1 / 40

De zin van zinloos geweld

De zin van zinloos geweld. Waarom mensen geweld soms zinloos vinden en toch geweldadig zijn. René van Hezewijk. Zinloos geweld. Glencoe (Schotland), 13 februari 1692, Clan Donalds of Glencoe afgeslacht door bezoekende Clan Campbell (tientallen doden).

minya
Download Presentation

De zin van zinloos geweld

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De zin van zinloos geweld Waarom mensen geweld soms zinloos vinden en toch geweldadig zijn René van Hezewijk

  2. Zinloos geweld • Glencoe (Schotland), 13 februari 1692, Clan Donalds of Glencoe afgeslacht door bezoekende Clan Campbell (tientallen doden) • Leeuwarden, 12 september 1997, Meindert Tjoelker (30) • Venlo, 24 oktober 2002 René Steegmans overlijdt na zware mishandeling twee dagen eerder • Provo (USA), juli 1976, Gary Gilmore doodt twee jonge mannen • Utah, 1 november 1976, executie van Gary Gilmore • Yanomamö: nomohori en wayu huu • Moord op Godi

  3. Vandaag • De morele kwestie • Standaard opvattingen • Biopsychosociale benadering • Functie van agressie • Mechanismen van agressie

  4. Morele kwestie Is de daders iets te verwijten in morele zin? Strafrecht: • Verdachte moet daad verricht hebben • Daad moet strafbaar zijn gesteld • Dader moet strafbaar zijn • Verzachtende omstandigheden • Persoon van de verdachte

  5. Godi • Slachtoffer van een moordexpeditie • Gelet op de voorbereidingen met voorbedachte rade vermoord

  6. René Descartes Stoffelijke natuur • automatisch • natuurwetten • materieel Geest/bewustzijn/wil • overwegingen • wilsbesluiten • immaterieel Mens heeft unieke plaats tegenover de/zijn/haar natuur

  7. Mens versus natuur

  8. Standaardopvattingen • Geweld een aberratie • Geweld neemt toe • Geweld wordt van media geïmiteerd • Geweld uitdrukking van agressie • Agressie uit frustratie • Agresie als drukvat • Agressie uit gebrek aan zelfbeheersing • Geweld soms functioneel (landsbelang) • Overheid geweldsmonopolie

  9. De psycholoog beziet menselijk gedrag als eerste of tweede natuur • Forensische positie: Individu is verantwoordelijk voor specifieke daad, tenzij ..... . verzachtende omstandigheden . persoon van de verdachte . kon hij/zij effect van de daad voorzien? . kon hij/zij effect van de daad willen? • Kritische positie: Oorzaken van geweld als type gedrag vinden

  10. Enkele gegevens: m & v • Mannen vanaf 2e levensjaar vaker betrokken in agressie dan vrouwen • Hoe ernstiger de daad hoe vaker een man de dader is • Man-vrouw ratio niet cultuurgebonden • Man- vrouw ratio komt terug in elke leeftijd • Top agressiviteit bij man en vrouw omstreeks 18e levensjaar

  11. Culturele verschillen Cultuurverschillen verhullenbiologische 2e orde regelmatigheden; maar zijn niet weg!

  12. Hoe komt dat? Ongeacht de morele verwerpelijkheid stelt de psycholoog de vraag: • Waar komt al dat geweld vandaan? • Waarom leren we niets van de geschiedenis (al is de geschiedenis er om van te leren)? • Vanwaar bijvoorbeeld die man-vrouw verschillen?

  13. Charles Darwin Evolutietheorie • variatie & selectie & erfelijkheid • gedragspatronen en mentale systemen zijn ook “organen” • gedragspatronen en mentale systemen product van variatie, erfelijkheid en natuurlijke selectie

  14. Evolutionaire benadering: • Mens is dier • Kijk ook naar niet- humane primaten

  15. Evolutie van homo sapiens

  16. Evolutietheoretische verklaringen kijken naar • Evolutie van de soort • Functie van orgaan bij ontstaan • Mechanismen waaruit ‘orgaan’ bestaat • Ontwikkeling van het individu

  17. Brein fungeert als “computer” • Hersencircuits ontstaan doordat en opdat ze aangepast gedrag leveren • Breinactiviteiten zijn grotendeels ontoegankelijk voor bewustzijn • Hersencircuits specialistisch • Brein gemaakt op functioneren in stenen tijdperk • Brein fungeert als “computer” • Hersencircuits ontstaan doordat en opdat ze aangepast gedrag leveren • Breinactiviteiten zijn grotendeels ontoegankelijk voor bewustzijn • Hersencircuits specialistisch • Brein gemaakt op functioneren in stenen tijdperk

  18. 2. Functie van agressief gedrag • functie “organen” voor agressie • continuïteit andere primaten

  19. Functies agressief gedrag Dominantie competitie om partner verdedigen territorium & hulpbronnen verdedigen nazaten = genen M V M V Defensief

  20. Kindermoord en stiefkindermoord Age of child (years)

  21. Chimp. Bonobo Mens Gorilla O.Oetang Continuïteit: agressie bij primaten • moordexpedities x 0 x • verkrachting x 0 x .. (x*) • kindermoord .. 0 x x 0 • vrouwenmishandeling x 0 x 0 • politieke moord x 0 x • volwassenenmoord x 0 x • jacht x no monkeys x

  22. Sociale organisatie bij primaten

  23. “Organen” voor agressie • Fysieke uitrusting • Mentale uitrusting

  24. Organen voor agressie

  25. Maar de evolutie is calculerend: Vechtorganen zijn theaterattributen AIs geweld instrumenteel is, dan is geweld begrensd

  26. Remmechanismen

  27. Rem op agressie Konrad Lorenz: • Mensen zijn wel uit op beschermen “verwante” genen • Mensen hebben zwakke natuurlijke wapens • Mensen hebben maar beperkte ingebouwde regulatiemechanismen t.a.v. soortgenoten

  28. atlatl Rem op agressie? • Maar we hebben wel een groot leervermogen • We zijn in staat allerlei hulpmiddelen te maken, waaronder wapens

  29. Organen voor agressie • fysieke uitrusting • hormonaal systeem

  30. 3. Mechanismen: endocriene systeem

  31. Voorbeeld: ratten JONG VOLWASSEN EFFECT op AGRESSIVITEIT testosteron testosteron HOOG testosteron geen laag placebo testosteron laag competitie testosteron HOOG competitie placebo laag geen competitie testosteron laag geen competitie placebo laag

  32. Soorte- lijke evolutie Samenhang individuele ontwikkeling en soortelijke evolutie Hormonen Brein Individuele ervaring

  33. T= testosteron (mannelijk hormoon) Dominantie Omgeving: • competitief, dominantiegericht, hoge spanning Perinataal: • veel T  hogere sensitiviteit voor dominantie Volwassen: • meer T bij spanning • meer dominantiegedrag (agressie, anti-sociaal) Bij verlies Bij winst cortisol stijgt, T daalt T stijgt  agressie, sex

  34. Mentale systemen onbewuste en bewuste • interpretatie van emotionele stimuli (ecologische en sociale) • interpretatie van cognitieve stimuli (sociale en culturele) • planning gedrag • beoordelen effecten gedrag

  35. Communicatie en interpretatie • Integriteitsopvatting • Communicatie (taal) is echt: • signalen zijn ontstaan uit acties • Vechten • Voortekenen vechten • Functionele handelingen • Dreigen genoeg • Uiteindelijke vorm geeft de maximale informatie • Behoefte aan onzekerheidsreductie bij zwakke signalen • Slecht interpreteren leidt snel tot serieus nemen • Theateropvatting • Communicatie is bluf: • indruk maken in competitieve ontmoetingen • Individuen maximaliseren baten en minimaliseren kosten • Soortspecifieke vertoningen en signalen • Hoe meer vertoon, met lage kosten en hoge baten, hoe meer kans in selectie • Hoe minder eerlijk, hoe meer kans in selectie: bluf loont • Individu biedt eerlijke informatie over kracht als ongelijk verdeeld • Als gelijk verdeeld meer theater • O wee wie dat niet uit elkaar kan houden

  36. Wat doet alcohol? Waarschuwing: effect alcohol lastig te bepalen • Effect op neurotransmittersystemen die genetisch bepaald zijn • Effect op interpretaties in sociale contacten, stress, leefstijl, voeding, etc. • Beperkt waarneming van belangrijke signalen in sociale situaties • Beperkt corticaal verwerken van betekenis van secundaire sociale signalen • Wordt vooral gebruikt door sensatiezoekers • Sensatiezoekers hebben hogere T-niveaus, zijn meer dominantiestrevers

  37. De dubbele route

  38. Kortom: • Alcohol verslechtert interpreteren van signalen • In competitieve situaties wordt dominantie en vermeende autonomie aangetast • In groepsverband daalt verantwoordelijkheid en stijgt geweldspotentieel • Signalen worden door alcohol hyperserieus opgevat • Kleine aanleiding leidt tot overdreven geweld

  39. Email: rene.vanhezewijk@ou.nl

More Related