280 likes | 520 Views
Het brein . Biologie en fysiologie Jan j.l. Derksen. Multilevel model van volgens Zuckerman. Trekken Sociaal gedrag Conditioneren Fysiologie Biochemie Neurologie Genetica. Genen.
E N D
Het brein Biologie en fysiologie Jan j.l. Derksen
Multilevel model van volgens Zuckerman • Trekken • Sociaal gedrag • Conditioneren • Fysiologie • Biochemie • Neurologie • Genetica
Genen • Een veelvoud van genen heeft invloed op gedrag, niet rechtstreeks maar via de productie van gedragsrelevante eiwitten. • Genetische verschillen maken ons gevoeliger voor bepaalde visuele indrukken, geuren en zijn verantwoordelijk voor de productie van hormonen die ons doen neigen tot angst of woede
lichaamscel 23 paar chromosomen • een paar geslachtschromosomen, 22 paar autosomen • Vrouwen: geslachtschromosoom twee X-chromosomen • Mannen: een x- en een y-chromosoom.
Elk chromosomenpaar: • Een van de vader en een van de moeder • Van de man y-chromosoom, van de vrouw een van beide X-jes naar kind: jongen.
DNA • Desoxyribonucleïnezuur • Lange spiraalvormige molecuul, bouwstof voor chromosoom • Codeert erfelijke informatie door 4 aminozuren in telkens andere combinaties te rangschikken (adenine, cytosine, guanine, thymine)
DNA • In de DNA molecuul zitten de genen, gen is en stukje DNA molecuul, bezit een specifieke eigenschap van het organisme. • Elke mens 30.000 genen: totale erfelijke materiaal, gnoom • Genenpaspoort in de toekomst
neurologie • Neurologische systemen die emoties produceren zols het behavior inhibition system, impulsiviteit
fysiologie • Bloeddruk, ademhaling, hartslag, lichaamstemperatuur • Arousal, activatie
conditioneren • Biologische voorwaarden voor conditionering • Controle wordt verschaft zodat gedag effectief wordt
Sociaal gedrag • Gevoeligheid voor sociale reïnforcers • Leren door imitatie • Cognities
Trekken • Denk aan de Big Five
biochemie • Hormonen, liggen ten grondslag aan motivationele systemen, b.v. geslachtshormonen • Neurotransmitters: noradrenaline, dopamine, serotonine • MAO: analyse van monoamine oxydase correleert negatief met extraversie
Een zandkorrel • 100.000 neuronen • 2 miljoen axonen • 1 miljard synapsen
Het brein • Vrijwel alle functies worden door onze hersenen gecoördineerd en gereguleerd • Zolang het normaal werkt zijn we ons van die werking niet bewust
Het brein • Het brein is kwetsbaar • Een op elke vijf mensen krijgt in zijn leven te maken met een aandoening van de hersenen • De invloed hiervan op gedrag behoort mede tot ons werk
Brein • Bij geboorte wegen de hersenen ongeveer 350 gram • Bij de volwassene ongeveer 1400 gram • Na het 50e levensjaar neemt dit gewicht met 2% per jaar af.
Brein • Vroeger dacht men dat alles biologisch vast lag in het brein, nu ziet men het als plastisch • Nu weten weten we dat ratten in een stimulerende omgeving 2-6% meer hersengewicht hebben dan die in een stimulusarme omgeving • De neuronen worden groter er vormen zich meer synapsen, axonen en dendrieten
brein • Het jonge brein produceert veel meer zenuwcellen en synaptische verbindingen dan strikt noodzakelijk, zo reageren die delen van het brein maximaal op de omgeving en ontvangen veel informatie • B.v. taal: eerste half jaar baby's vrijwel alle taalklanken onderscheiden. • Rechter hemisfeer komt sneller tot ontwikkeling dan de linker.
Na letsel kan reorganisatie van de hersenen bij volwassenen patiënten ook plaatsvinden. • Compensatie en stimulatie principes die op gedragsniveau in de revalidatie worden toegepast, we weten niet veel van wat er dan in de hersenen gebeurt.
Brein • Zintuiglijke functies en motoriek ontwikkelen zich eerst, prefrontale gebieden later, dus cognitieve functies ook later • Aanmaak nieuwe synaptische functies gaat leven door, gebruik je hersenen complexe ervaringen op jonge leeftijd zijn een bescherming tegen achteruitgang op oudere leeftijd. .
Het oudere brein • Celverlies, afname van dendrieten. Prefrontale gebieden gevoelig voor deze veranderingen dan de sensorische en motorische gebieden, mentale processen gaan trager, meer problemen met complexe situaties bij de oudjes. • Bij leerprocessen in jonge brein meer gebieden geactiveerd dan in oude brein
Bij taken uitvoeren is de activatie van hersengebieden bij jonkies sterker en focaler dan bij oudjes, efficiëntie bij ouderen neemt af. Andere gebieden bij ouderen juist sterker geactiveerd.
Synaps • Twee typen Neurotransmitters: een die de kans op het vuren laat toenemen (glutamine, aspartate) en een die het remt (Gaba). Deze werken op het niveau van de zintuiginput. • Serotonine,norepiniphrine, dopamine werken op ‘driftniveau’. • SSRI maken communicatie effectiever
Grijze en witte stof • Cellichamen samengeklonterd: grijze stof • Axonen samengevoegd: witte stof • De buitenlaag (cortex), cellichamen samengeperst in de te kleine schedel in lagen • Nucleï: cellichamen samengepakt in ballen
Beeldvormende meetmethoden • Electrofyiologisch EEG, ERP • Magnetoencephalografie MEG • Positron emission tomografie PET • Functionele magnetic resonance imaging fMRI