGGUACGAAAACACCGUUAA De organische basen zijn:U: uracil (i.p.v. thymine bij DNA)A: adenineG: guanineC: cytosine

  15. Translatie Translatie: vertaling van m-RNA tot eiwit. Hoe worden eiwitten gemaakt?

  16. RF GCU UAC CAU GCA GUG UUU m-RNA: Benodigdheden: Codon Codon Codon Codon Codon Codon Codon AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA RF = Release Factor: Anti-codon t-RNA Ribosoom: Aminozuur 30 S 50 S

  17. Een codon (triplet) komt overeen met een bepaald aminozuur of duidt start en stop aan. AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA P UAA = stopcodon A Arginine Histidine Lysine Arginine Valine Methionine AUG = startcodon

  18. AUG = startcodon UAC CAU Met Val AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Het m-RNA zal door het ribosoom schuiven om de codons (3 basen) af te lezen en te vertalen in de overeenstemmende aminozuren. Deze komen voor in het cytoplasma en worden door t-RNA aangeleverd. Deze aminozuren worden aan elkaar gekoppeld tot een eiwit. Startcodon is AUG: staat voor het aminozuur methionine. Elk eiwit begint dus met het aminozuur methionine.

  19. UAC CAU Val Met AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA

  20. UAC CAU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Val Met

  21. GCU UAC CAU Arg AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Val Met

  22. GCU UAC CAU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg Val Met

  23. GCU UAC CAU Lys UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg Val Met

  24. GCU UAC CAU UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Lys Arg Val Met

  25. GCU UAC CAU His GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Lys Arg Val Met

  26. GCU UAC CAU GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA His Lys Arg Val Met

  27. GCU UAC CAU Arg GCA GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA His Lys Arg Val Met

  28. GCU UAC CAU GCA GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg His Lys Arg Val Met

  29. RF GCU UAC CAU GCA GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg His Lys Arg Val Met

  30. RF GCU UAC CAU GCA GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg His Lys Arg Val Met

  31. RF GCU UAC CAU GCA GUG UUU AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg His Lys Arg Val Met

  32. RF GCU UAC CAU GCA EIWIT GUG UUU t-RNA-moleculen worden weer voorzien van hun juiste aminozuren AUG GUA CGA AAA CAC CGU UAA Arg His Lys Val Arg Met

  33. Methionine kan afgeknipt worden. EIWIT Arginine Histidine Lysine Valine Arginine Methionine

  34. EIWIT Aan elkaar geschakelde aminozuren Arginine m-RNA codonsAminozuur UAA  Stop CGU  Arginine CAC  Histidine AAA  Lysine CGA  Arginine GUA  Valine AUG  Methionine / Start Histidine Lysine Valine Arginine

More Related